x
Verklaring: een beweging in de zestiende eeuw die de Rooms-Katholieke Kerk wilde verbeteren. Dat leidde echter niet tot de gewenste hervormingen, maar tot een kerksplitsing: de protestanten scheidden zich af van de Katholieke Kerk.
Antwerpen telt ook verschillende niet-religieuze tempels, bijvoorbeeld die van de vrijmetselarij. Het zijn geen kerken. Er wordt niet gebeden tot een god, maar gewerkt aan persoonlijke groei, ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De tempels zijn meestal sober aan de buitenkant, maar rijk aan symboliek binnenin. De meest gekende is Les Elèves de Themis in de Van Maerlantstraat, maar ook de loge in de Reyndersstraat is een mooi voorbeeld.
Verder zijn er in de stad esoterische en filosofische centra zoals antroposofische scholen, theosofische verenigingen en humanistische organisaties die rituelen aanbieden rond levensmomenten, zonder religieuze basis. Die plekken, vaak discreet gelegen, vormen een stille tegenhanger van de grote kerken en tonen hoe Antwerpen ook vandaag een stad van spirituele diversiteit blijft.
Naast de officieel erkende erediensten telt Antwerpen een groeiend aantal niet-erkende religies en levensbeschouwingen. Denk aan het boeddhisme (waarvoor ondertussen een erkenningsprocedure lopende is), hindoeïsme, sikhisme, bahá’í-geloof, pinkster- en evangelische kerken. Veel van die gemeenschappen vestigden zich in de stad vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw, meegebracht door migranten uit Zuid-Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Latijns-Amerika.
Hun gebedsruimtes bevinden zich meestal in omgebouwde woningen, winkels of magazijnen, verspreid over cultureel diverse wijken. Ze zijn vaak minder zichtbaar in het straatbeeld, maar vormen een belangrijk onderdeel van het religieuze en culturele weefsel van Antwerpen. Toch zijn er uitzonderingen. Zo liet vooral het jaïnisme een opvallend architecturaal spoor na: de jaïntempel langs de R11 in Wilrijk is uitgegroeid tot een herkenbaar baken in het stedelijk landschap.
Antwerpen telt vandaag zo’n 380 actieve geloofsgemeenschappen. Die religieuze diversiteit is niet helemaal nieuw. Al in de zestiende eeuw woonden katholieken, protestanten van verschillende gezindten en joden in Antwerpen naast elkaar. Soms vreedzaam, soms in conflict. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een versnelling in de religieuze diversiteit met de komst van christelijk-orthodoxe kerken zoals de Griekse en Russische en van de islam. Ook zogenaamde oosterse religies als het hindoeïsme en boeddhisme vonden geleidelijk ingang in de westerse samenleving. Tegelijkertijd nam ook de verscheidenheid binnen de verschillende geloofsgroepen zelf toe. Denk maar aan de soenitische, de sjiitische en de alevitische moslims en de verschillende substromingen daaronder. Of aan de verschillende ultraorthodoxe joodse gemeenschappen. Of aan de vele pinkstergemeenschappen en andere orthodoxe kerken binnen het christendom.
Vlaanderen evolueerde in de twintigste eeuw van een voornamelijk christelijk-katholieke regio naar een diverse, multireligieuze samenleving. Het katholicisme is nog steeds de grootste religie, maar door secularisering en ontzuiling verloor ze haar dominante positie. Tegelijk zorgden migratie en globalisering voor een groeiende levensbeschouwelijke diversiteit, religieus en niet-religieus. Het rijke religieuze landschap van vandaag kent erkende religieuze en niet-religieuze levensbeschouwingen:
de rooms-katholieke, de protestants-evangelische, de israëlitische (de joodse) de anglicaanse, de islamitische en de christelijk-orthodoxe zijn erkend als eredienst.
het vrijzinnig humanisme is erkend als niet-religieuze levensbeschouwing en voor het boeddhisme loop een gelijksoortige erkenning.
Al die gemeenschappen zijn verenigd rond rituele objecten en gebruiken en komen samen in al dan niet speciaal daartoe gebouwde ‘tempels’ waar ze hun cultus kunnen beleven. In wat volgt gaan we in op de architecturale neerslag van die levensbeschouwingen. Onder de titel ‘Heilige huisjes’ willen we tijdens deze Open Monumentendag de religieuze gebouwen van verschillende religies onder de aandacht brengen.
Antwerpen is vandaag een levendige mozaïek van levensbeschouwingen, van katholiek tot moslim, van boeddhist tot vrijzinnig humanist. Maar hoe kwamen we daar? En hoe zie je dat rijke verleden vandaag in het stadsbeeld?
Waar de stad ooit een bastion van het rooms-katholicisme was, groeide ze door eeuwen van migratie, secularisering en globalisering uit tot een spiritueel diverse metropool. Met maar liefst 380 actieve geloofsgemeenschappen weerspiegelt Antwerpen een ongeziene rijkdom aan religieus en filosofisch erfgoed. Van statige kathedralen tot sobere huiskerken, van kleurrijke moskeeën tot verborgen vrijmetselaarstempels: elk gebouw vertelt zijn eigen verhaal van geloof, gemeenschap, strijd en verandering.

Katholiek christendom
Het katholieke christendom was het langst en meest dominant aanwezig in Antwerpen. Doorheen de geschiedenis van de stad werden talrijke religieuze gebouwen gebouwd. Van bijna alle stijlperiodes is er een architecturaal voorbeeld in de stad. Met de gotische en barokke kerken behoren we tot de wereldtop.
Het begin in het Midden-Oosten en in Antwerpen
Het christendom ontstond in de eerste eeuw na Christus in het Midden-Oosten en verspreidde zich snel binnen het Romeinse Rijk. In de beginperiode werden christenen vaak vervolgd. Daarom kwamen ze in het geheim samen in huiskerken. Dat veranderde in 313, toen keizer Constantijn met het Edict van Milan godsdienstvrijheid invoerde. Kort daarna begonnen christenen met de bouw van officiële kerken, vaak geïnspireerd op de basilica: een rechthoekige hal met een apsis. De kerken werden gebouwd zodat het altaar naar het oosten gericht stond: in de richting waar de zon opkomt. Het christendom werd in 380 tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk verheven en wordt meer en meer geïntegreerd in de staatsstructuren. Kerken worden stilaan weelderiger en naarmate het geloof zich verder verspreidde ontstonden ook regionale bouwstijlen.
In de vroege middeleeuwen arriveerden de eerste missionarissen in Antwerpen. Onder andere de Heilige Amandus, de Heilige Willibrordus en de Heilige Fredegandus kwamen naar hier om de lokale bevolking tot het christendom te bekeren. Tegen de elfde eeuw was het geloof stevig verankerd en ontstonden de eerste kerkgebouwen. De ontwikkeling ervan weerspiegelt zowel de groei van de stad als de evolutie van de architectuur.
Romaanse en gotische stijl
De oudst bewaarde kerkelijke bouwfragmenten zijn romaans. In de Sint-Pauluskerk zijn funderingen en muurresten van de romaanse voorganger teruggevonden tijdens archeologische opgravingen. Tussen de dertiende en de zestiende eeuw groeide Antwerpen snel en daarmee ook het aantal kerken. De kathedraal, de Sint-Jacobskerk, de Sint-Andrieskerk en de Sint-Pauluskerk zijn in die periode in gotische stijl gebouwd.
Beeldenstorm: van rijkdom naar verbod op beeldvorming
In de zestiende eeuw werd Antwerpen een broeihaard van religieuze vernieuwing. De ideeën van hervormers zoals Luther en Calvijn vonden er snel ingang. De opkomst van het protestantisme had grote gevolgen voor de katholieke kerken. De beeldenstorm van 1566 vernielde veel interieurs en tijdens het calvinistische bewind (1577-1585) werd de rooms-katholieke godsdienst officieel verboden. Heel wat kerken werden omgevormd tot protestantse gebedsruimtes. De architectuur sprak voor zich, zonder beelden, schilderijen en andere visualisaties uit de Bijbel.
Barokke stijl
Na de herovering door de Spanjaarden in 1585 werd het katholicisme als officiële godsdienst hersteld. De barokke kerken uit die periode, zoals de Sint-Carolus Borromeuskerk, moesten met hun rijke decoratie en theatrale stijl het geloof kracht bijzetten. Ook de oprichting van vele nieuwe klooster(orde)s, zoals het Karmelietessenklooster aan de Rosier en het Annuntiatenklooster speelde een belangrijke rol in de contrareformatie . Het waren centra van hernieuwde geloofsbeleving, onderwijs en liefdadigheid, waarmee de Katholieke Kerk haar invloed versterkte.
Nieuwe functies voor kerkelijke gebouwen
Onder Oostenrijks en Frans bewind in de achttiende eeuw werd de macht van de Kerk ingeperkt. Veel religieuze instellingen moesten sluiten en hun gebouwen kregen een nieuwe functie. Zo werd een deel van het minderbroederklooster de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en de kapel van het Sint-Julianusgasthuis werd eerst gebruikt als opslagplaats en later omgevormd tot galerie De Zwarte Panter. Pas in 1801 sloot Napoleon een concordaat met paus Pius VII, waardoor de katholieke eredienst opnieuw werd toegelaten, zonder dat de kerk haar oude privileges terugkreeg.
Van neoromaanse en neogotische stijl tot art deco en modernisme
In de negentiende eeuw breidde de stad zich uit buiten de stadsomwalling . Nieuwe parochiekerken werden gebouwd, vaak in neoromaanse en vooral neogotische stijl, geïnspireerd op de middeleeuwen als het symbool van ware gelovigheid. De Sint-Amanduskerk en de Sint-Joriskerk zijn daar mooie voorbeelden van.
Tijdens het interbellum (periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog) maakten de neostijlen plaats voor sobere, functionele kerken, beïnvloed door modernisme en art deco. Die kerken, zoals de Onze-Lieve-Vrouw Middelares en Heilige Lodewijkkerk in Berchem en de Christus Koningkerk in de Tentoonstellingswijk, weerspiegelden de veranderende tijdsgeest en bouwtechnieken.
Na de Tweede Wereldoorlog leidde het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) tot een nieuwe visie op de beleving van het katholieke geloof en de kerkbouw. De nadruk lag op actieve deelname van gelovigen, met centraal geplaatste altaren, open plattegronden en moderne materialen. In de naoorlogse wijken werden eigentijdse kerken gebouwd zoals de Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand in Deurne, de Sint-Jan Berchmanskerk in Borsbeek en de Sint-Anna-ten-Drieënkerk op Linkeroever.
Kerken als cultureel erfgoed
Vanaf de jaren 1980 werden in Antwerpen geen nieuwe katholieke kerken meer gebouwd. Tegelijkertijd daalde het kerkbezoek. Dat had impact op de ruim zeventig parochiekerken en vele kloosters die de stad telt: steeds meer kwamen leeg te staan.
Kerkgebouwen zijn voor velen, ook niet-gelovigen, meer dan alleen gebedshuizen. Ze maken deel uit van het straatbeeld, het collectieve geheugen en het culturele erfgoed. Sloop voelt als een verlies van identiteit en ook herbestemming ligt soms gevoelig. Het vraagt overleg met alle betrokkenen en een breed gedragen visie.
Sinds 2025 zijn gemeenten verplicht een kerkenbeleidsplan op te stellen. Daarin wordt onderzocht of een kerk haar religieuze functie behoudt, eventueel voor een andere geloofsgemeenschap, of een nieuwe of gedeelde invulling krijgt. Multifunctioneel gebruik of volledige herbestemming zijn mogelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk om de nodige financiële middelen te vinden, zoals het herbestemmingstraject van de Sint-Jan Evanglistkerk aantoont.
In Antwerpen zijn al verschillende voorbeelden van herbestemming te vinden. De Sint-Augustinuskerk werd een concertzaal, de Onze-Lieve-Vrouw van Gratiekerk een theaterfoyer. Sommige kerken blijven deels in gebruik als religieuze plaats, zoals de Sint-Amanduskerk, die ook dienstdoet als multifunctionele ruimte voor Fundament 2060. Andere kerken worden gedeeld door verschillende, of in gebruik genomen door nieuwe, christelijke geloofsgemeenschappen. Voorbeelden zijn de Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstandskerk (in gebruik door de Chaldeeuwse gemeenschap) en de Heilig Hartkerk (in gebruik voor de rooms-katholieke eredienst en door de Belarussische Grieks-katholieke gemeenschap). De monumentale kerken van de stad zijn al lang deels kerk en deels museum.
Islam
Intrede van de islam in de jaren 1960
De zichtbare aanwezigheid van de islam begint in Vlaanderen in de jaren 1960, toen gastarbeiders uit Marokko en Turkije zich hier vestigden. Zij richtten hier de eerste gebedsruimtes in in omgebouwde woningen, winkels of garages. Die ‘schuilmoskeeën’ boden religieuze en culturele houvast in een onbekende omgeving. De moskee in Moretusburg (Hoboken), is de eerste nieuwbouwmoskee in België, opgericht in 1972 met steun van een lokale pastoor. Architecturaal bescheiden, maar symbolisch belangrijk.
In de loop der jaren werden veel van die voorlopige gebedsruimtes verbouwd of vervangen. Hoewel de meeste moskeeën hun eenvoudige karakter behielden, groeide hun rol als gemeenschapscentrum. Een voorbeeld daarvan is de moskee in de Everaertsstraat.
Plek waar gelovigen knielen om te bidden
De Koran bevat geen gedetailleerde voorschriften voor de inrichting van een gebedsruimte. De term masjid (moskee) verwijst eenvoudigweg naar een plek waar gelovigen knielen om te bidden. Volgens de profeet Mohammed kan dat elke schone plek zijn. In de context van rondtrekkende nomaden waren enkele lijnen in het zand al genoeg. Toch ontstonden al snel vaste gebedsplaatsen: eenvoudige huizen waar de eerste moslimgemeenschappen samenkwamen. Met weinig rituele objecten nodig voor het gebed, waren die ruimtes sober ingericht. Ze hadden wel allemaal een muur die de gebedsrichting naar Mekka aangaf (qibla), in het geval van moskeeën in Antwerpen dus naar het oosten.
Onder invloed van verschillende islamitische dynastieën groeiden moskeeën uit tot indrukwekkende gebouwen. De mihrab (nis in de qiblamuur), de minbar (preekstoel), koepels en minaretten (hoge, smalle torens) werden vaste elementen. De architectuur werd sterk beïnvloed door lokale bouwstijlen en religieuze stromingen, wat leidde tot een rijke variatie aan vormen en stijlen.
Nieuwbouwmoskeeën
Het aantal nieuwbouwmoskeeën bleef in Vlaanderen beperkt. Financiële beperkingen, bouwvoorschriften en maatschappelijke weerstand spelen daarbij een rol. Waar wel nieuwbouw plaatsvond, werd vaak gekozen voor zogenaamde heimweemoskeeën: gebouwen die qua stijl verwijzen naar het land van herkomst, met herkenbare elementen zoals koepels en minaretten, zoals de Pakistaanse moskee Noor Ul Haram in de Van Kerckovestraat.
Intussen groeit een nieuwe generatie moslims op in Vlaanderen. Hun visie op moskeebouw verschilt van die van hun ouders: minder gericht op nostalgie, meer op integratie in het straatbeeld. In recente projecten zie je dan ook een aanzet tot een nieuwe, eigentijdse moskee-architectuur: herkenbaar, maar ingebed in de stedelijke context. Een voorbeeld is de Mehmet Akif-moskee in de Dendermondestraat.
Jodendom
Van geheime bijeenkomsten tot officiële erkenning
De joodse aanwezigheid in Antwerpen gaat terug tot de middeleeuwen, al was openlijke geloofsbeleving toen vaak onmogelijk. In de dertiende en veertiende eeuw kwamen joden samen in privéwoningen of geheime ruimtes. Ook in de zestiende eeuw kwamen heel wat joden naar Antwerpen. Die Sefardische joden werden verbannen uit Spanje en Portugal. Hoewel zij officieel afstand hadden gedaan van hun geloof bleven ze in het geheim de joodse rituelen uitvoeren in allerlei achterkamers.
Pas in de negentiende eeuw, na de Franse Revolutie en de Belgische Onafhankelijkheid, kregen joden burgerrechten en godsdienstvrijheid. In 1831 werd het jodendom officieel erkend in België. Dat leidde tot de oprichting van de eerste gebedsruimtes, zoals de Salvatorkapel in de Grote Pieterpotstraat, die in 1846 werd ingericht als synagoge. Het was een eenvoudig omgebouwd christelijk gebouw, maar betekende een belangrijke stap naar zichtbaarheid.
Voorschriften en architectuur
In de Tora en de Talmoed zijn er geen strikte bouwvoorschriften waaraan een synagoge moet voldoen. Enkele religieuze elementen zijn wel essentieel: er wordt gebeden in de richting van Jeruzalem, er moet een torarol aanwezig zijn en voor bepaalde religieuze handelingen zijn tien joodse mannen nodig die de bar mitswa-leeftijd (13 jaar) hebben bereikt. Zonder voorbeelden uit de antieke Joodse beschaving moest men op zoek naar een nieuwe bouwtypologie die de Israëlische identiteit uitdrukte.
De bouw van de drie grote synagogen die tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw in Antwerpen, Brussel en Luik werden gebouwd, is geïnspireerd op de Franse synagoge-architectuur. Die gebruikt de typologie van de basilica : een hal in drie delen, met een ontmoetingsruimte vooraan en een halfronde nis. Stilistisch grepen architecten naar de romano-byzantijnse stijl (zoals in Frankrijk) en de Moorse of oriëntaalse stijl (zoals in Duitsland) om naar het oosterse karakter van de religie te verwijzen. De eerste nieuwbouwsynagoge in Antwerpen was de monumentale Hollandse synagoge in de Bouwmeestersstraat, ontworpen door Joseph Hertogs uit 1893 in oriëntaals-eclectische stijl en met een basilicale plattegrond.
Monumentale synagogen
In het begin van de twintigste eeuw groeide de gemeenschap sterk en werd ze diverser in zowel rituelen als afkomst. Dat leidde tot de bouw van meerdere synagogen met elk hun eigen stijl. Naast de Hollandse synagoge kwamen er nog drie monumentale synagogen bij: de Grote synagoge in de Oostenstraat (1913), de Portugese synagoge Beth Moshe in de Hoveniersstraat (1913) en de Romi Goldmuntz synagoge in de Van de Nestlei (1958). Daarnaast ontstonden tientallen kleinere synagogen en leerhuizen in de Joodse wijk rond de Lange Leemstraat en de diamantwijk. Vaak zijn ze ondergebracht in verbouwde huizen. De nadruk ligt er op de religieuze beleving en gemeenschapszin van de orthodoxe en chassidische gemeenschappen.
Orthodox christendom
Recente aanwezigheid
In vergelijking met andere christelijke stromingen is de geschiedenis van de orthodoxe kerken in Antwerpen relatief jong. De eerste orthodoxe gelovigen zouden Griekse zeelieden in de zeventiende eeuw zijn geweest. Hun gemeenschap groeide uit tot de Griekse orthodoxe parochie die sinds 1900 samenkwam in de Boodschap van de Moeder Gods-kerk.
In de jaren 1920 volgden ook Russisch-orthodoxe migranten, die na de Russische Revolutie naar West-Europa vluchtten. In Antwerpen ontstonden meerdere kleine parochies, vaak zonder eigen kerkgebouw. In 1999 werden die samengevoegd tot de parochie van Christus’ Geboorte, die sindsdien onderdak vindt in de voormalige Sint-Jozefskerk aan de Loosplaats; een neoromaans, oorspronkelijk rooms-katholiek gebouw uit 1868.
Orthodox christendom in het Antwerpen van 2025
Vandaag is de orthodoxe gemeenschap in Antwerpen etnisch en cultureel zeer divers. Naast Griekse en Russische parochies zijn er ook Roemeense, Servische, Georgische en Syrische orthodoxe gemeenschappen actief. Samen vormen zij een levendig en groeiend onderdeel van het religieuze landschap van de stad.
Protestants christendom
Bestaande kerken zonder hun beelden
Als bloeiende handelsstad met een internationaal karakter trok Antwerpen in de zestiende eeuw veel reizigers en denkers aan. De stad beschikte over een goed ontwikkelde drukpers, waardoor ideeën zich snel konden verspreiden. Bovendien heerste er een relatief open intellectueel klimaat. Die omstandigheden maakten van Antwerpen een vruchtbare voedingsbodem voor de verspreiding van nieuwe religieuze ideeën. Het groeiende ongenoegen over de Rooms-Katholieke Kerk leidde tot spanningen die uiteindelijk uitmondden in de Beeldenstorm van 1566 en de doorbraak van het protestantisme. Tussen 1577 en 1585 had de stad een calvinistisch stadsbestuur. Kerken werden heringericht voor de protestantse erediensten en in 1581 werd het katholicisme tijdelijk verboden.
Geheime huiskerken
In 1585 voerde de Spaanse overheerser het katholicisme opnieuw in als enige godsdienst, waardoor veel protestanten vluchtten naar de noordelijke Nederlandse provincies. Wie bleef, moest in het geheim samenkomen in zogenaamde huiskerken.
In de zeventiende en achttiende eeuw bleef het protestantisme marginaal en ondergronds. De gemeenschap noemde zich de Brabantse Olijfberg en hield haar bijeenkomsten in het geheim. Pas in de negentiende eeuw werd het protestantisme opnieuw wettelijk erkend. In 1821 werd de voormalige kloosterkerk aan de Lange Winkelstraat ingericht als protestantse kerk. Doorheen de jaren onderging het kerkgebouw van de Brabantse Olijfberg verschillende aanpassingen, waarbij het interieur een sobere, protestantse uitstraling kreeg, die tot op vandaag bewaard is gebleven.
Protestantisme in het Antwerpen van 2025
Vandaag is het protestantisme in Antwerpen heel divers, met internationale en multiculturele geloofsgemeenschappen. Vele van hen maken gebruik van herbestemde gebouwen, zoals de voormalige cinema Rubens in de Carnotstraat die werd omgevormd tot gebedsruimte door een evangelische gemeente. De protestantse kerk Bex is daarop een uitzondering. Die werd specifiek vanuit een christelijk-protestantse inspiratie ontworpen in een sobere, neoromaanse stijl.
Door de nabijheid van de haven heeft Antwerpen in alle tijden mensen van over de hele wereld aangetrokken. Ook van de andere geloofsvormen vind je in de stad gebedshuizen in hun eigen stijl.
Anglicaans christendom
Engelse afsplitsing van de Rooms-Katholieke Kerk
Rond dezelfde periode als de Reformatie op het vasteland van Europa ontstond in Engeland het anglicanisme. In 1534 brak koning Hendrik VIII met paus Clemens VII, wat leidde tot de oprichting van de Anglicaanse Kerk, een tussenvorm tussen protestantisme en katholicisme. Door haar rol als wereldhaven waren er in Antwerpen al vroeg anglicaanse gelovigen, maar onder Spaans bewind werden die gelovigen met wantrouwen bekeken. In de zeventiende en achttiende eeuw was hun aanwezigheid beperkt tot enkele individuen zonder vaste eredienstlocatie.
Eigen anglicaanse kerken
Pas met de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 vestigden zich opnieuw Britten in de stad. Eerst hielden zij hun diensten in de Beurs en later in de Annuntiatiekerk. Tussen 1821 en 1910 gebruikten ze ook de Huidevetterskapel. De groei van de Britse gemeenschap leidde in 1910 tot de bouw van de Sint-Bonifaciuskerk in de Grétrystraat.
Antwerpen telt ook verschillende niet-religieuze tempels, bijvoorbeeld die van de vrijmetselarij. Het zijn geen kerken. Er wordt niet gebeden tot een god, maar gewerkt aan persoonlijke groei, ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De tempels zijn meestal sober aan de buitenkant, maar rijk aan symboliek binnenin. De meest gekende is Les Elèves de Themis in de Van Maerlantstraat, maar ook de loge in de Reyndersstraat is een mooi voorbeeld.
Verder zijn er in de stad esoterische en filosofische centra zoals antroposofische scholen, theosofische verenigingen en humanistische organisaties die rituelen aanbieden rond levensmomenten, zonder religieuze basis. Die plekken, vaak discreet gelegen, vormen een stille tegenhanger van de grote kerken en tonen hoe Antwerpen ook vandaag een stad van spirituele diversiteit blijft.
Naast de officieel erkende erediensten telt Antwerpen een groeiend aantal niet-erkende religies en levensbeschouwingen. Denk aan het boeddhisme (waarvoor ondertussen een erkenningsprocedure lopende is), hindoeïsme, sikhisme, bahá’í-geloof, pinkster- en evangelische kerken. Veel van die gemeenschappen vestigden zich in de stad vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw, meegebracht door migranten uit Zuid-Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Latijns-Amerika.
Hun gebedsruimtes bevinden zich meestal in omgebouwde woningen, winkels of magazijnen, verspreid over cultureel diverse wijken. Ze zijn vaak minder zichtbaar in het straatbeeld, maar vormen een belangrijk onderdeel van het religieuze en culturele weefsel van Antwerpen. Toch zijn er uitzonderingen. Zo liet vooral het jaïnisme een opvallend architecturaal spoor na: de jaïntempel langs de R11 in Wilrijk is uitgegroeid tot een herkenbaar baken in het stedelijk landschap.
Islam
Intrede van de islam in de jaren 1960
De zichtbare aanwezigheid van de islam begint in Vlaanderen in de jaren 1960, toen gastarbeiders uit Marokko en Turkije zich hier vestigden. Zij richtten hier de eerste gebedsruimtes in in omgebouwde woningen, winkels of garages. Die ‘schuilmoskeeën’ boden religieuze en culturele houvast in een onbekende omgeving. De moskee in Moretusburg (Hoboken), is de eerste nieuwbouwmoskee in België, opgericht in 1972 met steun van een lokale pastoor. Architecturaal bescheiden, maar symbolisch belangrijk.
In de loop der jaren werden veel van die voorlopige gebedsruimtes verbouwd of vervangen. Hoewel de meeste moskeeën hun eenvoudige karakter behielden, groeide hun rol als gemeenschapscentrum. Een voorbeeld daarvan is de moskee in de Everaertsstraat.
Plek waar gelovigen knielen om te bidden
De Koran bevat geen gedetailleerde voorschriften voor de inrichting van een gebedsruimte. De term masjid (moskee) verwijst eenvoudigweg naar een plek waar gelovigen knielen om te bidden. Volgens de profeet Mohammed kan dat elke schone plek zijn. In de context van rondtrekkende nomaden waren enkele lijnen in het zand al genoeg. Toch ontstonden al snel vaste gebedsplaatsen: eenvoudige huizen waar de eerste moslimgemeenschappen samenkwamen. Met weinig rituele objecten nodig voor het gebed, waren die ruimtes sober ingericht. Ze hadden wel allemaal een muur die de gebedsrichting naar Mekka aangaf (qibla), in het geval van moskeeën in Antwerpen dus naar het oosten.
Onder invloed van verschillende islamitische dynastieën groeiden moskeeën uit tot indrukwekkende gebouwen. De mihrab (nis in de qiblamuur), de minbar (preekstoel), koepels en minaretten (hoge, smalle torens) werden vaste elementen. De architectuur werd sterk beïnvloed door lokale bouwstijlen en religieuze stromingen, wat leidde tot een rijke variatie aan vormen en stijlen.
Nieuwbouwmoskeeën
Het aantal nieuwbouwmoskeeën bleef in Vlaanderen beperkt. Financiële beperkingen, bouwvoorschriften en maatschappelijke weerstand spelen daarbij een rol. Waar wel nieuwbouw plaatsvond, werd vaak gekozen voor zogenaamde heimweemoskeeën: gebouwen die qua stijl verwijzen naar het land van herkomst, met herkenbare elementen zoals koepels en minaretten, zoals de Pakistaanse moskee Noor Ul Haram in de Van Kerckovestraat.
Intussen groeit een nieuwe generatie moslims op in Vlaanderen. Hun visie op moskeebouw verschilt van die van hun ouders: minder gericht op nostalgie, meer op integratie in het straatbeeld. In recente projecten zie je dan ook een aanzet tot een nieuwe, eigentijdse moskee-architectuur: herkenbaar, maar ingebed in de stedelijke context. Een voorbeeld is de Mehmet Akif-moskee in de Dendermondestraat.
x
Verklaring: een beweging in de zestiende eeuw die de Rooms-Katholieke Kerk wilde verbeteren. Dat leidde echter niet tot de gewenste hervormingen, maar tot een kerksplitsing: de protestanten scheidden zich af van de Katholieke Kerk.
Jodendom
Van geheime bijeenkomsten tot officiële erkenning
De joodse aanwezigheid in Antwerpen gaat terug tot de middeleeuwen, al was openlijke geloofsbeleving toen vaak onmogelijk. In de dertiende en veertiende eeuw kwamen joden samen in privéwoningen of geheime ruimtes. Ook in de zestiende eeuw kwamen heel wat joden naar Antwerpen. Die Sefardische joden werden verbannen uit Spanje en Portugal. Hoewel zij officieel afstand hadden gedaan van hun geloof bleven ze in het geheim de joodse rituelen uitvoeren in allerlei achterkamers.
Pas in de negentiende eeuw, na de Franse Revolutie en de Belgische Onafhankelijkheid, kregen joden burgerrechten en godsdienstvrijheid. In 1831 werd het jodendom officieel erkend in België. Dat leidde tot de oprichting van de eerste gebedsruimtes, zoals de Salvatorkapel in de Grote Pieterpotstraat, die in 1846 werd ingericht als synagoge. Het was een eenvoudig omgebouwd christelijk gebouw, maar betekende een belangrijke stap naar zichtbaarheid.
Voorschriften en architectuur
In de Tora en de Talmoed zijn er geen strikte bouwvoorschriften waaraan een synagoge moet voldoen. Enkele religieuze elementen zijn wel essentieel: er wordt gebeden in de richting van Jeruzalem, er moet een torarol aanwezig zijn en voor bepaalde religieuze handelingen zijn tien joodse mannen nodig die de bar mitswa-leeftijd (13 jaar) hebben bereikt. Zonder voorbeelden uit de antieke Joodse beschaving moest men op zoek naar een nieuwe bouwtypologie die de Israëlische identiteit uitdrukte.
De bouw van de drie grote synagogen die tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw in Antwerpen, Brussel en Luik werden gebouwd, is geïnspireerd op de Franse synagoge-architectuur. Die gebruikt de typologie van de basilica : een hal in drie delen, met een ontmoetingsruimte vooraan en een halfronde nis. Stilistisch grepen architecten naar de romano-byzantijnse stijl (zoals in Frankrijk) en de Moorse of oriëntaalse stijl (zoals in Duitsland) om naar het oosterse karakter van de religie te verwijzen. De eerste nieuwbouwsynagoge in Antwerpen was de monumentale Hollandse synagoge in de Bouwmeestersstraat, ontworpen door Joseph Hertogs uit 1893 in oriëntaals-eclectische stijl en met een basilicale plattegrond.
Monumentale synagogen
In het begin van de twintigste eeuw groeide de gemeenschap sterk en werd ze diverser in zowel rituelen als afkomst. Dat leidde tot de bouw van meerdere synagogen met elk hun eigen stijl. Naast de Hollandse synagoge kwamen er nog drie monumentale synagogen bij: de Grote synagoge in de Oostenstraat (1913), de Portugese synagoge Beth Moshe in de Hoveniersstraat (1913) en de Romi Goldmuntz synagoge in de Van de Nestlei (1958). Daarnaast ontstonden tientallen kleinere synagogen en leerhuizen in de Joodse wijk rond de Lange Leemstraat en de diamantwijk. Vaak zijn ze ondergebracht in verbouwde huizen. De nadruk ligt er op de religieuze beleving en gemeenschapszin van de orthodoxe en chassidische gemeenschappen.
Orthodox christendom
Recente aanwezigheid
In vergelijking met andere christelijke stromingen is de geschiedenis van de orthodoxe kerken in Antwerpen relatief jong. De eerste orthodoxe gelovigen zouden Griekse zeelieden in de zeventiende eeuw zijn geweest. Hun gemeenschap groeide uit tot de Griekse orthodoxe parochie die sinds 1900 samenkwam in de Boodschap van de Moeder Gods-kerk.
In de jaren 1920 volgden ook Russisch-orthodoxe migranten, die na de Russische Revolutie naar West-Europa vluchtten. In Antwerpen ontstonden meerdere kleine parochies, vaak zonder eigen kerkgebouw. In 1999 werden die samengevoegd tot de parochie van Christus’ Geboorte, die sindsdien onderdak vindt in de voormalige Sint-Jozefskerk aan de Loosplaats; een neoromaans, oorspronkelijk rooms-katholiek gebouw uit 1868.
Orthodox christendom in het Antwerpen van 2025
Vandaag is de orthodoxe gemeenschap in Antwerpen etnisch en cultureel zeer divers. Naast Griekse en Russische parochies zijn er ook Roemeense, Servische, Georgische en Syrische orthodoxe gemeenschappen actief. Samen vormen zij een levendig en groeiend onderdeel van het religieuze landschap van de stad.
Anglicaans christendom
Engelse afsplitsing van de Rooms-Katholieke Kerk
Rond dezelfde periode als de Reformatie op het vasteland van Europa ontstond in Engeland het anglicanisme. In 1534 brak koning Hendrik VIII met paus Clemens VII, wat leidde tot de oprichting van de Anglicaanse Kerk, een tussenvorm tussen protestantisme en katholicisme. Door haar rol als wereldhaven waren er in Antwerpen al vroeg anglicaanse gelovigen, maar onder Spaans bewind werden die gelovigen met wantrouwen bekeken. In de zeventiende en achttiende eeuw was hun aanwezigheid beperkt tot enkele individuen zonder vaste eredienstlocatie.
Eigen anglicaanse kerken
Pas met de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 vestigden zich opnieuw Britten in de stad. Eerst hielden zij hun diensten in de Beurs en later in de Annuntiatiekerk. Tussen 1821 en 1910 gebruikten ze ook de Huidevetterskapel. De groei van de Britse gemeenschap leidde in 1910 tot de bouw van de Sint-Bonifaciuskerk in de Grétrystraat.
Protestants christendom
Bestaande kerken zonder hun beelden
Als bloeiende handelsstad met een internationaal karakter trok Antwerpen in de zestiende eeuw veel reizigers en denkers aan. De stad beschikte over een goed ontwikkelde drukpers, waardoor ideeën zich snel konden verspreiden. Bovendien heerste er een relatief open intellectueel klimaat. Die omstandigheden maakten van Antwerpen een vruchtbare voedingsbodem voor de verspreiding van nieuwe religieuze ideeën. Het groeiende ongenoegen over de Rooms-Katholieke Kerk leidde tot spanningen die uiteindelijk uitmondden in de Beeldenstorm van 1566 en de doorbraak van het protestantisme. Tussen 1577 en 1585 had de stad een calvinistisch stadsbestuur. Kerken werden heringericht voor de protestantse erediensten en in 1581 werd het katholicisme tijdelijk verboden.
Geheime huiskerken
In 1585 voerde de Spaanse overheerser het katholicisme opnieuw in als enige godsdienst, waardoor veel protestanten vluchtten naar de noordelijke Nederlandse provincies. Wie bleef, moest in het geheim samenkomen in zogenaamde huiskerken.
In de zeventiende en achttiende eeuw bleef het protestantisme marginaal en ondergronds. De gemeenschap noemde zich de Brabantse Olijfberg en hield haar bijeenkomsten in het geheim. Pas in de negentiende eeuw werd het protestantisme opnieuw wettelijk erkend. In 1821 werd de voormalige kloosterkerk aan de Lange Winkelstraat ingericht als protestantse kerk. Doorheen de jaren onderging het kerkgebouw van de Brabantse Olijfberg verschillende aanpassingen, waarbij het interieur een sobere, protestantse uitstraling kreeg, die tot op vandaag bewaard is gebleven.
Protestantisme in het Antwerpen van 2025
Vandaag is het protestantisme in Antwerpen heel divers, met internationale en multiculturele geloofsgemeenschappen. Vele van hen maken gebruik van herbestemde gebouwen, zoals de voormalige cinema Rubens in de Carnotstraat die werd omgevormd tot gebedsruimte door een evangelische gemeente. De protestantse kerk Bex is daarop een uitzondering. Die werd specifiek vanuit een christelijk-protestantse inspiratie ontworpen in een sobere, neoromaanse stijl.
Door de nabijheid van de haven heeft Antwerpen in alle tijden mensen van over de hele wereld aangetrokken. Ook van de andere geloofsvormen vind je in de stad gebedshuizen in hun eigen stijl.
Katholiek christendom
Het katholieke christendom was het langst en meest dominant aanwezig in Antwerpen. Doorheen de geschiedenis van de stad werden talrijke religieuze gebouwen gebouwd. Van bijna alle stijlperiodes is er een architecturaal voorbeeld in de stad. Met de gotische en barokke kerken behoren we tot de wereldtop.
Het begin in het Midden-Oosten en in Antwerpen
Het christendom ontstond in de eerste eeuw na Christus in het Midden-Oosten en verspreidde zich snel binnen het Romeinse Rijk. In de beginperiode werden christenen vaak vervolgd. Daarom kwamen ze in het geheim samen in huiskerken. Dat veranderde in 313, toen keizer Constantijn met het Edict van Milan godsdienstvrijheid invoerde. Kort daarna begonnen christenen met de bouw van officiële kerken, vaak geïnspireerd op de basilica: een rechthoekige hal met een apsis. De kerken werden gebouwd zodat het altaar naar het oosten gericht stond: in de richting waar de zon opkomt. Het christendom werd in 380 tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk verheven en wordt meer en meer geïntegreerd in de staatsstructuren. Kerken worden stilaan weelderiger en naarmate het geloof zich verder verspreidde ontstonden ook regionale bouwstijlen.
In de vroege middeleeuwen arriveerden de eerste missionarissen in Antwerpen. Onder andere de Heilige Amandus, de Heilige Willibrordus en de Heilige Fredegandus kwamen naar hier om de lokale bevolking tot het christendom te bekeren. Tegen de elfde eeuw was het geloof stevig verankerd en ontstonden de eerste kerkgebouwen. De ontwikkeling ervan weerspiegelt zowel de groei van de stad als de evolutie van de architectuur.
Romaanse en gotische stijl
De oudst bewaarde kerkelijke bouwfragmenten zijn romaans. In de Sint-Pauluskerk zijn funderingen en muurresten van de romaanse voorganger teruggevonden tijdens archeologische opgravingen. Tussen de dertiende en de zestiende eeuw groeide Antwerpen snel en daarmee ook het aantal kerken. De kathedraal, de Sint-Jacobskerk, de Sint-Andrieskerk en de Sint-Pauluskerk zijn in die periode in gotische stijl gebouwd.
Beeldenstorm: van rijkdom naar verbod op beeldvorming
In de zestiende eeuw werd Antwerpen een broeihaard van religieuze vernieuwing. De ideeën van hervormers zoals Luther en Calvijn vonden er snel ingang. De opkomst van het protestantisme had grote gevolgen voor de katholieke kerken. De beeldenstorm van 1566 vernielde veel interieurs en tijdens het calvinistische bewind (1577-1585) werd de rooms-katholieke godsdienst officieel verboden. Heel wat kerken werden omgevormd tot protestantse gebedsruimtes. De architectuur sprak voor zich, zonder beelden, schilderijen en andere visualisaties uit de Bijbel.
Barokke stijl
Na de herovering door de Spanjaarden in 1585 werd het katholicisme als officiële godsdienst hersteld. De barokke kerken uit die periode, zoals de Sint-Carolus Borromeuskerk, moesten met hun rijke decoratie en theatrale stijl het geloof kracht bijzetten. Ook de oprichting van vele nieuwe klooster(orde)s, zoals het Karmelietessenklooster aan de Rosier en het Annuntiatenklooster speelde een belangrijke rol in de contrareformatie . Het waren centra van hernieuwde geloofsbeleving, onderwijs en liefdadigheid, waarmee de Katholieke Kerk haar invloed versterkte.
Nieuwe functies voor kerkelijke gebouwen
Onder Oostenrijks en Frans bewind in de achttiende eeuw werd de macht van de Kerk ingeperkt. Veel religieuze instellingen moesten sluiten en hun gebouwen kregen een nieuwe functie. Zo werd een deel van het minderbroederklooster de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en de kapel van het Sint-Julianusgasthuis werd eerst gebruikt als opslagplaats en later omgevormd tot galerie De Zwarte Panter. Pas in 1801 sloot Napoleon een concordaat met paus Pius VII, waardoor de katholieke eredienst opnieuw werd toegelaten, zonder dat de kerk haar oude privileges terugkreeg.
Van neoromaanse en neogotische stijl tot art deco en modernisme
In de negentiende eeuw breidde de stad zich uit buiten de stadsomwalling . Nieuwe parochiekerken werden gebouwd, vaak in neoromaanse en vooral neogotische stijl, geïnspireerd op de middeleeuwen als het symbool van ware gelovigheid. De Sint-Amanduskerk en de Sint-Joriskerk zijn daar mooie voorbeelden van.
Tijdens het interbellum (periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog) maakten de neostijlen plaats voor sobere, functionele kerken, beïnvloed door modernisme en art deco. Die kerken, zoals de Onze-Lieve-Vrouw Middelares en Heilige Lodewijkkerk in Berchem en de Christus Koningkerk in de Tentoonstellingswijk, weerspiegelden de veranderende tijdsgeest en bouwtechnieken.
Na de Tweede Wereldoorlog leidde het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) tot een nieuwe visie op de beleving van het katholieke geloof en de kerkbouw. De nadruk lag op actieve deelname van gelovigen, met centraal geplaatste altaren, open plattegronden en moderne materialen. In de naoorlogse wijken werden eigentijdse kerken gebouwd zoals de Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstand in Deurne, de Sint-Jan Berchmanskerk in Borsbeek en de Sint-Anna-ten-Drieënkerk op Linkeroever.
Kerken als cultureel erfgoed
Vanaf de jaren 1980 werden in Antwerpen geen nieuwe katholieke kerken meer gebouwd. Tegelijkertijd daalde het kerkbezoek. Dat had impact op de ruim zeventig parochiekerken en vele kloosters die de stad telt: steeds meer kwamen leeg te staan.
Kerkgebouwen zijn voor velen, ook niet-gelovigen, meer dan alleen gebedshuizen. Ze maken deel uit van het straatbeeld, het collectieve geheugen en het culturele erfgoed. Sloop voelt als een verlies van identiteit en ook herbestemming ligt soms gevoelig. Het vraagt overleg met alle betrokkenen en een breed gedragen visie.
Sinds 2025 zijn gemeenten verplicht een kerkenbeleidsplan op te stellen. Daarin wordt onderzocht of een kerk haar religieuze functie behoudt, eventueel voor een andere geloofsgemeenschap, of een nieuwe of gedeelde invulling krijgt. Multifunctioneel gebruik of volledige herbestemming zijn mogelijk, maar het is niet altijd gemakkelijk om de nodige financiële middelen te vinden, zoals het herbestemmingstraject van de Sint-Jan Evanglistkerk aantoont.
In Antwerpen zijn al verschillende voorbeelden van herbestemming te vinden. De Sint-Augustinuskerk werd een concertzaal, de Onze-Lieve-Vrouw van Gratiekerk een theaterfoyer. Sommige kerken blijven deels in gebruik als religieuze plaats, zoals de Sint-Amanduskerk, die ook dienstdoet als multifunctionele ruimte voor Fundament 2060. Andere kerken worden gedeeld door verschillende, of in gebruik genomen door nieuwe, christelijke geloofsgemeenschappen. Voorbeelden zijn de Onze-Lieve-Vrouw Altijddurende Bijstandskerk (in gebruik door de Chaldeeuwse gemeenschap) en de Heilig Hartkerk (in gebruik voor de rooms-katholieke eredienst en door de Belarussische Grieks-katholieke gemeenschap). De monumentale kerken van de stad zijn al lang deels kerk en deels museum.
Antwerpen telt vandaag zo’n 380 actieve geloofsgemeenschappen. Die religieuze diversiteit is niet helemaal nieuw. Al in de zestiende eeuw woonden katholieken, protestanten van verschillende gezindten en joden in Antwerpen naast elkaar. Soms vreedzaam, soms in conflict. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een versnelling in de religieuze diversiteit met de komst van christelijk-orthodoxe kerken zoals de Griekse en Russische en van de islam. Ook zogenaamde oosterse religies als het hindoeïsme en boeddhisme vonden geleidelijk ingang in de westerse samenleving. Tegelijkertijd nam ook de verscheidenheid binnen de verschillende geloofsgroepen zelf toe. Denk maar aan de soenitische, de sjiitische en de alevitische moslims en de verschillende substromingen daaronder. Of aan de verschillende ultraorthodoxe joodse gemeenschappen. Of aan de vele pinkstergemeenschappen en andere orthodoxe kerken binnen het christendom.
Vlaanderen evolueerde in de twintigste eeuw van een voornamelijk christelijk-katholieke regio naar een diverse, multireligieuze samenleving. Het katholicisme is nog steeds de grootste religie, maar door secularisering en ontzuiling verloor ze haar dominante positie. Tegelijk zorgden migratie en globalisering voor een groeiende levensbeschouwelijke diversiteit, religieus en niet-religieus. Het rijke religieuze landschap van vandaag kent erkende religieuze en niet-religieuze levensbeschouwingen:
de rooms-katholieke, de protestants-evangelische, de israëlitische (de joodse) de anglicaanse, de islamitische en de christelijk-orthodoxe zijn erkend als eredienst.
het vrijzinnig humanisme is erkend als niet-religieuze levensbeschouwing en voor het boeddhisme loop een gelijksoortige erkenning.
Al die gemeenschappen zijn verenigd rond rituele objecten en gebruiken en komen samen in al dan niet speciaal daartoe gebouwde ‘tempels’ waar ze hun cultus kunnen beleven. In wat volgt gaan we in op de architecturale neerslag van die levensbeschouwingen. Onder de titel ‘Heilige huisjes’ willen we tijdens deze Open Monumentendag de religieuze gebouwen van verschillende religies onder de aandacht brengen.
Antwerpen is vandaag een levendige mozaïek van levensbeschouwingen, van katholiek tot moslim, van boeddhist tot vrijzinnig humanist. Maar hoe kwamen we daar? En hoe zie je dat rijke verleden vandaag in het stadsbeeld?
Waar de stad ooit een bastion van het rooms-katholicisme was, groeide ze door eeuwen van migratie, secularisering en globalisering uit tot een spiritueel diverse metropool. Met maar liefst 380 actieve geloofsgemeenschappen weerspiegelt Antwerpen een ongeziene rijkdom aan religieus en filosofisch erfgoed. Van statige kathedralen tot sobere huiskerken, van kleurrijke moskeeën tot verborgen vrijmetselaarstempels: elk gebouw vertelt zijn eigen verhaal van geloof, gemeenschap, strijd en verandering.