De meeste broeikasgassen komen vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen, onder andere in het verkeer. Het openbaar vervoer produceert gemiddeld minder emissie per passagierskilometer en creëert minder filevorming. Bovendien is het voor iedereen toegankelijk. Sinds 2019 koopt De Lijn enkel nog bussen met groene aandrijving. Tegen 2025 wil ze ervoor zorgen dat enkel nog groene bussen in de stedelijke omgeving rijden.
Duurzaamheidsdoelstellingen
Diksmuidelaan 42, 2600 Berchem
Paardentram
De eerste paardentram reed in 1873 tussen de Meirbrug en de Sint-Willibrorduskerk in Berchem. In 1899 werd de ‘Compagnie Générale des Tramways d’Anvers’ opgericht die begint met de overname van de verschillende Antwerpse paardentrambedrijven. Op 5 oktober 1911 kocht het bedrijf een terrein aan de Diksmuidelaan voor de bouw van een tramloods. Het is de enige bewaarde stelplaats van voor de Eerste Wereldoorlog. Het gebouw was in gebruik van 1913 tot 1997. Er was plaats om zo’n 140 twee-assige voertuigen onder te brengen en te rangeren. In 1965 is de sporensituatie in de loods aangepast zodat de trams in lusvorm konden in- en uitrijden.
Architectuur
Achter de blinde neoclassicistische gevel bevindt zich een hal. De dakstructuur is opgebouwd uit geklonken vakwerkliggers en spanten. Ze rusten op gietijzeren blokken en gemetselde steunen. De bouw van een overspanning van 75 meter was in het begin van de eeuw een niet te onderschatten prestatie. De bekabeling en stroomtoevoer voor de trolleys van de tramstellen waren opgehangen onderaan houten geleiders en zijn nog bewaard. Ook een deel van de oorspronkelijke vloer - bestaande uit bakstenen op hun kant - is nog aanwezig. Ook de werkput en de steunen onder de tramsporen zijn nog te zien. De smidse bevindt zich in een driezijdig bijgebouwtje in één van de hoeken van het gebouw. Het is bewaard met de volledige uitrusting: een gemetselde haard, ijzeren rookkap, blaasinstallatie voor het aanwakkeren van de haard, werkbank, slijpsteen en aambeeld.
Tram- en Autobusmuseum
Sinds 2000 is in het gebouw de collectie van het Vlaams Tram- en Autobusmuseum ondergebracht. Het museum is gewijd aan de geschiedenis van het openbaar vervoer in Vlaanderen. Er staan 55 trams en bussen. Het oudste voertuig is een stoomtramrijtuig uit 1899. Er is ook een documentatiecentrum en archief.
Vlaams Tram- en Autobusmuseum
Duurzaamheidsdoelstellingen
De meeste broeikasgassen komen vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen, onder andere in het verkeer. Het openbaar vervoer produceert gemiddeld minder emissie per passagierskilometer en creëert minder filevorming. Bovendien is het voor iedereen toegankelijk. Sinds 2019 koopt De Lijn enkel nog bussen met groene aandrijving. Tegen 2025 wil ze ervoor zorgen dat enkel nog groene bussen in de stedelijke omgeving rijden.
Architectuur
Achter de blinde neoclassicistische gevel bevindt zich een hal. De dakstructuur is opgebouwd uit geklonken vakwerkliggers en spanten. Ze rusten op gietijzeren blokken en gemetselde steunen. De bouw van een overspanning van 75 meter was in het begin van de eeuw een niet te onderschatten prestatie. De bekabeling en stroomtoevoer voor de trolleys van de tramstellen waren opgehangen onderaan houten geleiders en zijn nog bewaard. Ook een deel van de oorspronkelijke vloer - bestaande uit bakstenen op hun kant - is nog aanwezig. Ook de werkput en de steunen onder de tramsporen zijn nog te zien. De smidse bevindt zich in een driezijdig bijgebouwtje in één van de hoeken van het gebouw. Het is bewaard met de volledige uitrusting: een gemetselde haard, ijzeren rookkap, blaasinstallatie voor het aanwakkeren van de haard, werkbank, slijpsteen en aambeeld.
Tram- en Autobusmuseum
Sinds 2000 is in het gebouw de collectie van het Vlaams Tram- en Autobusmuseum ondergebracht. Het museum is gewijd aan de geschiedenis van het openbaar vervoer in Vlaanderen. Er staan 55 trams en bussen. Het oudste voertuig is een stoomtramrijtuig uit 1899. Er is ook een documentatiecentrum en archief.
Paardentram
De eerste paardentram reed in 1873 tussen de Meirbrug en de Sint-Willibrorduskerk in Berchem. In 1899 werd de ‘Compagnie Générale des Tramways d’Anvers’ opgericht die begint met de overname van de verschillende Antwerpse paardentrambedrijven. Op 5 oktober 1911 kocht het bedrijf een terrein aan de Diksmuidelaan voor de bouw van een tramloods. Het is de enige bewaarde stelplaats van voor de Eerste Wereldoorlog. Het gebouw was in gebruik van 1913 tot 1997. Er was plaats om zo’n 140 twee-assige voertuigen onder te brengen en te rangeren. In 1965 is de sporensituatie in de loods aangepast zodat de trams in lusvorm konden in- en uitrijden.
Diksmuidelaan 42, 2600 Berchem
Vlaams Tram- en Autobusmuseum