Léon Stynen ontwierp een aantal paviljoenen voor de wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen. In 1932 kocht hij in de nieuwe wijk een hoekperceel en bouwde er zijn eigen modernistische woning met atelier. De huidige bewoners leiden je rond.
Start: 10.30, 11.30, 13.30 en 14.30 uur, enkel na inschrijving
Duur: 45 minuten
Léon Stynen
Een architectenwoning is de materiële neerslag van de persoonlijke ideeën en ontwerpfilosofie van de architect. Léon Stynen maakt in zijn woning gebruik van de verworvenheden van het nieuwe bouwen: een vlakke, sobere vormgeving van de gevel, het staalskelet en de vrije planindeling, het bandraam en het dakterras. In de bijna 60 jaar dat Stynen hier woonde, heeft hij het huis regelmatig aangepast aan de behoeften en mode van het moment. Het huidige interieur vermengt elementen van het oorspronkelijke interieur van de jaren ‘30 met aanpassingen uit de jaren ‘50 en ‘60. Toen Stynens weduwe de woning in 1996 verkocht, wilde de nieuwe eigenaar ze restaureren. De aanpak stelde Driesen-Meersman-Thomaes architecten voor de vraag of ze het huis in zijn oorspronkelijke staat moesten terugbrengen of de veranderingen die de architect aan zijn eigen creatie had aangebracht behouden.
René Guiette
Op het gelijkvloers bevonden zich de werkruimten met ingang langs de Volhardingstraat. In de hal bracht René Guiette in 1937 een muurschildering aan. Links van de gang lag de tekenzaal en rechts een kleine ontvangstruimte. In de jaren ‘60 werd de tekenzaal versmald voor de uitbreiding van de garage. Ze kreeg ook een nieuwe functie als conciërgewoning. Bij de restauratie werden de tussenwanden die voor de inrichting daarvan waren aangebracht verwijderd.
De ingemaakte kast uit de jaren ‘30 in de ontvangstruimte en de schildering van René Guiette bleven bewaard. De schilder had zijn werk waarschijnlijk rechtstreeks op de bezetting aangebracht waardoor op heel wat plaatsen de verf was losgekomen. Door bij de restauratie lijm tussen de verflaag en de wand te injecteren, zijn de losse stukken terug vastgezet. Grote beschadigingen werden bijgewerkt en de hele schildering werd gereinigd. De oorspronkelijke keramische vloertegels zijn verdwenen samen met de authentieke wandafwerking.
Monumentale inkomhal
Het privégedeelte kreeg een afzonderlijke toegang aan de Camille Huysmanslaan. De centrale spiltrap leidde naar de woonvertrekken op de eerste en de slaapvertrekken op de tweede verdieping. De traphal met marmeren vloer, wandbezetting en ijzeren trapleuning is een gaaf bewaard ensemble uit de jaren ‘50 en bleef behouden zoals ze was.
Leef- en eetruimte
De leefruimte op de eerste verdieping is langs 3 zijden voorzien van grote raampartijen. Om de lichtinval niet te belemmeren, plaatste Stynen de radiatoren haaks. Ze zijn nog voorzien van hun oorspronkelijke platen in gele travertijn . Dezelfde steen is gebruikt voor de afdekking van de bibliotheekkasten. Oorspronkelijk waren de wanden bekleed met jute, maar deze afwerking werd in 1939 vervangen door een olieverfschildering. De kleurstelling, donkerbruin in het eetgedeelte en lichtblauw in het zitgedeelte, bleef tot vandaag behouden. Ook de eiken parketvloer en een aantal ingebouwde houten meubelen zijn behouden. De oorspronkelijke CUBEX-keuken is nog steeds bewaard.
Slaapvertrekken
De slaapvertrekken op de bovenste verdieping bestonden oorspronkelijk uit 4 op het oosten gerichte kamers. In 1960 wijzigde Stynen de indeling. Dankzij het staalskelet was dat mogelijk zonder constructieve problemen. Deze nieuwe indeling bleef na de restauratie behouden. De badkamers werden wel vernieuwd.
Enkel toegankelijk met gids, na inschrijving
Architectenwoning Léon Stynen, Camille Huysmanslaan 85, 2020 Antwerpen
Wat is er te doen in de architectenwoning van Léon Stynen?
René Guiette
Op het gelijkvloers bevonden zich de werkruimten met ingang langs de Volhardingstraat. In de hal bracht René Guiette in 1937 een muurschildering aan. Links van de gang lag de tekenzaal en rechts een kleine ontvangstruimte. In de jaren ‘60 werd de tekenzaal versmald voor de uitbreiding van de garage. Ze kreeg ook een nieuwe functie als conciërgewoning. Bij de restauratie werden de tussenwanden die voor de inrichting daarvan waren aangebracht verwijderd.
De ingemaakte kast uit de jaren ‘30 in de ontvangstruimte en de schildering van René Guiette bleven bewaard. De schilder had zijn werk waarschijnlijk rechtstreeks op de bezetting aangebracht waardoor op heel wat plaatsen de verf was losgekomen. Door bij de restauratie lijm tussen de verflaag en de wand te injecteren, zijn de losse stukken terug vastgezet. Grote beschadigingen werden bijgewerkt en de hele schildering werd gereinigd. De oorspronkelijke keramische vloertegels zijn verdwenen samen met de authentieke wandafwerking.
Monumentale inkomhal
Het privégedeelte kreeg een afzonderlijke toegang aan de Camille Huysmanslaan. De centrale spiltrap leidde naar de woonvertrekken op de eerste en de slaapvertrekken op de tweede verdieping. De traphal met marmeren vloer, wandbezetting en ijzeren trapleuning is een gaaf bewaard ensemble uit de jaren ‘50 en bleef behouden zoals ze was.
Leef- en eetruimte
De leefruimte op de eerste verdieping is langs 3 zijden voorzien van grote raampartijen. Om de lichtinval niet te belemmeren, plaatste Stynen de radiatoren haaks. Ze zijn nog voorzien van hun oorspronkelijke platen in gele travertijn . Dezelfde steen is gebruikt voor de afdekking van de bibliotheekkasten. Oorspronkelijk waren de wanden bekleed met jute, maar deze afwerking werd in 1939 vervangen door een olieverfschildering. De kleurstelling, donkerbruin in het eetgedeelte en lichtblauw in het zitgedeelte, bleef tot vandaag behouden. Ook de eiken parketvloer en een aantal ingebouwde houten meubelen zijn behouden. De oorspronkelijke CUBEX-keuken is nog steeds bewaard.
Slaapvertrekken
De slaapvertrekken op de bovenste verdieping bestonden oorspronkelijk uit 4 op het oosten gerichte kamers. In 1960 wijzigde Stynen de indeling. Dankzij het staalskelet was dat mogelijk zonder constructieve problemen. Deze nieuwe indeling bleef na de restauratie behouden. De badkamers werden wel vernieuwd.
Léon Stynen
Een architectenwoning is de materiële neerslag van de persoonlijke ideeën en ontwerpfilosofie van de architect. Léon Stynen maakt in zijn woning gebruik van de verworvenheden van het nieuwe bouwen: een vlakke, sobere vormgeving van de gevel, het staalskelet en de vrije planindeling, het bandraam en het dakterras. In de bijna 60 jaar dat Stynen hier woonde, heeft hij het huis regelmatig aangepast aan de behoeften en mode van het moment. Het huidige interieur vermengt elementen van het oorspronkelijke interieur van de jaren ‘30 met aanpassingen uit de jaren ‘50 en ‘60. Toen Stynens weduwe de woning in 1996 verkocht, wilde de nieuwe eigenaar ze restaureren. De aanpak stelde Driesen-Meersman-Thomaes architecten voor de vraag of ze het huis in zijn oorspronkelijke staat moesten terugbrengen of de veranderingen die de architect aan zijn eigen creatie had aangebracht behouden.
Enkel toegankelijk met gids, na inschrijving
Léon Stynen ontwierp een aantal paviljoenen voor de wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen. In 1932 kocht hij in de nieuwe wijk een hoekperceel en bouwde er zijn eigen modernistische woning met atelier. De huidige bewoners leiden je rond.
Start: 10.30, 11.30, 13.30 en 14.30 uur, enkel na inschrijving
Duur: 45 minuten
Wat is er te doen in de architectenwoning van Léon Stynen?
Architectenwoning Léon Stynen, Camille Huysmanslaan 85, 2020 Antwerpen