Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over turnen
Franklin Rooseveltplaats 11, 2060 Antwerpen
Atheneum
Antwerpen
Het Koninklijk Atheneum is een gebouw in eclectische stijl met neorenaissance inslag. Het is ontworpen door Pieter Dens, die van 1863 tot 1884 stadsbouwmeester was. In die hoedanigheid bouwde hij een twaalftal scholen. De plannen voor het Atheneum voltooide hij in 1880. De bouw begon twee jaar later. Het monumentale complex bestaat uit vleugels rond twee rechthoekige speelplaatsen. In 1884 werd het voorste gedeelte aan de Franklin Rooseveltplaats ingewijd. Het pensionaat, het aansluitend gedeelte aan de Pijlstraat, werd in 1887 in gebruik genomen. In 1896 werd het pensionaat afgeschaft en nam de Rijksmiddelbare school haar intrek in het gebouw.
In de middenvleugel van het gebouw, evenwijdig met de Franklin Rooseveltplaats, bevindt zich de turnzaal met schilddak, opengewerkte houten spanten en hooggeplaatste segmentboogvensters. De monumentale, degelijk uitgeruste turnzaal is goed bewaard. Op het moment van de oprichting had het Atheneum al een lange traditie op turngebied. Sinds 1846, vier jaar voor turnen een verplicht vak werd, werd er al geturnd in de school die toen nog gevestigd was in het huis Moelnere aan de Sint-Jacosmarkt. Joseph Isenbaert is de man die turnen in Antwerpen introduceerde. Hij was er turnleraar en gaf dagelijks een uurtje gratis les aan de leerlingen die dat wilden.
Er is nog weinig onderzoek verricht naar de typologie en evolutie van turnzalen, maar het is tijdens de carrière van Pieter Dens dat het prototype tot stand kwam. De (lagere) scholen die hij in de jaren 1860 onder andere in de Markgravelei, Sint-Elisabethstraat en Boerhavestraat bouwde waren nog niet voorzien van een turnzaal. Hier werd meestal in de jaren 1880 een turnzaal bijgebouwd naar ontwerp van Gustave Royers. In de jaren 1870, nog voor turnen in 1879 een verplicht vak werd in het lager onderwijs, was de turnzaal stilaan een vast onderdeel in de schoolontwerpen van Dens. Het waren eenbeukige zalen met houten lambrisering en open houten dakspanten. Ze werden via dakvensters en/of door hoog geplaatste rondboogramen in de zijgevel verlicht. De kleedkamer bevond zich meestal achteraan de zaal. Van de school in de Provinciestraat, gebouwd in 1878 is geweten dat turnvader Louis Cuperus instond voor de inrichting. In 1879-81 zou Guillaume Docx regels vastleggen voor de inrichting van turnzalen in officiële scholen. De zalen die daarvoor reeds door Dens zijn gebouwd beantwoorden daar al in grote lijnen aan.
Door de aanwezigheid van een aantal markante figuren zou Antwerpen tot de jaren 1930 het centrum van het Duitse turnen zijn, zowel in het verenigingsleven als in de scholen. Turnen werd in Antwerpen geïntroduceerd door Joseph Isenbaert. Hij had zijn diploma turnleraar in Duitsland gehaald en keerde in 1839 naar Antwerpen terug. Hier zou hij de eerste turn- en schermvereniging van het land oprichten, de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers (1839). Leden waren afkomstig uit de Antwerpse hogere burgerij. In 1846 werd Isenbaert aangesteld als turnleraar in het stedelijk atheneum. Later gaf hij onder andere ook turnles aan de handelsschool Sint-Ignatius, de Duitse school en verschillende Antwerpse privéscholen. In functie van zowel zijn private als schoolse turnlessen richtte hij in 1853 met eigen middelen een moderne turnzaal in op de Meir.
De Duitser Jacob Happel was turnleider in Isenbaerts Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers. Op zijn vraag werkte hij het Duitse systeem verder uit. Daarnaast verbeterde hij verschillende turntoestellen, waaronder het paard en de bok. Hij wordt aanzien als een van de grondleggers van het moderne turnen. In 1872 werd onder zijn leiding een nieuwe turnzaal gebouwd aan de Kunstlei, de huidige Frankrijklei.
Nicolaas Jan Cupérus was lid van de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers en leerling van Isenbaert aan het Atheneum. In 1865 was hij medeoprichter van de Belgische Turnbond en in 1881 was hij stichtend voorzitter van het Bureau des Fédérations Européennes de Gymnastique (nu Fédération Internationale de Gymnastique). In 1868 lag hij mee aan de basis van de Gymnastische Volkskring. Die ontstond uit de idee om naast de elitaire Société Gymnastique een Nederlandstalige turnvereniging voor volksmensen op te richten vanuit de overtuiging dat het een nuttig alternatief bood voor cafébezoek. Als lid van de commissies van Openbaar Onderwijs en van Openbare Gezondheid ijverde Cupérus voor de invoering van gymnastiek- en zwemonderwijs.
In 1850 werd turnen een verplicht vak in het middelbaar onderwijs en in 1879 ook in het lager onderwijs. Antwerpen was vooruit op de officiële wetgeving. Onder invloed van Isenbaert was in de loop van de jaren 1840 het turnen in de meeste middelbare scholen een feit geworden. Tussen 1850 en 1860 werden ook in bijna alle gemeentelijke basisscholen eenvoudige bewegingsoefeningen gegeven. Tegen 1882 waren veel scholen ook al goed uitgerust voor deze turnlessen, want tijdens de bondsfeesten, georganiseerd door de Antwerpse Bondsvereniging, werden ze hiervoor gelauwerd. De zalen waren ingericht naar het voorbeeld van de turnzaal die Cupérus in 1878 had ingericht in de gemeentelijke meisjesschool van de Provinciestraat. Buiten de schooluren werden ze ook gebruikt door turnverenigingen.
Atheneum
Antwerpen
Atheneum
Deurne
Stuivenberg
Lievenscollege
Vrouwecollege
Atheneum
Antwerpen
Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over turnen
Franklin Rooseveltplaats 11, 2060 Antwerpen
Het Koninklijk Atheneum is een gebouw in eclectische stijl met neorenaissance inslag. Het is ontworpen door Pieter Dens, die van 1863 tot 1884 stadsbouwmeester was. In die hoedanigheid bouwde hij een twaalftal scholen. De plannen voor het Atheneum voltooide hij in 1880. De bouw begon twee jaar later. Het monumentale complex bestaat uit vleugels rond twee rechthoekige speelplaatsen. In 1884 werd het voorste gedeelte aan de Franklin Rooseveltplaats ingewijd. Het pensionaat, het aansluitend gedeelte aan de Pijlstraat, werd in 1887 in gebruik genomen. In 1896 werd het pensionaat afgeschaft en nam de Rijksmiddelbare school haar intrek in het gebouw.
In de middenvleugel van het gebouw, evenwijdig met de Franklin Rooseveltplaats, bevindt zich de turnzaal met schilddak, opengewerkte houten spanten en hooggeplaatste segmentboogvensters. De monumentale, degelijk uitgeruste turnzaal is goed bewaard. Op het moment van de oprichting had het Atheneum al een lange traditie op turngebied. Sinds 1846, vier jaar voor turnen een verplicht vak werd, werd er al geturnd in de school die toen nog gevestigd was in het huis Moelnere aan de Sint-Jacosmarkt. Joseph Isenbaert is de man die turnen in Antwerpen introduceerde. Hij was er turnleraar en gaf dagelijks een uurtje gratis les aan de leerlingen die dat wilden.
Er is nog weinig onderzoek verricht naar de typologie en evolutie van turnzalen, maar het is tijdens de carrière van Pieter Dens dat het prototype tot stand kwam. De (lagere) scholen die hij in de jaren 1860 onder andere in de Markgravelei, Sint-Elisabethstraat en Boerhavestraat bouwde waren nog niet voorzien van een turnzaal. Hier werd meestal in de jaren 1880 een turnzaal bijgebouwd naar ontwerp van Gustave Royers. In de jaren 1870, nog voor turnen in 1879 een verplicht vak werd in het lager onderwijs, was de turnzaal stilaan een vast onderdeel in de schoolontwerpen van Dens. Het waren eenbeukige zalen met houten lambrisering en open houten dakspanten. Ze werden via dakvensters en/of door hoog geplaatste rondboogramen in de zijgevel verlicht. De kleedkamer bevond zich meestal achteraan de zaal. Van de school in de Provinciestraat, gebouwd in 1878 is geweten dat turnvader Louis Cuperus instond voor de inrichting. In 1879-81 zou Guillaume Docx regels vastleggen voor de inrichting van turnzalen in officiële scholen. De zalen die daarvoor reeds door Dens zijn gebouwd beantwoorden daar al in grote lijnen aan.
Atheneum
Antwerpen
Atheneum
Deurne
Stuivenberg
Lievens-
college
Door de aanwezigheid van een aantal markante figuren zou Antwerpen tot de jaren 1930 het centrum van het Duitse turnen zijn, zowel in het verenigingsleven als in de scholen. Turnen werd in Antwerpen geïntroduceerd door Joseph Isenbaert. Hij had zijn diploma turnleraar in Duitsland gehaald en keerde in 1839 naar Antwerpen terug. Hier zou hij de eerste turn- en schermvereniging van het land oprichten, de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers (1839). Leden waren afkomstig uit de Antwerpse hogere burgerij. In 1846 werd Isenbaert aangesteld als turnleraar in het stedelijk atheneum. Later gaf hij onder andere ook turnles aan de handelsschool Sint-Ignatius, de Duitse school en verschillende Antwerpse privéscholen. In functie van zowel zijn private als schoolse turnlessen richtte hij in 1853 met eigen middelen een moderne turnzaal in op de Meir.
De Duitser Jacob Happel was turnleider in Isenbaerts Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers. Op zijn vraag werkte hij het Duitse systeem verder uit. Daarnaast verbeterde hij verschillende turntoestellen, waaronder het paard en de bok. Hij wordt aanzien als een van de grondleggers van het moderne turnen. In 1872 werd onder zijn leiding een nieuwe turnzaal gebouwd aan de Kunstlei, de huidige Frankrijklei.
Nicolaas Jan Cupérus was lid van de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers en leerling van Isenbaert aan het Atheneum. In 1865 was hij medeoprichter van de Belgische Turnbond en in 1881 was hij stichtend voorzitter van het Bureau des Fédérations Européennes de Gymnastique (nu Fédération Internationale de Gymnastique). In 1868 lag hij mee aan de basis van de Gymnastische Volkskring. Die ontstond uit de idee om naast de elitaire Société Gymnastique een Nederlandstalige turnvereniging voor volksmensen op te richten vanuit de overtuiging dat het een nuttig alternatief bood voor cafébezoek. Als lid van de commissies van Openbaar Onderwijs en van Openbare Gezondheid ijverde Cupérus voor de invoering van gymnastiek- en zwemonderwijs.
In 1850 werd turnen een verplicht vak in het middelbaar onderwijs en in 1879 ook in het lager onderwijs. Antwerpen was vooruit op de officiële wetgeving. Onder invloed van Isenbaert was in de loop van de jaren 1840 het turnen in de meeste middelbare scholen een feit geworden. Tussen 1850 en 1860 werden ook in bijna alle gemeentelijke basisscholen eenvoudige bewegingsoefeningen gegeven. Tegen 1882 waren veel scholen ook al goed uitgerust voor deze turnlessen, want tijdens de bondsfeesten, georganiseerd door de Antwerpse Bondsvereniging, werden ze hiervoor gelauwerd. De zalen waren ingericht naar het voorbeeld van de turnzaal die Cupérus in 1878 had ingericht in de gemeentelijke meisjesschool van de Provinciestraat. Buiten de schooluren werden ze ook gebruikt door turnverenigingen.
Vrouwe-
college