Schijnpoortweg 119, 2170 Merksem

Het Sportpaleis

Antwerpen telde tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw talrijke velodrooms, onder andere op Zurenborg, het Kiel, de Arsenaalplaats, in Wilrijk en Mariaburg. De wielersport was bijzonder populair en men droomde van een indoorwielerpiste. In 1932 begon de bouw van het Sportpaleis, naar ontwerp van de Brusselse architect Albert Herent, bijgestaan door ingenieur S.F. Van der Haegen. 

Het gebouw is 132 meter lang en 88 meter breed. Het is opgetrokken in gewapend beton, onder een ellipsvormig dak met een spanbreedte van 80 meter zonder tussensteunen. Voor dit ingenieus staaltje architectuur werd 1276 kilogram ijzer en staal gebruikt. Het was als eerste dergelijke constructie uniek op het vasteland. De sporthal zelf bestond uit een middenpiste, een houten piste, loges en tribunes. Verder waren er onder meer een lokettenzaal, rookzalen, buffetten, een persbureau, een rennerskwartier, een conciërgewoning en garages. Door problemen met de aannemers duurde de bouw eenentwintig maanden. Onder gigantische belangstelling opende het Sportpaleis in 1933 de deuren met een loopwedstrijd door de stad, eindigend in het nieuwe gebouw en een baanwielerwedstrijd tussen Belgische en Nederlandse renners. 

In de beginjaren werd het Sportpaleis bijna uitsluitend gebruikt voor wielermeetings, vooral de ’Zesdaagse‘ die tussen 1934 en 1983 jaarlijks georganiseerd werd kende veel succes. Ze werden gereden op de 250 meter lange en 8 meter brede houten wielerpiste. Daarnaast stonden er ook boks- en worstelmeetings, turnwedstrijden, basket, kunstschaatsen en ijshockey op het programma. Vanaf het prille begin vond ook het Vlaamse Nationaal Zangfeest er plaats.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het gebouw zwaar beschadigd. Canadese soldaten hadden zich er verschanst waarna het gebouw door de Duitsers werd beschoten. Het was zo goed als volledig vernietigd. De hoge herstelkosten maakten een bredere programmatie nodig. Naast sportwedstrijden kwamen er spektakels met internationale vedetten en shows als de Wiener Eisrevues (1947-1973) op de agenda te staan. Deze veelzijdigheid aan evenementen werd kenmerkend voor het Sportpaleis. Rockconcerten met grote namen als de Rolling Stones en Tina Turner, maar ook kleinkunstfestivals, de internationale Jumping Antwerpen, het European Champions Championship en muziekevenementen als Night of the Proms zijn onlosmakelijk met het Sportpaleis verbonden. 

In de jaren 1990 gaat het bergaf en in 1996 gaat de nv Sportpaleis failliet. In 1997 werd de zaal eigendom van de provincie Antwerpen. De exploitatie kwam in handen van nv Antwerps Sportpaleis met daarin onder andere de organisatie achter de Night of the Proms. 

Vanaf 1999 werden verbouwingswerken uitgevoerd met onder andere de oprichting van een nieuwe voorbouw en dakwerken. Het kenmerkende groene dak is nu blauw. Tussen 2011 en 2013 werden ook binnenin veranderingen uitgevoerd naar veiligheid en comfort. Ze zorgen ervoor dat de zaal niet meer als wielerbaan kan gebruikt worden. Hoe dan ook vinden er in het Sportpaleis nog maar weinig sportwedstrijden plaats. Die gaan voornamelijk door in de naastliggende Lotto Arena.

 www.sportpaleis.be

Offline: This content can only be displayed when online.

In 1864 ontwierp de Parijse wagensmid Ernest Michaud een fiets met trappers aan het voorwiel. De houten wielen waren beslagen met bandijzer. In 1869 was het rijtuig in Antwerpen te zien, maar tegen 1876 was de rage al voorbij. Om hogere snelheden te kunnen halen werd in 1879 de hoge bi ontworpen, een fiets met een groot voorwiel en een klein achterwieltje. In 1882 stichtten zeven welstellende vrienden, zij konden de dure fiets betalen, de Antwerp Bicycle Club. Hun ledenaantal schommelde in de jaren 1880 tussen de dertig en veertig. In 1883 organiseerde de club op de Zuiderlei, tussen de Kasteelplein- en Brederodestraat, de eerste wielerwedstrijd.

Op de wereldtentoonstelling van 1885 maakte men kennis met de safetyfiets. Het voor- en achterwiel waren even groot en de aandrijving gebeurde via een ketting en tandwiel. De banden waren van rubber. Deze fiets zorgde voor de doorbraak van het wielrennen. Na afloop van de wereldtentoonstelling kreeg de Antwerp Bicycle Club de toestemming in de tuin van het Paleis van Industrie, Kunst en Handel een wielerpiste aan te leggen. Op 10 augustus 1886 werd het Belgisch kampioenschap er gereden. In 1894 werd op Zurenborg de velodroom geopend, die in 1910 naar de omgeving van de Gitschotellei verhuisde. In 1913 werd in Wilrijk de Garden City velodroom gebouwd. Hier zouden de baanwielerwedstrijden van de Olympische Spelen plaatsvinden. De vele velodrooms wijzen op de populariteit van het baanwielrennen. Toch was de belangstelling op de Olympische Spelen van 1920 beperkt. Het zwaartepunt had zich toen al verlegd van de piste naar de weg. 

In de jaren 1890 was er door de daling van de fietsprijzen een grote toename van het aantal wielerverenigingen. Onder deze buurtgebonden organisaties waren zowel wielerclubs als verenigingen voor recreatief fietsen. Ook veel vrouwen maakten van deze laatste deel uit. Naast de amateurwielrenners ontstond er ook een profcircuit. Fabrikanten en fietshandelaars betaalden de beste renners en schakelde hen in voor hun reclamecampagnes. Ook velodroomuitbaters trokken sportieve volksjongens aan met mooie prijzen, start- en onkostenvergoedingen. Zij werden zo de volkshelden van de Antwerpenaren.

In de jaren 1900-02 daalde de populariteit van het wielrennen door de verminderde koopkracht en de slechte resultaten van de Belgische renners. Velodroomuitbaters probeerden via nieuwe initiatieven de interesse van het publiek warm te houden. Zo lokte men met de 48-urenkoers in 1900 toch 10.000 à 12.000 toeschouwers naar de piste van Zurenborg. Het gebruik van motorfietsen als gangmakers bij wielerwedstrijden was eveneens bedoeld om het spektakelgehalte te verhogen. De hoge snelheden die renners op die manier bereikten hield ook risico’s in. In 1909 kwam de befaamde Antwerpse pistier Chareltje Verbist om het leven bij een stayerkoers in de Brusselse velodroom.

Wielrennen
Alle locaties in deze categorie
Offline: This content can only be displayed when online.
Het Sportpaleis

  Schijnpoortweg 119, 2170 Merksem

Antwerpen telde tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw talrijke velodrooms, onder andere op Zurenborg, het Kiel, de Arsenaalplaats, in Wilrijk en Mariaburg. De wielersport was bijzonder populair en men droomde van een indoorwielerpiste. In 1932 begon de bouw van het Sportpaleis, naar ontwerp van de Brusselse architect Albert Herent, bijgestaan door ingenieur S.F. Van der Haegen. 

Het gebouw is 132 meter lang en 88 meter breed. Het is opgetrokken in gewapend beton, onder een ellipsvormig dak met een spanbreedte van 80 meter zonder tussensteunen. Voor dit ingenieus staaltje architectuur werd 1276 kilogram ijzer en staal gebruikt. Het was als eerste dergelijke constructie uniek op het vasteland. De sporthal zelf bestond uit een middenpiste, een houten piste, loges en tribunes. Verder waren er onder meer een lokettenzaal, rookzalen, buffetten, een persbureau, een rennerskwartier, een conciërgewoning en garages. Door problemen met de aannemers duurde de bouw eenentwintig maanden. Onder gigantische belangstelling opende het Sportpaleis in 1933 de deuren met een loopwedstrijd door de stad, eindigend in het nieuwe gebouw en een baanwielerwedstrijd tussen Belgische en Nederlandse renners. 

In de beginjaren werd het Sportpaleis bijna uitsluitend gebruikt voor wielermeetings, vooral de ’Zesdaagse‘ die tussen 1934 en 1983 jaarlijks georganiseerd werd kende veel succes. Ze werden gereden op de 250 meter lange en 8 meter brede houten wielerpiste. Daarnaast stonden er ook boks- en worstelmeetings, turnwedstrijden, basket, kunstschaatsen en ijshockey op het programma. Vanaf het prille begin vond ook het Vlaamse Nationaal Zangfeest er plaats.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het gebouw zwaar beschadigd. Canadese soldaten hadden zich er verschanst waarna het gebouw door de Duitsers werd beschoten. Het was zo goed als volledig vernietigd. De hoge herstelkosten maakten een bredere programmatie nodig. Naast sportwedstrijden kwamen er spektakels met internationale vedetten en shows als de Wiener Eisrevues (1947-1973) op de agenda te staan. Deze veelzijdigheid aan evenementen werd kenmerkend voor het Sportpaleis. Rockconcerten met grote namen als de Rolling Stones en Tina Turner, maar ook kleinkunstfestivals, de internationale Jumping Antwerpen, het European Champions Championship en muziekevenementen als Night of the Proms zijn onlosmakelijk met het Sportpaleis verbonden. 

In de jaren 1990 gaat het bergaf en in 1996 gaat de nv Sportpaleis failliet. In 1997 werd de zaal eigendom van de provincie Antwerpen. De exploitatie kwam in handen van nv Antwerps Sportpaleis met daarin onder andere de organisatie achter de Night of the Proms. 

Vanaf 1999 werden verbouwingswerken uitgevoerd met onder andere de oprichting van een nieuwe voorbouw en dakwerken. Het kenmerkende groene dak is nu blauw. Tussen 2011 en 2013 werden ook binnenin veranderingen uitgevoerd naar veiligheid en comfort. Ze zorgen ervoor dat de zaal niet meer als wielerbaan kan gebruikt worden. Hoe dan ook vinden er in het Sportpaleis nog maar weinig sportwedstrijden plaats. Die gaan voornamelijk door in de naastliggende Lotto Arena.

 www.sportpaleis.be

Offline: This content can only be displayed when online.
Alle locaties in deze categorie
Wielrennen

In 1864 ontwierp de Parijse wagensmid Ernest Michaud een fiets met trappers aan het voorwiel. De houten wielen waren beslagen met bandijzer. In 1869 was het rijtuig in Antwerpen te zien, maar tegen 1876 was de rage al voorbij. Om hogere snelheden te kunnen halen werd in 1879 de hoge bi ontworpen, een fiets met een groot voorwiel en een klein achterwieltje. In 1882 stichtten zeven welstellende vrienden, zij konden de dure fiets betalen, de Antwerp Bicycle Club. Hun ledenaantal schommelde in de jaren 1880 tussen de dertig en veertig. In 1883 organiseerde de club op de Zuiderlei, tussen de Kasteelplein- en Brederodestraat, de eerste wielerwedstrijd.

Op de wereldtentoonstelling van 1885 maakte men kennis met de safetyfiets. Het voor- en achterwiel waren even groot en de aandrijving gebeurde via een ketting en tandwiel. De banden waren van rubber. Deze fiets zorgde voor de doorbraak van het wielrennen. Na afloop van de wereldtentoonstelling kreeg de Antwerp Bicycle Club de toestemming in de tuin van het Paleis van Industrie, Kunst en Handel een wielerpiste aan te leggen. Op 10 augustus 1886 werd het Belgisch kampioenschap er gereden. In 1894 werd op Zurenborg de velodroom geopend, die in 1910 naar de omgeving van de Gitschotellei verhuisde. In 1913 werd in Wilrijk de Garden City velodroom gebouwd. Hier zouden de baanwielerwedstrijden van de Olympische Spelen plaatsvinden. De vele velodrooms wijzen op de populariteit van het baanwielrennen. Toch was de belangstelling op de Olympische Spelen van 1920 beperkt. Het zwaartepunt had zich toen al verlegd van de piste naar de weg. 

In de jaren 1890 was er door de daling van de fietsprijzen een grote toename van het aantal wielerverenigingen. Onder deze buurtgebonden organisaties waren zowel wielerclubs als verenigingen voor recreatief fietsen. Ook veel vrouwen maakten van deze laatste deel uit. Naast de amateurwielrenners ontstond er ook een profcircuit. Fabrikanten en fietshandelaars betaalden de beste renners en schakelde hen in voor hun reclamecampagnes. Ook velodroomuitbaters trokken sportieve volksjongens aan met mooie prijzen, start- en onkostenvergoedingen. Zij werden zo de volkshelden van de Antwerpenaren.

In de jaren 1900-02 daalde de populariteit van het wielrennen door de verminderde koopkracht en de slechte resultaten van de Belgische renners. Velodroomuitbaters probeerden via nieuwe initiatieven de interesse van het publiek warm te houden. Zo lokte men met de 48-urenkoers in 1900 toch 10.000 à 12.000 toeschouwers naar de piste van Zurenborg. Het gebruik van motorfietsen als gangmakers bij wielerwedstrijden was eveneens bedoeld om het spektakelgehalte te verhogen. De hoge snelheden die renners op die manier bereikten hield ook risico’s in. In 1909 kwam de befaamde Antwerpse pistier Chareltje Verbist om het leven bij een stayerkoers in de Brusselse velodroom.

Offline: This content can only be displayed when online.

Digitale publicaties

Blader hier door onze bibliotheek van digitale magazines, brochures, gidsen en andere publicaties.
Volledig scherm