Deze sporthal was oorspronkelijk het paviljoen van de Belgische Houtindustrie op de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Het was ontworpen door Wenceslas de ’t Serclaes en uitgevoerd door de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene. Na afloop van de expo werd het complex ontmanteld. De gemeente Deurne verwierf de spanten en richtte er in 1959 een cultuur- en sporthal mee op. 

Het complex bestaat uit een halve bolkap met een diameter van ruim vierentwintig meter en een hoogte van twaalf meter. De structuur ervan is een unicum. Er werd gebruik gemaakt van elf gelamelleerde houten paraboolvormige spanten uit rode Noorse den. Ze lopen naar één centrale ring toe en worden ondersteund door schuin geplaatste glulamkolommen  die een halve, omgekeerde kegel vormen. Erboven is een koepel aangebracht waarlangs het licht zenitaal  binnenvalt. Het geheel is volledig in het atelier van De Coene voorbereid en in minder dan een maand ter plaatse opgericht en afgewerkt. In de koepel vond de tentoonstelling ‘Het Hout ten dienste van de mens in de verschillende domeinen van het moderne leven’ plaats, ingericht door de huisarchitect van de Kunstwerkstede, Fabrizio Carola. 

De heropbouw van het paviljoen gebeurde door de technische dienst van Deurne onder leiding van Roger Groothaert. Anders dan op de wereldtentoonstelling werden in de zijwanden geen lichtdoorlatende panelen aangebracht. Groothaert ontwierp in 1960-62 de uitbreiding van de expohal met een annexgebouw en de twee zijingangen. In 1981 werd nog een aansluitend gebouw toegevoegd voor de Sportdienst van Deurne en een fitnessruimte. In de sporthal kan je terecht voor basketbal en volleybal.

 Sportinfo

  Te Couwelaarlei 95, 2100 Deurne

Sporthal
Expo
Offline: This content can only be displayed when online.

Wanneer sport als ontspanning na de Tweede Wereldoorlog bij alle bevolkingslagen doordringt, zagen overheden het als hun taak om sport te institutionaliseren en werd gestart met de bouw van voor iedereen toegankelijke sportinfrastructuur. Vanaf de jaren 1960 werden overal in Vlaanderen sporthallen en zwembaden gebouwd. In Antwerpen werden tussen 1956 en 1977 tien sporthallen opgericht, allemaal met de techniek van gelamelleerde en gelijmde spanten. Ze zijn gemaakt volgens het systeem van de ‘glulams’ waarbij fijne houten lagen aan elkaar gekleefd worden met harsen of lijm. Hierdoor ontstaat een sterk, quasi homogeen materiaal. Het procedé werd voor het eerst toegepast in 1900 door de Zwitser Otto Hetzer en werd voorgesteld op de wereldtentoonstelling van Brussel in 1910. 

Met de gelamelleerde en gelijmde spanten werd het mogelijk grote afstanden en hoogtes te overspannen. Daarom werden ze ook het vaak toegepast in grote ruimtes zoals sporthallen. In België is de vervaardiging van houten spanten volgens de glulam-methode verbonden met de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene . Zij stelden in de jaren 1950 het productieproces op punt. Na de wereldtentoonstelling van 1958 kende het gebruik een groot succes. 

De sporthal aan het Arenaplein in Deurne was de eerste in Antwerpen waarvoor gebruik werd gemaakt van De Coene-spanten.  Ze werden gebruikt voor het overdekken van de binnenkoer van een voormalig fort. Ook de Expohal in Deurne  heeft een houten spantenstructuur. Aanvankelijk opgericht als tentoonstellingspaviljoen op de wereldtentoonstelling van 1958 werd het twee jaar later heropgericht als sporthal. In 1965 werden met de bouw van sporthal De Bist in Wilrijk en sporthal All Inn aan de Schijnpoortweg voor het eerst volledig nieuwe sporthallen opgericht waarbij gebruik werd gemaakt van een houten spantenstructuur. 

Sporthallen
Alle locaties in deze categorie
Offline: This content can only be displayed when online.
Sporthal Expo

  Te Couwelaarlei 95, 2100 Deurne

Deze sporthal was oorspronkelijk het paviljoen van de Belgische Houtindustrie op de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Het was ontworpen door Wenceslas de ’t Serclaes en uitgevoerd door de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene. Na afloop van de expo werd het complex ontmanteld. De gemeente Deurne verwierf de spanten en richtte er in 1959 een cultuur- en sporthal mee op. 

Het complex bestaat uit een halve bolkap met een diameter van ruim vierentwintig meter en een hoogte van twaalf meter. De structuur ervan is een unicum. Er werd gebruik gemaakt van elf gelamelleerde houten paraboolvormige spanten uit rode Noorse den. Ze lopen naar één centrale ring toe en worden ondersteund door schuin geplaatste glulamkolommen  die een halve, omgekeerde kegel vormen. Erboven is een koepel aangebracht waarlangs het licht zenitaal  binnenvalt. 
Het geheel is volledig in het atelier van 
De Coene voorbereid en in minder dan een maand ter plaatse opgericht en afgewerkt. In de koepel vond de tentoonstelling ‘Het Hout ten dienste van de mens in de verschillende domeinen van het moderne leven’ plaats, ingericht door de huisarchitect van de Kunstwerkstede, Fabrizio Carola. 

De heropbouw van het paviljoen gebeurde door de technische dienst van Deurne onder leiding van Roger Groothaert. Anders dan op de wereldtentoonstelling werden in de zijwanden geen lichtdoorlatende panelen aangebracht. Groothaert ontwierp in 1960-62 de uitbreiding van de expohal met een annexgebouw en de twee zijingangen. In 1981 werd nog een aansluitend gebouw toegevoegd voor de Sportdienst van Deurne en een fitnessruimte. In de sporthal kan je terecht voor basketbal en volleybal.

 Sportinfo

Offline: This content can only be displayed when online.
Alle locaties in deze categorie
Sporthallen

Wanneer sport als ontspanning na de Tweede Wereldoorlog bij alle bevolkingslagen doordringt, zagen overheden het als hun taak om sport te institutionaliseren en werd gestart met de bouw van voor iedereen toegankelijke sportinfrastructuur. Vanaf de jaren 1960 werden overal in Vlaanderen sporthallen en zwembaden gebouwd. In Antwerpen werden tussen 1956 en 1977 tien sporthallen opgericht, allemaal met de techniek van gelamelleerde en gelijmde spanten. Ze zijn gemaakt volgens het systeem van de ‘glulams’ waarbij fijne houten lagen aan elkaar gekleefd worden met harsen of lijm. Hierdoor ontstaat een sterk, quasi homogeen materiaal. Het procedé werd voor het eerst toegepast in 1900 door de Zwitser Otto Hetzer en werd voorgesteld op de wereldtentoonstelling van Brussel in 1910. 

Met de gelamelleerde en gelijmde spanten
werd het mogelijk grote afstanden en hoogtes te overspannen. Daarom werden ze ook het vaak toegepast in grote ruimtes zoals sporthallen. In België is de vervaardiging van houten spanten volgens de glulam-methode verbonden met de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders 
De Coene . Zij stelden in de jaren 1950 het productieproces op punt. Na de wereld-tentoonstelling van 1958 kende het gebruik een groot succes. 

De sporthal aan het Arenaplein in Deurne was de eerste in Antwerpen waarvoor gebruik werd gemaakt van De Coene-spanten.  Ze werden gebruikt voor het overdekken van de binnenkoer van een voormalig fort. Ook de Expohal in Deurne  heeft een houten spantenstructuur. Aanvankelijk opgericht als tentoonstellingspaviljoen op de wereldtentoonstelling van 1958 werd het twee jaar later heropgericht als sporthal. In 1965 werden met de bouw van sporthal De Bist in Wilrijk en sporthal All Inn aan de Schijnpoortweg voor het eerst volledig nieuwe sporthallen opgericht waarbij gebruik werd gemaakt van een houten spantenstructuur. 

Offline: This content can only be displayed when online.

Digitale publicaties

Blader hier door onze bibliotheek van digitale magazines, brochures, gidsen en andere publicaties.
Volledig scherm