Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over vliegen
Antwerp International Airport, Luchthavenlei 1, Box 3, 2100 Deurne
& Vertongen
Jan Olieslagers was een volksjongen, die zijn sportieve carrière begon als wielrenner en motorduivel. Vanaf 1909 maakte hij furore als luchtpiraat. Gefascineerd door snelheid en mechaniek en aangemoedigd door de eerste geslaagde kanaalovertocht van Louis Blériot, kocht Olieslagers van hem een vliegtuig. Voor de Antwerpse durfal was dit de start van een glorierijke vliegcarrière met tal van nationale en internationale overwinningen en records. Tijdens de oorlog vloog hij voor het Belgische leger. In 1919 werd hij gedemobiliseerd en richtte hij zich op de ontwikkeling van de luchtvaart in Antwerpen. Hij wist de Belgische regering te overtuigen tot het creëren van een internationale luchthaven te Antwerpen. In 1927 stichtte Olieslagers ook de Antwerp Aviaton Club, later de Royal Antwerp Aviation Club.
Het vliegveld opende in mei 1923. Aanvankelijk was het voorbehouden aan de legeroverheid, maar in oktober kreeg de Construction Aéronautique J. Stampe en M. Vertongen de toelating er hun werkhuizen op te richten voor de bouw van vliegtuigen en de inrichting van een vliegschool. Eén van de door deze constructeurs gebouwde toestellen was de SV4, het bekendste vliegtuig van Belgische makelij. De eerste exemplaren werden verkocht aan de Antwerp Aviation Club. Tot de jaren 1970 was het toestel in gebruik bij de Belgische Luchtmacht en generaties piloten kregen er tot in de jaren 1990 hun eerste vlieglessen mee. In 1970 hield de firma Stampe en Vertongen op te bestaan. De fabriek was niet modern genoeg meer om nog te kunnen concurreren.
In het museum Stampe en Vertongen verneem je alles over deze luchtvaartpioniers en over de luchtvaartgeschiedenis. Twee SV4-toestellen uit hun collectie zijn opgenomen op de topstukkenlijst en dus beschermd erfgoed. Daarnaast vind je er ook vliegwaardige replica’s van vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog.
De eerste vliegraces werden gehouden met luchtballonnen, in 1783 uitgevonden door de Franse broers Montgolfier, maar de luchtsport begint pas echt wanneer de gebroeders Wright er in 1903 in slagen een vliegtuig in de lucht te houden. Overal werden aeroclubs opgericht en vliegmeetings georganiseerd.
In 1909, het jaar waarin de Fransman Louis Blériot er als eerste in slaagde het kanaal over te vliegen, werd op het Wilrijkse plein de eerste officiële Belgische vliegmeeting gehouden. Een indrukwekkende prijzenpot voor onder andere de verst gevlogen afstand en het hoogterecord moest de vliegweek interessant maken voor deelnemende piloten. Twaalf piloten kwamen erop af waaronder Baron de Caters, de eerste vliegende Belg, en Jan Olieslagers die er zijn publiek debuut maakte. Alleen de gegoede bourgeoisie kon zich een toegangsticket voor de tribunes permitteren. Voor de minder gegoeden waren er goedkopere staanplaatsen op de helling van de omwalling. Afhankelijk van het weer ging het spektakel al dan niet door. Een rode of een zwarte vlag aan de kathedraal kondigde aan of er al dan niet gevlogen werd.
Dankzij de internationale successen van getalenteerde Belgische piloten zoals Jan Olieslagers kreeg ons land een bijzondere plaats in de pioniersjaren van de luchtsport. De organisatie van deze vliegweken was van groot belang voor de doorbraak van het Belgische vliegwezen en het sportvliegen. Een grote, internationale meeting werd ook georganiseerd in het verlengde van de Olympische Spelen. Jan Olieslagers en Jean Stampe behoorden tot de deelnemers.
Tot 1920 was het Wilrijkse Plein de plek waar het vlieggebeuren zich in Antwerpen afspeelde. Toen dat bebouwd werd, ijverden Jan Olieslagers en de gebroeders Arthur en Emile Van Migem, beiden lid van de Aéro-Club d'Anvers, voor een nieuwe luchthaven. Die kwam er in Deurne.
& Vertongen
Antwerp International Airport, Luchthavenlei 1, Box 3, 2100 Deurne
Jan Olieslagers was een volksjongen, die zijn sportieve carrière begon als wielrenner en motorduivel. Vanaf 1909 maakte hij furore als luchtpiraat. Gefascineerd door snelheid en mechaniek en aangemoedigd door de eerste geslaagde kanaalovertocht van Louis Blériot, kocht Olieslagers van hem een vliegtuig. Voor de Antwerpse durfal was dit de start van een glorierijke vliegcarrière met tal van nationale en internationale overwinningen en records. Tijdens de oorlog vloog hij voor het Belgische leger. In 1919 werd hij gedemobiliseerd en richtte hij zich op de ontwikkeling van de luchtvaart in Antwerpen. Hij wist de Belgische regering te overtuigen tot het creëren van een internationale luchthaven te Antwerpen. In 1927 stichtte Olieslagers ook de Antwerp Aviaton Club, later de Royal Antwerp Aviation Club.
Het vliegveld opende in mei 1923. Aanvankelijk was het voorbehouden aan de legeroverheid, maar in oktober kreeg de Construction Aéronautique J. Stampe en M. Vertongen de toelating er hun werkhuizen op te richten voor de bouw van vliegtuigen en de inrichting van een vliegschool. Eén van de door deze constructeurs gebouwde toestellen was de SV4, het bekendste vliegtuig van Belgische makelij. De eerste exemplaren werden verkocht aan de Antwerp Aviation Club. Tot de jaren 1970 was het toestel in gebruik bij de Belgische Luchtmacht en generaties piloten kregen er tot in de jaren 1990 hun eerste vlieglessen mee. In 1970 hield de firma Stampe en Vertongen op te bestaan. De fabriek was niet modern genoeg meer om nog te kunnen concurreren.
In het museum Stampe en Vertongen verneem je alles over deze luchtvaartpioniers en over de luchtvaartgeschiedenis. Twee SV4-toestellen uit hun collectie zijn opgenomen op de topstukkenlijst en dus beschermd erfgoed. Daarnaast vind je er ook vliegwaardige replica’s van vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog.
Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over vliegen
De eerste vliegraces werden gehouden met luchtballonnen, in 1783 uitgevonden door de Franse broers Montgolfier, maar de luchtsport begint pas echt wanneer de gebroeders Wright er in 1903 in slagen een vliegtuig in de lucht te houden. Overal werden aeroclubs opgericht en vliegmeetings georganiseerd.
In 1909, het jaar waarin de Fransman Louis Blériot er als eerste in slaagde het kanaal over te vliegen, werd op het Wilrijkse plein de eerste officiële Belgische vliegmeeting gehouden. Een indrukwekkende prijzenpot voor onder andere de verst gevlogen afstand en het hoogterecord moest de vliegweek interessant maken voor deelnemende piloten. Twaalf piloten kwamen erop af waaronder Baron de Caters, de eerste vliegende Belg, en Jan Olieslagers die er zijn publiek debuut maakte. Alleen de gegoede bourgeoisie kon zich een toegangsticket voor de tribunes permitteren. Voor de minder gegoeden waren er goedkopere staanplaatsen op de helling van de omwalling. Afhankelijk van het weer ging het spektakel al dan niet door. Een rode of een zwarte vlag aan de kathedraal kondigde aan of er al dan niet gevlogen werd.
Dankzij de internationale successen van getalenteerde Belgische piloten zoals Jan Olieslagers kreeg ons land een bijzondere plaats in de pioniersjaren van de luchtsport. De organisatie van deze vliegweken was van groot belang voor de doorbraak van het Belgische vliegwezen en het sportvliegen. Een grote, internationale meeting werd ook georganiseerd in het verlengde van de Olympische Spelen. Jan Olieslagers en Jean Stampe behoorden tot de deelnemers.
Tot 1920 was het Wilrijkse Plein de plek waar het vlieggebeuren zich in Antwerpen afspeelde. Toen dat bebouwd werd, ijverden Jan Olieslagers en de gebroeders Arthur en Emile Van Migem, beiden lid van de Aéro-Club d'Anvers, voor een nieuwe luchthaven. Die kwam er in Deurne.