De roeimaatschappij ‘Vereenigde Bootslieden’ werd opgericht in 1872 en verenigde de bootjesroeiers die met hun sloepen instonden voor het vervoer van en naar schepen die voor anker lagen op de Schelde. Het was de meest democratische watersportvereniging in het negentiende-eeuwse Antwerpen. Contact met andere elitaire regattaverenigingen was er niet. Deze beroepsroeiers werden in de jaren 1850 wel door de rijke leden van de Yacht Club Royal Belge ingeschakeld tijdens wedstrijden om met hun boten te roeien of te zeilen.
Vanaf 1872 organiseerden de Vereenigde Bootslieden hun eigen competities met de bootjes die zij gebruikten voor hun werk. Naast roei- en zeilwedstrijden organiseerden zij ook volkse waterspelen. Tijdens de Gemeentefeesten van 1886 bestonden die uit een tobbenkoers en een ‘drijvende dans op water’. Ook tussen 1840 en 1866 werden tijdens de Gemeentefeesten al waterspelen georganiseerd. Ze bestonden onder andere uit sprietlopen en eendensteken. Ze werden afgeschaft omdat het ene volgens het gemeentebestuur te gevaarlijk was en het ander te barbaars.
Bij het rechttrekken van de Scheldekaaien werd in 1883 het Margueriedok aangelegd. Ludovicus Marguerie (1821 - 1889) was scheepsbouwer en sinds de jaren 1850 actief in de watersport. Als gemeenteraadslid had hij de bouw van deze schuilplaats voor de bootjesroeiers voorgesteld. Als dank vernoemden zij het dok naar hun ondertussen overleden sympathisant. De opbrengsten van de door de bootslieden ingerichte roei- en zeilwedstrijden tijdens de Gemeentefeesten van 1884 gebruikten ze voor de inhuldiging van het dok.
Het getijdendokje ligt evenwijdig aan de Schelde. Aan de landzijde bevindt zich een naar het noorden toe oplopende scheepshelling. Enkele loodsbootjes en de boeienlegger liggen hier nog steeds aangemeerd. Het is het enige nog als dusdanig bewaarde getijdendok ter hoogte van de historische binnenstad.
Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over watersport
Tavernierkaai, 2000 Antwerpen
De eerste moderne sportclub in Antwerpen was de Société de Regattes de Schelde, opgericht in 1851 en kort daarna Yacht Club Royal Belge genoemd. Leden behoorden vooral tot de top van de Antwerpse handelswereld en de politieke elite. De vereniging organiseerde roei- en zeilwedstrijden op de Schelde. Er werd gevaren door een beroepsbemanning terwijl de clubleden en hun genodigden de wedstrijd volgden vanop een stoomboot of vanop tribunes opgericht op het Kranenhoofd en enkel toegankelijk voor clubleden in hun uniform. Het gewone volk keek toe vanop de Scheldeoevers.
De club hield in 1858 op te bestaan, maar nog in datzelfde jaar werd de Nationale Regatta opgericht en in 1861 de Union Club. In beide clubs deden de leden actief aan sport. Tot midden 1860 lag de nadruk op roeien, maar vanaf dan breidde ook het programma voor zeilwedstrijden uit. In 1871 werd ‘Neptunes’ opgericht, een club die zich uitsluitend toelegde op zeilen en in 1876 richtte ook de Union Club een eigen zeilafdeling op.
Aanvankelijk waren de clubs gevestigd op de rechteroever, maar door de rechttrekking van de Scheldekaaien werden de lokalen en bergplaatsen van de clubs afgebroken. Om het voortbestaan te garanderen fusioneerden de Nationale Regatta, de Union Club en de in 1876 opgerichte multisportvereniging Sport Anversois tot de Société Royale Nautique Anversoise (S.R.N.A.). De club met een roei-, zeil-, zwem- en schaatsafdeling verhuisde naar Linkeroever.
Door de drukker wordende Scheldetrafiek kreeg de roeiafdeling het steeds moeilijker om op de Schelde te oefenen. Bovendien was het water soms te woelig voor de steeds lichtere en smallere boten. Daarom trainde de vereniging vanaf 1887 op het Kempisch Kanaal, om zich er in 1914 definitief te vestigen. Vlakbij was in 1910 ook de Antwerp Rowing Club ontstaan. De wedstrijden werden aanvankelijk wel nog op de Schelde gehouden, tot de groeiende scheepvaart daar een einde aan maakte.
Waarschijnlijk omwille van onenigheid tussen de roei- en de zeilafdeling splitsten verschillende leden van de S.R.N.A. zich in 1889 af om de Yacht Club d’Anvers op te richten. Vanaf 1903 werd dat Royal Yacht Club Belge (R.Y.C.B.). De clubs deelden het primitieve jachthaventje. De sterke toename van het aantal zeil- , stoom- en motorjachten zorgde voor een plaatsgebrek. Vooral tijdens regatta’s was dit tekort nijpend. De accommodatie van S.R.N.A. werd tijdens de Duitse bombardementen in 1914 volledig vernield. In 1921 verhuisde de club naar haar huidig terrein stroomopwaarts van de voetgangerstunnel. De R.Y.C.B. nam al in 1905 contact op met het ministerie van Binnenlandse Zaken met de vraag om bij de uitbreiding van de haven ook aan een jachthaven te denken. Ondanks allerlei beloftes duurde het tot 1950 vooraleer die door de Intercommunale Maatschappij van de Antwerpse Linker Scheldeoever (I.M.A.LS.O.) werd gerealiseerd.
Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over watersport
Tavernierkaai, 2000 Antwerpen
De roeimaatschappij ‘Vereenigde Bootslieden’ werd opgericht in 1872 en verenigde de bootjesroeiers die met hun sloepen instonden voor het vervoer van en naar schepen die voor anker lagen op de Schelde. Het was de meest democratische watersportvereniging in het negentiende-eeuwse Antwerpen. Contact met andere elitaire regattaverenigingen was er niet. Deze beroepsroeiers werden in de jaren 1850 wel door de rijke leden van de Yacht Club Royal Belge ingeschakeld tijdens wedstrijden om met hun boten te roeien of te zeilen.
Vanaf 1872 organiseerden de Vereenigde Bootslieden hun eigen competities met de bootjes die zij gebruikten voor hun werk. Naast roei- en zeilwedstrijden organiseerden zij ook volkse waterspelen. Tijdens de Gemeentefeesten van 1886 bestonden die uit een tobbenkoers en een ‘drijvende dans op water’. Ook tussen 1840 en 1866 werden tijdens de Gemeentefeesten al waterspelen georganiseerd. Ze bestonden onder andere uit sprietlopen en eendensteken. Ze werden afgeschaft omdat het ene volgens het gemeentebestuur te gevaarlijk was en het ander te barbaars.
Bij het rechttrekken van de Scheldekaaien werd in 1883 het Margueriedok aangelegd. Ludovicus Marguerie (1821 - 1889) was scheepsbouwer en sinds de jaren 1850 actief in de watersport. Als gemeenteraadslid had hij de bouw van deze schuilplaats voor de bootjesroeiers voorgesteld. Als dank vernoemden zij het dok naar hun ondertussen overleden sympathisant. De opbrengsten van de door de bootslieden ingerichte roei- en zeilwedstrijden tijdens de Gemeentefeesten van 1884 gebruikten ze voor de inhuldiging van het dok.
Het getijdendokje ligt evenwijdig aan de Schelde. Aan de landzijde bevindt zich een naar het noorden toe oplopende scheepshelling. Enkele loodsbootjes en de boeienlegger liggen hier nog steeds aangemeerd. Het is het enige nog als dusdanig bewaarde getijdendok ter hoogte van de historische binnenstad.
De eerste moderne sportclub in Antwerpen was de Société de Regattes de Schelde, opgericht in 1851 en kort daarna Yacht Club Royal Belge genoemd. Leden behoorden vooral tot de top van de Antwerpse handelswereld en de politieke elite. De vereniging organiseerde roei- en zeilwedstrijden op de Schelde. Er werd gevaren door een beroepsbemanning terwijl de clubleden en hun genodigden de wedstrijd volgden vanop een stoomboot of vanop tribunes opgericht op het Kranenhoofd en enkel toegankelijk voor clubleden in hun uniform. Het gewone volk keek toe vanop de Scheldeoevers.
De club hield in 1858 op te bestaan, maar nog in datzelfde jaar werd de Nationale Regatta opgericht en in 1861 de Union Club. In beide clubs deden de leden actief aan sport. Tot midden 1860 lag de nadruk op roeien, maar vanaf dan breidde ook het programma voor zeilwedstrijden uit. In 1871 werd ‘Neptunes’ opgericht, een club die zich uitsluitend toelegde op zeilen en in 1876 richtte ook de Union Club een eigen zeilafdeling op.
Aanvankelijk waren de clubs gevestigd op de rechteroever, maar door de rechttrekking van de Scheldekaaien werden de lokalen en bergplaatsen van de clubs afgebroken. Om het voortbestaan te garanderen fusioneerden de Nationale Regatta, de Union Club en de in 1876 opgerichte multisportvereniging Sport Anversois tot de Société Royale Nautique Anversoise (S.R.N.A.). De club met een roei-, zeil-, zwem- en schaatsafdeling verhuisde naar Linkeroever.
Door de drukker wordende Scheldetrafiek kreeg de roeiafdeling het steeds moeilijker om op de Schelde te oefenen. Bovendien was het water soms te woelig voor de steeds lichtere en smallere boten. Daarom trainde de vereniging vanaf 1887 op het Kempisch Kanaal, om zich er in 1914 definitief te vestigen. Vlakbij was in 1910 ook de Antwerp Rowing Club ontstaan. De wedstrijden werden aanvankelijk wel nog op de Schelde gehouden, tot de groeiende scheepvaart daar een einde aan maakte.
Waarschijnlijk omwille van onenigheid tussen de roei- en de zeilafdeling splitsten verschillende leden van de S.R.N.A. zich in 1889 af om de Yacht Club d’Anvers op te richten. Vanaf 1903 werd dat Royal Yacht Club Belge (R.Y.C.B.). De clubs deelden het primitieve jachthaventje. De sterke toename van het aantal zeil- , stoom- en motorjachten zorgde voor een plaatsgebrek. Vooral tijdens regatta’s was dit tekort nijpend. De accommodatie van S.R.N.A. werd tijdens de Duitse bombardementen in 1914 volledig vernield. In 1921 verhuisde de club naar haar huidig terrein stroomopwaarts van de voetgangerstunnel. De R.Y.C.B. nam al in 1905 contact op met het ministerie van Binnenlandse Zaken met de vraag om bij de uitbreiding van de haven ook aan een jachthaven te denken. Ondanks allerlei beloftes duurde het tot 1950 vooraleer die door de Intercommunale Maatschappij van de Antwerpse Linker Scheldeoever (I.M.A.LS.O.) werd gerealiseerd.