August van de Wielelei 114, 2100 Deurne

Café De
Veldduif

Deurne kan terugblikken op een rijk wielerverleden. De voormalige Ter Rivierenwielerbaan in de buurt van de Venneborglaan, werd in de jaren 1930 beschouwd als een van de beste velodrooms van Europa. De wielerbaan verloor echter de concurrentiestrijd met het Sportpaleis en sloot de deuren in 1938. Wereldkampioenen als Dolf Verschueren, Paul De Paepe en Georges Ronsse werden in Deurne geboren of woonden er. Verschillende wielerclubs verenigden wielertoeristen, jeugdrenners of profrenners. Deurne kende ook een aantal wielercafés, zoals het vroegere café van de familie Tubbax. Uit die familie stammen niet alleen enkele pioniers van het Deurnese wielrennen. Karel Tubbax lanceerde ook zijn eigen fietsenmerk: Zwarte Leeuw.

Het oudste café van Deurne is ook een wielercafé. In 1868 opende café De Veldduif de deuren. Het was al die tijd de thuishaven van de familie Huyskens. Deze wielerminnende familie bracht verschillende profrenners voort. In het begin van de twintigste eeuw behoorden broers Gustaaf en Alfons Huyskens tot de Deurnese wielerpioniers. Ze waren actief in de tijd van Karel Verbist, een bekende pistier die overleed tijdens een wedstrijd op de wielerbaan van Brussel-Karreveld. Ook Alfons Huyskens stierf op jonge leeftijd na een fietsongeval.

De kleinzonen van Gustaaf Huyskens werden ook profrenner. Staf (Gustaaf) en Jan maakten deel uit van het profpeloton in de jaren 1950. Hun prestaties en avonturen werden nauwgezet gevolgd door de supporters in het familiaal café. Vandaag herinneren foto’s en andere memorabilia in De Veldduif aan het wielerverleden van de familie Huyskens. 

Het pand is in 1877 gebouwd en werd waarschijnlijk vanaf het begin uitgebaat als café. De afgeschuinde hoektravee met toegangsdeur is in ieder geval een typisch element. De gelagzaal is sober, maar bevat nog tal van originele elementen als de houten toog, de tegelvloer en de kachel. 

Offline: This content can only be displayed when online.

In 1864 ontwierp de Parijse wagensmid Ernest Michaud een fiets met trappers aan het voorwiel. De houten wielen waren beslagen met bandijzer. In 1869 was het rijtuig in Antwerpen te zien, maar tegen 1876 was de rage al voorbij. Om hogere snelheden te kunnen halen werd in 1879 de hoge bi ontworpen, een fiets met een groot voorwiel en een klein achterwieltje. In 1882 stichtten zeven welstellende vrienden, zij konden de dure fiets betalen, de Antwerp Bicycle Club. Hun ledenaantal schommelde in de jaren 1880 tussen de dertig en veertig. In 1883 organiseerde de club op de Zuiderlei, tussen de Kasteelplein- en Brederodestraat, de eerste wielerwedstrijd.

Op de wereldtentoonstelling van 1885 maakte men kennis met de safetyfiets. Het voor- en achterwiel waren even groot en de aandrijving gebeurde via een ketting en tandwiel. De banden waren van rubber. Deze fiets zorgde voor de doorbraak van het wielrennen. Na afloop van de wereldtentoonstelling kreeg de Antwerp Bicycle Club de toestemming in de tuin van het Paleis van Industrie, Kunst en Handel een wielerpiste aan te leggen. Op 10 augustus 1886 werd het Belgisch kampioenschap er gereden. In 1894 werd op Zurenborg de velodroom geopend, die in 1910 naar de omgeving van de Gitschotellei verhuisde. In 1913 werd in Wilrijk de Garden City velodroom gebouwd. Hier zouden de baanwielerwedstrijden van de Olympische Spelen plaatsvinden. De vele velodrooms wijzen op de populariteit van het baanwielrennen. Toch was de belangstelling op de Olympische Spelen van 1920 beperkt. Het zwaartepunt had zich toen al verlegd van de piste naar de weg. 

In de jaren 1890 was er door de daling van de fietsprijzen een grote toename van het aantal wielerverenigingen. Onder deze buurtgebonden organisaties waren zowel wielerclubs als verenigingen voor recreatief fietsen. Ook veel vrouwen maakten van deze laatste deel uit. Naast de amateurwielrenners ontstond er ook een profcircuit. Fabrikanten en fietshandelaars betaalden de beste renners en schakelde hen in voor hun reclamecampagnes. Ook velodroomuitbaters trokken sportieve volksjongens aan met mooie prijzen, start- en onkostenvergoedingen. Zij werden zo de volkshelden van de Antwerpenaren.

In de jaren 1900-02 daalde de populariteit van het wielrennen door de verminderde koopkracht en de slechte resultaten van de Belgische renners. Velodroomuitbaters probeerden via nieuwe initiatieven de interesse van het publiek warm te houden. Zo lokte men met de 48-urenkoers in 1900 toch 10.000 à 12.000 toeschouwers naar de piste van Zurenborg. Het gebruik van motorfietsen als gangmakers bij wielerwedstrijden was eveneens bedoeld om het spektakelgehalte te verhogen. De hoge snelheden die renners op die manier bereikten hield ook risico’s in. In 1909 kwam de befaamde Antwerpse pistier Chareltje Verbist om het leven bij een stayerkoers in de Brusselse velodroom.

Wielrennen
Alle locaties in deze categorie
Offline: This content can only be displayed when online.
Café De Veldduif

  August van de Wielelei 114, 2100 Deurne

Deurne kan terugblikken op een rijk wielerverleden. De voormalige Ter Rivierenwielerbaan in de buurt van de Venneborglaan, werd in de jaren 1930 beschouwd als een van de beste velodrooms van Europa. De wielerbaan verloor echter de concurrentiestrijd met het Sportpaleis en sloot de deuren in 1938. Wereldkampioenen als Dolf Verschueren, Paul De Paepe en Georges Ronsse werden in Deurne geboren of woonden er. Verschillende wielerclubs verenigden wielertoeristen, jeugdrenners of profrenners. Deurne kende ook een aantal wielercafés, zoals het vroegere café van de familie Tubbax. Uit die familie stammen niet alleen enkele pioniers van het Deurnese wielrennen. Karel Tubbax lanceerde ook zijn eigen fietsenmerk: Zwarte Leeuw.

Het oudste café van Deurne is ook een wielercafé. In 1868 opende café De Veldduif de deuren. Het was al die tijd de thuishaven van de familie Huyskens. Deze wielerminnende familie bracht verschillende profrenners voort. In het begin van de twintigste eeuw behoorden broers Gustaaf en Alfons Huyskens tot de Deurnese wielerpioniers. Ze waren actief in de tijd van Karel Verbist, een bekende pistier die overleed tijdens een wedstrijd op de wielerbaan van Brussel-Karreveld. Ook Alfons Huyskens stierf op jonge leeftijd na een fietsongeval.

De kleinzonen van Gustaaf Huyskens werden ook profrenner. Staf (Gustaaf) en Jan maakten deel uit van het profpeloton in de jaren 1950. Hun prestaties en avonturen werden nauwgezet gevolgd door de supporters in het familiaal café. Vandaag herinneren foto’s en andere memorabilia in De Veldduif aan het wielerverleden van de familie Huyskens. 

Het pand is in 1877 gebouwd en werd waarschijnlijk vanaf het begin uitgebaat als café. De afgeschuinde hoektravee met toegangsdeur is in ieder geval een typisch element. De gelagzaal is sober, maar bevat nog tal van originele elementen als de houten toog, de tegelvloer en de kachel. 

Offline: This content can only be displayed when online.
Alle locaties in deze categorie
Wielrennen

In 1864 ontwierp de Parijse wagensmid Ernest Michaud een fiets met trappers aan het voorwiel. De houten wielen waren beslagen met bandijzer. In 1869 was het rijtuig in Antwerpen te zien, maar tegen 1876 was de rage al voorbij. Om hogere snelheden te kunnen halen werd in 1879 de hoge bi ontworpen, een fiets met een groot voorwiel en een klein achterwieltje. In 1882 stichtten zeven welstellende vrienden, zij konden de dure fiets betalen, de Antwerp Bicycle Club. Hun ledenaantal schommelde in de jaren 1880 tussen de dertig en veertig. In 1883 organiseerde de club op de Zuiderlei, tussen de Kasteelplein- en Brederodestraat, de eerste wielerwedstrijd.

Op de wereldtentoonstelling van 1885 maakte men kennis met de safetyfiets. Het voor- en achterwiel waren even groot en de aandrijving gebeurde via een ketting en tandwiel. De banden waren van rubber. Deze fiets zorgde voor de doorbraak van het wielrennen. Na afloop van de wereldtentoonstelling kreeg de Antwerp Bicycle Club de toestemming in de tuin van het Paleis van Industrie, Kunst en Handel een wielerpiste aan te leggen. Op 10 augustus 1886 werd het Belgisch kampioenschap er gereden. In 1894 werd op Zurenborg de velodroom geopend, die in 1910 naar de omgeving van de Gitschotellei verhuisde. In 1913 werd in Wilrijk de Garden City velodroom gebouwd. Hier zouden de baanwielerwedstrijden van de Olympische Spelen plaatsvinden. De vele velodrooms wijzen op de populariteit van het baanwielrennen. Toch was de belangstelling op de Olympische Spelen van 1920 beperkt. Het zwaartepunt had zich toen al verlegd van de piste naar de weg. 

In de jaren 1890 was er door de daling van de fietsprijzen een grote toename van het aantal wielerverenigingen. Onder deze buurtgebonden organisaties waren zowel wielerclubs als verenigingen voor recreatief fietsen. Ook veel vrouwen maakten van deze laatste deel uit. Naast de amateurwielrenners ontstond er ook een profcircuit. Fabrikanten en fietshandelaars betaalden de beste renners en schakelde hen in voor hun reclamecampagnes. Ook velodroomuitbaters trokken sportieve volksjongens aan met mooie prijzen, start- en onkostenvergoedingen. Zij werden zo de volkshelden van de Antwerpenaren.

In de jaren 1900-02 daalde de populariteit van het wielrennen door de verminderde koopkracht en de slechte resultaten van de Belgische renners. Velodroomuitbaters probeerden via nieuwe initiatieven de interesse van het publiek warm te houden. Zo lokte men met de 48-urenkoers in 1900 toch 10.000 à 12.000 toeschouwers naar de piste van Zurenborg. Het gebruik van motorfietsen als gangmakers bij wielerwedstrijden was eveneens bedoeld om het spektakelgehalte te verhogen. De hoge snelheden die renners op die manier bereikten hield ook risico’s in. In 1909 kwam de befaamde Antwerpse pistier Chareltje Verbist om het leven bij een stayerkoers in de Brusselse velodroom.

Offline: This content can only be displayed when online.

Digitale publicaties

Blader hier door onze bibliotheek van digitale magazines, brochures, gidsen en andere publicaties.
Volledig scherm