Stuivenbergplein 37, 2060 Antwerpen
Stuivenberg
De school van het Stuivenbergplein is in 1898 opgericht naar ontwerp van stadsbouwmeester Gustave Royers. In totaal ontwierp hij een twaalftal stadsscholen. Aan de korte zijden van het complex liggen de toegangen met portierswoning van respectievelijk Lagere Jongensschool 22 en Lagere Meisjesschool 19 tegenover elkaar. Centraal in het complex zijn rug aan rug en dwars op de klassenvleugels de gekoppelde turnzalen ingeplant. Ze scheiden de speelplaatsen van beide scholen. Het zijn eenbeukige ruimten, overspannen door opengewerkte houten dakspanten op consoles. De turnzaal die turnvader Cupérus in 1878 in de meisjesschool van de Provinciestraat had ingericht stond model voor alle turnzalen in stedelijke scholen die op het einde van de negentiende eeuw werden opgericht.
Tegen 1893 hadden de meeste Antwerpse stadsscholen een eigen turnzaal. Deze uitgebreide turninfrastructuur kwam ook het verenigingsleven ten goede. Het liberale stadsbestuur gaf de kringen aangesloten bij de liberaal getinte Belgische Turnbond de toelating om een gemeentelijke turnzaal te gebruiken. Toen na de eeuwwisseling de socialisten deel gingen uitmaken van het stadsbestuur kreeg de in 1897 opgerichte socialistische turnkring ‘De Toekomst’ eerst de turnzaal van de jongensschool in de Schoolstraat en later die van het scholencomplex aan het Stuivenbergplein toegewezen.
Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over turnen
Door de aanwezigheid van een aantal markante figuren zou Antwerpen tot de jaren 1930 het centrum van het Duitse turnen zijn, zowel in het verenigingsleven als in de scholen. Turnen werd in Antwerpen geïntroduceerd door Joseph Isenbaert. Hij had zijn diploma turnleraar in Duitsland gehaald en keerde in 1839 naar Antwerpen terug. Hier zou hij de eerste turn- en schermvereniging van het land oprichten, de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers (1839). Leden waren afkomstig uit de Antwerpse hogere burgerij. In 1846 werd Isenbaert aangesteld als turnleraar in het stedelijk atheneum. Later gaf hij onder andere ook turnles aan de handelsschool Sint-Ignatius, de Duitse school en verschillende Antwerpse privéscholen. In functie van zowel zijn private als schoolse turnlessen richtte hij in 1853 met eigen middelen een moderne turnzaal in op de Meir.
De Duitser Jacob Happel was turnleider in Isenbaerts Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers. Op zijn vraag werkte hij het Duitse systeem verder uit. Daarnaast verbeterde hij verschillende turntoestellen, waaronder het paard en de bok. Hij wordt aanzien als een van de grondleggers van het moderne turnen. In 1872 werd onder zijn leiding een nieuwe turnzaal gebouwd aan de Kunstlei, de huidige Frankrijklei.
Nicolaas Jan Cupérus was lid van de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers en leerling van Isenbaert aan het Atheneum. In 1865 was hij medeoprichter van de Belgische Turnbond en in 1881 was hij stichtend voorzitter van het Bureau des Fédérations Européennes de Gymnastique (nu Fédération Internationale de Gymnastique). In 1868 lag hij mee aan de basis van de Gymnastische Volkskring. Die ontstond uit de idee om naast de elitaire Société Gymnastique een Nederlandstalige turnvereniging voor volksmensen op te richten vanuit de overtuiging dat het een nuttig alternatief bood voor cafébezoek. Als lid van de commissies van Openbaar Onderwijs en van Openbare Gezondheid ijverde Cupérus voor de invoering van gymnastiek- en zwemonderwijs.
In 1850 werd turnen een verplicht vak in het middelbaar onderwijs en in 1879 ook in het lager onderwijs. Antwerpen was vooruit op de officiële wetgeving. Onder invloed van Isenbaert was in de loop van de jaren 1840 het turnen in de meeste middelbare scholen een feit geworden. Tussen 1850 en 1860 werden ook in bijna alle gemeentelijke basisscholen eenvoudige bewegingsoefeningen gegeven. Tegen 1882 waren veel scholen ook al goed uitgerust voor deze turnlessen, want tijdens de bondsfeesten, georganiseerd door de Antwerpse Bondsvereniging, werden ze hiervoor gelauwerd. De zalen waren ingericht naar het voorbeeld van de turnzaal die Cupérus in 1878 had ingericht in de gemeentelijke meisjesschool van de Provinciestraat. Buiten de schooluren werden ze ook gebruikt door turnverenigingen.
Atheneum
Antwerpen
Atheneum
Deurne
Stuivenberg
Lievenscollege
Vrouwecollege
Stuivenberg
Stuivenbergplein 37, 2060 Antwerpen
Open Monumentendag
zet sport in de kijker.
Lees meer over turnen
De school van het Stuivenbergplein is in 1898 opgericht naar ontwerp van stadsbouwmeester Gustave Royers. In totaal ontwierp hij een twaalftal stadsscholen. Aan de korte zijden van het complex liggen de toegangen met portierswoning van respectievelijk Lagere Jongensschool 22 en Lagere Meisjesschool 19 tegenover elkaar. Centraal in het complex zijn rug aan rug en dwars op de klassenvleugels de gekoppelde turnzalen ingeplant. Ze scheiden de speelplaatsen van beide scholen. Het zijn eenbeukige ruimten, overspannen door opengewerkte houten dakspanten op consoles. De turnzaal die turnvader Cupérus in 1878 in de meisjesschool van de Provinciestraat had ingericht stond model voor alle turnzalen in stedelijke scholen die op het einde van de negentiende eeuw werden opgericht.
Tegen 1893 hadden de meeste Antwerpse stadsscholen een eigen turnzaal. Deze uitgebreide turninfrastructuur kwam ook het verenigingsleven ten goede. Het liberale stadsbestuur gaf de kringen aangesloten bij de liberaal getinte Belgische Turnbond de toelating om een gemeentelijke turnzaal te gebruiken. Toen na de eeuwwisseling de socialisten deel gingen uitmaken van het stadsbestuur kreeg de in 1897 opgerichte socialistische turnkring ‘De Toekomst’ eerst de turnzaal van de jongensschool in de Schoolstraat en later die van het scholencomplex aan het Stuivenbergplein toegewezen.
Atheneum
Antwerpen
Atheneum
Deurne
Stuivenberg
Lievens-
college
Door de aanwezigheid van een aantal markante figuren zou Antwerpen tot de jaren 1930 het centrum van het Duitse turnen zijn, zowel in het verenigingsleven als in de scholen. Turnen werd in Antwerpen geïntroduceerd door Joseph Isenbaert. Hij had zijn diploma turnleraar in Duitsland gehaald en keerde in 1839 naar Antwerpen terug. Hier zou hij de eerste turn- en schermvereniging van het land oprichten, de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers (1839). Leden waren afkomstig uit de Antwerpse hogere burgerij. In 1846 werd Isenbaert aangesteld als turnleraar in het stedelijk atheneum. Later gaf hij onder andere ook turnles aan de handelsschool Sint-Ignatius, de Duitse school en verschillende Antwerpse privéscholen. In functie van zowel zijn private als schoolse turnlessen richtte hij in 1853 met eigen middelen een moderne turnzaal in op de Meir.
De Duitser Jacob Happel was turnleider in Isenbaerts Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers. Op zijn vraag werkte hij het Duitse systeem verder uit. Daarnaast verbeterde hij verschillende turntoestellen, waaronder het paard en de bok. Hij wordt aanzien als een van de grondleggers van het moderne turnen. In 1872 werd onder zijn leiding een nieuwe turnzaal gebouwd aan de Kunstlei, de huidige Frankrijklei.
Nicolaas Jan Cupérus was lid van de Société de Gymnastique et d’Armes d’Anvers en leerling van Isenbaert aan het Atheneum. In 1865 was hij medeoprichter van de Belgische Turnbond en in 1881 was hij stichtend voorzitter van het Bureau des Fédérations Européennes de Gymnastique (nu Fédération Internationale de Gymnastique). In 1868 lag hij mee aan de basis van de Gymnastische Volkskring. Die ontstond uit de idee om naast de elitaire Société Gymnastique een Nederlandstalige turnvereniging voor volksmensen op te richten vanuit de overtuiging dat het een nuttig alternatief bood voor cafébezoek. Als lid van de commissies van Openbaar Onderwijs en van Openbare Gezondheid ijverde Cupérus voor de invoering van gymnastiek- en zwemonderwijs.
In 1850 werd turnen een verplicht vak in het middelbaar onderwijs en in 1879 ook in het lager onderwijs. Antwerpen was vooruit op de officiële wetgeving. Onder invloed van Isenbaert was in de loop van de jaren 1840 het turnen in de meeste middelbare scholen een feit geworden. Tussen 1850 en 1860 werden ook in bijna alle gemeentelijke basisscholen eenvoudige bewegingsoefeningen gegeven. Tegen 1882 waren veel scholen ook al goed uitgerust voor deze turnlessen, want tijdens de bondsfeesten, georganiseerd door de Antwerpse Bondsvereniging, werden ze hiervoor gelauwerd. De zalen waren ingericht naar het voorbeeld van de turnzaal die Cupérus in 1878 had ingericht in de gemeentelijke meisjesschool van de Provinciestraat. Buiten de schooluren werden ze ook gebruikt door turnverenigingen.
Vrouwe-
college