Kasteel
Veltwijck
Buitenverblijf in Ekeren
Het domein van Veltwijck gaat terug op een omwaterde hoeve uit de 14de eeuw. Rond 1440 kocht Jan van Ursel het goed en hij liet er een hof van plaisantie oprichten. Aangezien hij schepen in Antwerpen was, ging het niet om een vaste residentie, maar om een buitenverblijf. Hoven van plaisantie ontstonden in de 15de eeuw, maar werden in de 16de eeuw pas echt mode onder de rijke Antwerpenaren. Rond 1900 waren er rond Antwerpen nog steeds een 200-tal van deze buitenverblijven bewaard. Vanaf dan werden de meeste gesloopt en hun gronden verkaveld. Enkel hun naam bleef vaak behouden in toponiemen en straatnamen. De bewaarde hoven van plaisantie vormden vaak de basis voor de aanleg van een openbaar park.
Aert van Veltwijck
In 1545 werd het hof van Van Ursel, op dat moment in het bezit van de familie Happaert, verkocht op de Vrijdagmarkt. De koper was Aert van Veltwijck. Hij liet het bestaande huis rond 1555 grondig verbouwen of volledig vernieuwen. Wanneer zijn erfgenamen het in 1564 verkochten, was er sprake van een groot, nieuw huis van plaisantie. Het schilderij in de trapzaal geeft de toenmalige toestand weer: een gesloten vierkant complex met vier slanke hoektorens in het midden van een vijver.
Ordonnantie van de poorters der Stadt van Antwerpen
Via deze ordonnantie werd het Antwerps poorterrecht overgeleverd, maar het poorterrecht werd al veel langer toegepast. Zo was het poortersgeld al in 1298 van toepassing en de oudste poorterlijsten, inschrijvingen van nieuwe poorters, dateren van 1390.
In Antwerpen kon men op verschillende manieren poorter worden. Kinderen geboren in de Vrijheid waren van rechtswege poorter. Vrouwen konden het worden door een poorter te huwen en men kon het statuut ook kopen. Dit was niet voor iedereen weggelegd. Men een bewijs van goed gedrag voorleggen en over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Na een eedaflegging voor de vierschaar en het betalen van een aanzienlijk poortersgeld, kreeg men een poortersbrief als bewijs.
Het poorterschap bood voordelen op fiscaal, economisch, professioneel en juridisch vlak. Voor het lidmaatschap van bepaalde ambachten en het uitoefenen van bepaalde neringen of handelsfuncties was het poorterschap vereist. Poorters waren ook vrijgesteld van bepaalde tolgelden. Een poorter had ook verplichtingen. Hij moest zich met zijn gezin in de stad vestigen en er verblijven. Als hij die niet nakwam, dan kon hij zijn poorterschap verliezen. Wie lang buiten de stad wenste te wonen, moest zich als buitenpoorter inschrijven. Hij moest dan een jaargeld betalen en zijn voorrechten werden beperkt.
Poorterschap
In de Antwerpse schepenregisters van 1525 staat Aert van Veltwijck vermeld als lakenkoopman. In 1543 woonde hij in de handelsstad Bergen-op-Zoom, maar in 1556 werd hij poorter in Antwerpen. Dit betekende dat hij nergens anders nog poorter kon zijn, tenzij hij afstand deed van zijn poorterrecht. Op het moment dat hij poorter werd, was Aert van Veltwijck een rijke koopman met veel bezittingen, onder andere in Antwerpen en Ekeren. Hij was gehuwd met Katline vanden Eynde en ze hadden acht kinderen. Zijn echtgenote en hun buiten de Vrijheid geboren kinderen jonger dan 7 jaar kregen ook het poorterschap.
Verbouwingen
In 1795 kwam het complex in handen van Antoon Kannekens. Hij liet de voorgevel afbreken en de gracht gedeeltelijk opvullen. Zo ontstond het huidige U-vormig complex met binnenhof. Hij liet ook de Engelse landschapstuin aanleggen. De laatste grote wijzigingen werden aangebracht door Barones de Borrekens die rond 1905 een bijkomende verdieping op het hoofdgebouw liet oprichten. Tegelijkertijd werd het gebouw gerestaureerd naar ontwerp van Henri Blomme. De barones verkocht het goed in 1929 aan de gemeente Ekeren. De buitenste hofgrachten van vroeger zijn intussen verdwenen. Een gedeelte van het park werd opengesteld voor publiek en een gedeelte werd in 1931 verkaveld. In 1966 werd een L-vormig dienstgebouw opgericht.
Veltwijcklaan 27, 2180 Ekeren
Erfgoedwandeling ‘Op reis naar vroeger’
Bezoek kasteel
Veltwijcklaan 27, 2180 Ekeren
Erfgoedwandeling ‘Op reis naar vroeger’
Bezoek kasteel
Kasteel
Veltwijck
Ordonnantie van de poorters der Stadt van Antwerpen
Via deze ordonnantie werd het Antwerps poorterrecht overgeleverd, maar het poorterrecht werd al veel langer toegepast. Zo was het poortersgeld al in 1298 van toepassing en de oudste poorterlijsten, inschrijvingen van nieuwe poorters, dateren van 1390.
In Antwerpen kon men op verschillende manieren poorter worden. Kinderen geboren in de Vrijheid waren van rechtswege poorter. Vrouwen konden het worden door een poorter te huwen en men kon het statuut ook kopen. Dit was niet voor iedereen weggelegd. Men een bewijs van goed gedrag voorleggen en over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Na een eedaflegging voor de vierschaar en het betalen van een aanzienlijk poortersgeld, kreeg men een poortersbrief als bewijs.
Het poorterschap bood voordelen op fiscaal, economisch, professioneel en juridisch vlak. Voor het lidmaatschap van bepaalde ambachten en het uitoefenen van bepaalde neringen of handelsfuncties was het poorterschap vereist. Poorters waren ook vrijgesteld van bepaalde tolgelden. Een poorter had ook verplichtingen. Hij moest zich met zijn gezin in de stad vestigen en er verblijven. Als hij die niet nakwam, dan kon hij zijn poorterschap verliezen. Wie lang buiten de stad wenste te wonen, moest zich als buitenpoorter inschrijven. Hij moest dan een jaargeld betalen en zijn voorrechten werden beperkt.
Buitenverblijf in Ekeren
Het domein van Veltwijck gaat terug op een omwaterde hoeve uit de 14de eeuw. Rond 1440 kocht Jan van Ursel het goed en hij liet er een hof van plaisantie oprichten. Aangezien hij schepen in Antwerpen was, ging het niet om een vaste residentie, maar om een buitenverblijf. Hoven van plaisantie ontstonden in de 15de eeuw, maar werden in de 16de eeuw pas echt mode onder de rijke Antwerpenaren. Rond 1900 waren er rond Antwerpen nog steeds een 200-tal van deze buitenverblijven bewaard. Vanaf dan werden de meeste gesloopt en hun gronden verkaveld. Enkel hun naam bleef vaak behouden in toponiemen en straatnamen. De bewaarde hoven van plaisantie vormden vaak de basis voor de aanleg van een openbaar park.
Aert van Veltwijck
In 1545 werd het hof van Van Ursel, op dat moment in het bezit van de familie Happaert, verkocht op de Vrijdagmarkt. De koper was Aert van Veltwijck. Hij liet het bestaande huis rond 1555 grondig verbouwen of volledig vernieuwen. Wanneer zijn erfgenamen het in 1564 verkochten, was er sprake van een groot, nieuw huis van plaisantie. Het schilderij in de trapzaal geeft de toenmalige toestand weer: een gesloten vierkant complex met vier slanke hoektorens in het midden van een vijver.
Poorterschap
In de Antwerpse schepenregisters van 1525 staat Aert van Veltwijck vermeld als lakenkoopman. In 1543 woonde hij in de handelsstad Bergen-op-Zoom, maar in 1556 werd hij poorter in Antwerpen. Dit betekende dat hij nergens anders nog poorter kon zijn, tenzij hij afstand deed van zijn poorterrecht. Op het moment dat hij poorter werd, was Aert van Veltwijck een rijke koopman met veel bezittingen, onder andere in Antwerpen en Ekeren. Hij was gehuwd met Katline vanden Eynde en ze hadden acht kinderen. Zijn echtgenote en hun buiten de Vrijheid geboren kinderen jonger dan 7 jaar kregen ook het poorterschap.
Verbouwingen
In 1795 kwam het complex in handen van Antoon Kannekens. Hij liet de voorgevel afbreken en de gracht gedeeltelijk opvullen. Zo ontstond het huidige U-vormig complex met binnenhof. Hij liet ook de Engelse landschapstuin aanleggen. De laatste grote wijzigingen werden aangebracht door Barones de Borrekens die rond 1905 een bijkomende verdieping op het hoofdgebouw liet oprichten. Tegelijkertijd werd het gebouw gerestaureerd naar ontwerp van Henri Blomme. De barones verkocht het goed in 1929 aan de gemeente Ekeren. De buitenste hofgrachten van vroeger zijn intussen verdwenen. Een gedeelte van het park werd opengesteld voor publiek en een gedeelte werd in 1931 verkaveld. In 1966 werd een L-vormig dienstgebouw opgericht.