Grote Pieter Potstraat 15, 2000 Antwerpen
Pieter Potkapel
Pieter Pot
Pieter Pot (Dordrecht 1375 – Antwerpen 1450) was wolhandelaar, rijk geworden door handelsbetrekkingen met het Midden-Oosten. In 1415 vestigde hij zich in Antwerpen. Vier jaar later kocht hij een groot erf ten westen van de Hoogstraat. Kort daarna huwde hij met Maria Terrebroot. In 1433 bouwden ze op een deel van hun erf een kapel, toegewijd aan Sint-Salvator. Wekelijks werd er brood uitgedeeld aan de armen.
Cisterciënzers
Pieter Pot droeg in 1444 het dagelijks beheer van het aalmoezenhuis over aan cisterciënzermonniken. Zij bouwden een klooster, de Sint-Salvator of Pieter Potpriorij, dat zich omstreeks 1550 uitstrekte tussen de Vlasmarkt en de Haar-, Pieter Pot- en Hoogstraat. Van deze kloostergebouwen zijn slechts fragmenten bewaard. Aan de Grote Pieter Potstraat lagen de kapel, de brouwerij en het korenhuis met erachter een binnenplaats met het verblijf van de kloosterlingen.
Oprichting Kamer van de Huisarmen
In tijden van grote hongersnood volstonden de Tafels van de Heilige Geest niet. De Kamer was een nieuwe instelling waarbij de identificatie, selectie en controle van de arme aanzienlijk werd verscherpt. Rond 1540 bepaalde de magistraat dat de Tafels van de Heilige Geest, de godshuizen, het Sint-Julianusgasthuis en andere liefdadige instellingen hun goederen moesten overdragen aan de bestuurders van de Kamer van de Huisarmen om de steunfondsen te centraliseren.
Calvinisten
Tijdens de beeldenstorm in 1566 werden de gebouwen zwaar beschadigd. De graven van Pieter Pot en zijn echtgenote in de kapel werden vernield. In 1581 nam het Calvinistisch bewind het klooster in beslag en richtte de gebouwen in als stapelplaats voor het leger. Dwars door de kloostergronden werd in het laatste kwart van de 16de eeuw een nieuwe straat aangelegd en verschillende panden ten noorden ervan werden verkocht. Wanneer de kloosterlingen terug in het bezit kwamen van hun goed, noemden zij de nieuwe straat Kleine Pieter Potstraat. In 1591 herstelden ze ook de kapel. In 1652 werd het klooster verheven tot abdij. Dit ging gepaard met verbouwingswerken. Aan de Kleine Pieter Potstraat, ten noorden van de binnenplaats werd een infirmerie opgericht en aan de oostzijde een bibliotheekvleugel.
Tal van nieuwe invullingen
In 1796 werden de kloosterlingen verdreven door de Fransen. Het klooster werd openbaar verkocht en omgevormd tot woningen. Enkel de kapel bleef bewaard al werd de toren afgebroken. In 1846 deed ze dienst als synagoge. Het stucwerk op het gewelf dateert van die periode. In 1909 werd de kapel geïntegreerd in de parochiale jongensschool aan de Vlasmarkt. Om er klaslokalen in onder te brengen werden in 1921 een verdieping in geplaatst. Het schoolgebouw werd ondertussen omgevormd tot stadsappartementen. In de kapel werd in 2015 een meubelzaak ondergebracht.
Pieter Potkapel
Grote Pieter Potstraat 15, 2000 Antwerpen
Oprichting Kamer van de Huisarmen
In tijden van grote hongersnood volstonden de Tafels van de Heilige Geest niet. De Kamer was een nieuwe instelling waarbij de identificatie, selectie en controle van de arme aanzienlijk werd verscherpt. Rond 1540 bepaalde de magistraat dat de Tafels van de Heilige Geest, de godshuizen, het Sint-Julianusgasthuis en andere liefdadige instellingen hun goederen moesten overdragen aan de bestuurders van de Kamer van de Huisarmen om de steunfondsen te centraliseren.
Pieter Pot
Pieter Pot (Dordrecht 1375 – Antwerpen 1450) was wolhandelaar, rijk geworden door handelsbetrekkingen met het Midden-Oosten. In 1415 vestigde hij zich in Antwerpen. Vier jaar later kocht hij een groot erf ten westen van de Hoogstraat. Kort daarna huwde hij met Maria Terrebroot. In 1433 bouwden ze op een deel van hun erf een kapel, toegewijd aan Sint-Salvator. Wekelijks werd er brood uitgedeeld aan de armen.
Cisterciënzers
Pieter Pot droeg in 1444 het dagelijks beheer van het aalmoezenhuis over aan cisterciënzermonniken. Zij bouwden een klooster, de Sint-Salvator of Pieter Potpriorij, dat zich omstreeks 1550 uitstrekte tussen de Vlasmarkt en de Haar-, Pieter Pot- en Hoogstraat. Van deze kloostergebouwen zijn slechts fragmenten bewaard. Aan de Grote Pieter Potstraat lagen de kapel, de brouwerij en het korenhuis met erachter een binnenplaats met het verblijf van de kloosterlingen.
Calvinisten
Tijdens de beeldenstorm in 1566 werden de gebouwen zwaar beschadigd. De graven van Pieter Pot en zijn echtgenote in de kapel werden vernield. In 1581 nam het Calvinistisch bewind het klooster in beslag en richtte de gebouwen in als stapelplaats voor het leger. Dwars door de kloostergronden werd in het laatste kwart van de 16de eeuw een nieuwe straat aangelegd en verschillende panden ten noorden ervan werden verkocht. Wanneer de kloosterlingen terug in het bezit kwamen van hun goed, noemden zij de nieuwe straat Kleine Pieter Potstraat. In 1591 herstelden ze ook de kapel. In 1652 werd het klooster verheven tot abdij. Dit ging gepaard met verbouwingswerken. Aan de Kleine Pieter Potstraat, ten noorden van de binnenplaats werd een infirmerie opgericht en aan de oostzijde een bibliotheekvleugel.
Tal van nieuwe invullingen
In 1796 werden de kloosterlingen verdreven door de Fransen. Het klooster werd openbaar verkocht en omgevormd tot woningen. Enkel de kapel bleef bewaard al werd de toren afgebroken. In 1846 deed ze dienst als synagoge. Het stucwerk op het gewelf dateert van die periode. In 1909 werd de kapel geïntegreerd in de parochiale jongensschool aan de Vlasmarkt. Om er klaslokalen in onder te brengen werden in 1921 een verdieping in geplaatst. Het schoolgebouw werd ondertussen omgevormd tot stadsappartementen. In de kapel werd in 2015 een meubelzaak ondergebracht.