Hof Van Liere
Engelse Natie
Al in de 13de eeuw waren er Engelse handelaren in Antwerpen aanwezig. Ze verenigden zich in de Engelse Natie. Net als andere handelsnaties in de stad kregen ze allerlei privileges om hen aan de stad te binden. De Engelse wol en later het laken was immers een belangrijk handelsproduct. Zo kreeg de Engelse Natie vermindering of vrijstelling van allerlei taksen, mochten ze een eigen rechtssysteem installeren en stelde de stad hen infrastructuur ter beschikking. Voor hun activiteiten kregen ze in 1474 van de stad een pand in de Bullinckstraat, vandaag de Oude Beurs en later het Hof Van Liere in de Prinsstraat.
Stadspaleis
De omgeving van de Prinsstraat was tot het begin van de 16de eeuw een uitgestrekt gebied van raamhoven, blekerijen en boomgaarden. Tussen 1516 en 1522 werden hier straten aangelegd en huizen gebouwd. De wijk groeide uit tot een aristocratische buurt met talrijke koopmanswoningen. In deze periode liet burgemeester Arnold Van Liere hier een stadspaleis bouwen. In 1521, precies vijf eeuwen geleden, bezocht Albrecht Dürer, de grote Duitse kunstenaar het stadspaleis van burgemeester Van Liere. Na zijn overlijden, in 1529, kwam het in handen van de koopmansfamilie Draecke. In 1544 werd het aangekocht door de stad die het eerst ter beschikking stelde van de Italiaanse bankiersfamilie Salviati en daarna van de Engelse Natie. Ze gebruikten het complex als verblijfplaats voor Engelse diplomaten en als hoofdkantoor voor de Natie.
Pakhuizen
In 1560 deden de Engelse lakenhandelaren een beroep op de stad om pakhuisruimte voor hen te vinden. De stad liet pakhuizen oprichten op een aanpalend perceel in de Venusstraat. Ze gaf de opdracht aan stadssecretaris Jan Asseliers, zijn schoonmoeder, onderneemster en eigenares van de gronden Anna Janssen en vastgoedspeculant Christof Pruynen. Ze moesten 38 pakhuizen oprichten voor de Engelse Natie en mochten daaraan kelders en zolders toevoegen die ze mochten verhuren voor eigen rekening. Voorwaarde was dat de Engelse Natie daarbij voorrang kreeg.
Demografisch hoogtepunt van de stad
Van 33.000 inwoners in 1480 groeide Antwerpen tot 105.000 inwoners in 1568. Een deel daarvan was een vlottende groep die werd omschreven als ‘den vremden handelsman van alle natien vuyt alle provincien ende coninckrycken dagelycx gaende ende comende’ en bestond uit een 10.000 personen. De spectaculaire bevolkingsgroei in Antwerpen in de 16de eeuw was grotendeels te wijten aan immigratie.
Jezuïeten
In 1583 als gevolg van de Spaanse Furie (1576), verliet de Engelse Natie de stad. In 1607 vestigen de jezuïeten zich in het complex dat werd omgevormd tot een onderwijsinstelling. Wanneer de orde in 1773 werd afgeschaft, werden de gebouwen achtereenvolgens gebruikt als militaire academie, militair ziekenhuis en kazerne. In 1929 werden de jezuïeten weer eigenaar van het complex, de onderwijsfunctie werd dan hersteld. De instelling evolueerde van hogeschool tot het centrum van de stadscampus van de Universiteit Antwerpen.
Uitbreiding en verbouwingen
De patriciërswoning werd meermaals verbouwd, vergroot en aangepast. Vandaag bestaat het complex uit drie binnenplaatsen omgeven door sterk gerestaureerde neotraditionele vleugels. De oudste delen liggen rond de twee zuidelijke binnenkoeren aan de zijde van de Prinsstraat. Eén daarvan is voorzien van een galerij in Brabants-gotische stijl (1515-20), toegeschreven aan Dominicus de Waghemakere of zijn school. De Tassisvleugel, met renaissancegalerij uit 1612 aan de westzijde van de binnentuin, is een voorbeeld van de 17de-eeuwse uitbreidingen. De noordvleugel uit 1930 is uitgevoerd in een neotraditionele stijl die aansluit bij de oorspronkelijke bebouwing in bak- en zandsteenstijl.
Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen
Bezoek met gids
Hof Van Liere
Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen
Bezoek met gids
Demografisch hoogtepunt van de stad
Van 33.000 inwoners in 1480 groeide Antwerpen tot 105.000 inwoners in 1568. Een deel daarvan was een vlottende groep die werd omschreven als ‘den vremden handelsman van alle natien vuyt alle provincien ende coninckrycken dagelycx gaende ende comende’ en bestond uit een 10.000 personen. De spectaculaire bevolkingsgroei in Antwerpen in de 16de eeuw was grotendeels te wijten aan immigratie.
Engelse Natie
Al in de 13de eeuw waren er Engelse handelaren in Antwerpen aanwezig. Ze verenigden zich in de Engelse Natie. Net als andere handelsnaties in de stad kregen ze allerlei privileges om hen aan de stad te binden. De Engelse wol en later het laken was immers een belangrijk handelsproduct. Zo kreeg de Engelse Natie vermindering of vrijstelling van allerlei taksen, mochten ze een eigen rechtssysteem installeren en stelde de stad hen infrastructuur ter beschikking. Voor hun activiteiten kregen ze in 1474 van de stad een pand in de Bullinckstraat, vandaag de Oude Beurs en later het Hof Van Liere in de Prinsstraat.
Stadspaleis
De omgeving van de Prinsstraat was tot het begin van de 16de eeuw een uitgestrekt gebied van raamhoven, blekerijen en boomgaarden. Tussen 1516 en 1522 werden hier straten aangelegd en huizen gebouwd. De wijk groeide uit tot een aristocratische buurt met talrijke koopmanswoningen. In deze periode liet burgemeester Arnold Van Liere hier een stadspaleis bouwen. In 1521, precies vijf eeuwen geleden, bezocht Albrecht Dürer, de grote Duitse kunstenaar het stadspaleis van burgemeester Van Liere. Na zijn overlijden, in 1529, kwam het in handen van de koopmansfamilie Draecke. In 1544 werd het aangekocht door de stad die het eerst ter beschikking stelde van de Italiaanse bankiersfamilie Salviati en daarna van de Engelse Natie. Ze gebruikten het complex als verblijfplaats voor Engelse diplomaten en als hoofdkantoor voor de Natie.
Pakhuizen
In 1560 deden de Engelse lakenhandelaren een beroep op de stad om pakhuisruimte voor hen te vinden. De stad liet pakhuizen oprichten op een aanpalend perceel in de Venusstraat. Ze gaf de opdracht aan stadssecretaris Jan Asseliers, zijn schoonmoeder, onderneemster en eigenares van de gronden Anna Janssen en vastgoedspeculant Christof Pruynen. Ze moesten 38 pakhuizen oprichten voor de Engelse Natie en mochten daaraan kelders en zolders toevoegen die ze mochten verhuren voor eigen rekening. Voorwaarde was dat de Engelse Natie daarbij voorrang kreeg.
Jezuïeten
In 1583 als gevolg van de Spaanse Furie (1576), verliet de Engelse Natie de stad. In 1607 vestigen de jezuïeten zich in het complex dat werd omgevormd tot een onderwijsinstelling. Wanneer de orde in 1773 werd afgeschaft, werden de gebouwen achtereenvolgens gebruikt als militaire academie, militair ziekenhuis en kazerne. In 1929 werden de jezuïeten weer eigenaar van het complex, de onderwijsfunctie werd dan hersteld. De instelling evolueerde van hogeschool tot het centrum van de stadscampus van de Universiteit Antwerpen.
Uitbreiding en verbouwingen
De patriciërswoning werd meermaals verbouwd, vergroot en aangepast. Vandaag bestaat het complex uit drie binnenplaatsen omgeven door sterk gerestaureerde neotraditionele vleugels. De oudste delen liggen rond de twee zuidelijke binnenkoeren aan de zijde van de Prinsstraat. Eén daarvan is voorzien van een galerij in Brabants-gotische stijl (1515-20), toegeschreven aan Dominicus de Waghemakere of zijn school. De Tassisvleugel, met renaissancegalerij uit 1612 aan de westzijde van de binnentuin, is een voorbeeld van de 17de-eeuwse uitbreidingen. De noordvleugel uit 1930 is uitgevoerd in een neotraditionele stijl die aansluit bij de oorspronkelijke bebouwing in bak- en zandsteenstijl.