Bourlaschouwburg
Ontstaan
De Bourlaschouwburg werd opgericht ter vervanging van het 16de-eeuwse tapissierspand, een verkoopshal voor tapijten. In 1829 werd het pand afgebroken en stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla ontwierp het Théatre Royal Français. In 1834 werd het theater voltooid en werd het gezien als één van de beste van Europa. Er werd vooral Franstalige opera gebracht. Exact honderd jaar later, in 1934, nam de Koninklijke Nederlandse Schouwburg het over. Tot op de dag van vandaag, maakt en toont men in deze neoclassisistische schouwburg voornamelijk Nederlandstalig theater.
Grandeur
Doordat de Komedieplaats weinig plaats bood om een groots volume te bouwen, creëerde Bourla een halfronde gevel in neoclassicistische stijl en decoreerde deze met borstbeelden van auteurs en componisten. De indrukwekkende figuren van Apollo en zijn negen muzen zetten de grandeur helemaal in de verf. Via de gietijzeren poorten reden rijtuigen hun welgestelde eigenaars onder het afdak, zodat ze beschermd waren tegen regen en wind. Op de eerste verdieping werd de uitbundige foyer ook als concert- en balzaal gebruikt.
Antwerpen culturele hoofdstad van Europa
Sinds 1985 wordt jaarlijks een Europese stad uitgeroepen tot ‘culturele hoofdstad van Europa’. Sinds 2004 werden het elk jaar twee steden. De aangeduide landen kunnen zelf een stad voorstellen. Het doel is om de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen te tonen en burgers van de Europsese Unie met elkaar te laten kennismaken. In het kader van ‘Antwerpen ’93’ werd de Bourlaschouwburg gerestaureerd.
Interieur van Bourla
Eenmaal in de theaterzaal, centraal in het gebouw, zijn de principes van het théâtre à l’Italienne goed te zien. De binnendecoratie is in neoclassicistische stijl aangebracht door interieurkunstenaars Philastre en Cambon uit Parijs. Ook de geschilderde koepel als plafond, een trompe l’oeil, is van hun hand. Notabelen vonden hun plek in de loges in de benedenzaal. De welgestelde klasse uit de wijde omgeving bezat (privé)loges op het eerste balkon. De koninklijke loges bevonden zich aan weerszijden van de scène. Helemaal boven, na de drastische verbouwing van 1865, kon het ‘gewone volk’ plaatsnemen in ‘den Uil’. Er waren zelfs speciale trappen, aan weerszijden van het gebouw (coté cour en coté jardin) om de lagere klasse rechtstreeks van buiten naar het vierde balkon te loodsen (en weer terug). Onder geen beding kwamen de verschillende klassen met elkaar in contact.
Komedieplaats 18, 2000 Antwerpen
Bourlaschouwburg
Komedieplaats 18, 2000 Antwerpen
Antwerpen culturele hoofdstad van Europa
Sinds 1985 wordt jaarlijks een Europese stad uitgeroepen tot ‘culturele hoofdstad van Europa’. Sinds 2004 werden het elk jaar twee steden. De aangeduide landen kunnen zelf een stad voorstellen. Het doel is om de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen te tonen en burgers van de Europsese Unie met elkaar te laten kennismaken. In het kader van ‘Antwerpen ’93’ werd de Bourlaschouwburg gerestaureerd.
Ontstaan
De Bourlaschouwburg werd opgericht ter vervanging van het 16de-eeuwse tapissierspand, een verkoopshal voor tapijten. In 1829 werd het pand afgebroken en stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla ontwierp het Théatre Royal Français. In 1834 werd het theater voltooid en werd het gezien als één van de beste van Europa. Er werd vooral Franstalige opera gebracht. Exact honderd jaar later, in 1934, nam de Koninklijke Nederlandse Schouwburg het over. Tot op de dag van vandaag, maakt en toont men in deze neoclassisistische schouwburg voornamelijk Nederlandstalig theater.
Grandeur
Doordat de Komedieplaats weinig plaats bood om een groots volume te bouwen, creëerde Bourla een halfronde gevel in neoclassicistische stijl en decoreerde deze met borstbeelden van auteurs en componisten. De indrukwekkende figuren van Apollo en zijn negen muzen zetten de grandeur helemaal in de verf. Via de gietijzeren poorten reden rijtuigen hun welgestelde eigenaars onder het afdak, zodat ze beschermd waren tegen regen en wind. Op de eerste verdieping werd de uitbundige foyer ook als concert- en balzaal gebruikt.
Interieur van Bourla
Eenmaal in de theaterzaal, centraal in het gebouw, zijn de principes van het théâtre à l’Italienne goed te zien. De binnendecoratie is in neoclassicistische stijl aangebracht door interieurkunstenaars Philastre en Cambon uit Parijs. Ook de geschilderde koepel als plafond, een trompe l’oeil, is van hun hand. Notabelen vonden hun plek in de loges in de benedenzaal. De welgestelde klasse uit de wijde omgeving bezat (privé)loges op het eerste balkon. De koninklijke loges bevonden zich aan weerszijden van de scène. Helemaal boven, na de drastische verbouwing van 1865, kon het ‘gewone volk’ plaatsnemen in ‘den Uil’. Er waren zelfs speciale trappen, aan weerszijden van het gebouw (coté cour en coté jardin) om de lagere klasse rechtstreeks van buiten naar het vierde balkon te loodsen (en weer terug). Onder geen beding kwamen de verschillende klassen met elkaar in contact.