Nicole Rijkens, toekomstverkenner
en mede-oprichtster van toekomstbureau Pantopicon
naar knelpunten.
Welke rol speelde Pantopicon in dit traject?
Ik was samen met mijn collega Nik Baerten procesbegeleider van het innovatietraject dat de bouwstenen van de sociaal circulaire voedselhub moet uitwerken.
Daarnaast ben ik ook expert in alles wat met duurzaamheid te maken heeft. Zowel bij Pantopicon als aan het Maastricht Sustainability Institute (Universiteit Maastricht) werk ik al mijn hele loopbaan rond duurzame transities.
Sinds een aantal jaren staat de circulaire transitie volop in de kijker. De klimaatverandering, schaarste in grondstoffen en problemen met de biodiversiteit zorgen ervoor dat we duurzamer moeten omgaan met materialen, water, voedsel en energie. We moeten deze stromen sluiten, vernauwen of vertragen om een antwoord te kunnen bieden op die complexe problemen.
Deelnemen aan dit innovatietraject was een boeiende verkenning die veel energie heeft gegeven.
Wat was het doel van dit innovatietraject?
Binnen dit traject werkten veel organisaties en mensen samen. Het zijn allemaal stakeholders die met een vernieuwende blik kijken naar ons voedselsysteem. Dat voedselsysteem reikt overigens veel verder dan de stad. In de haven komt bijvoorbeeld veel voedsel binnen voor andere regio's. En veel voedselproducenten, zoals boeren, liggen buiten de stad.
We hebben ons voedselsysteem vanuit verschillende invalshoeken geanalyseerd en gezocht naar de knelpunten in het systeem. Dat lukte omdat uiteenlopende stakeholders hun kennis deelden. Logistieke bedrijven, sociale organisaties, boeren, horeca, retailers, sociale economie ... Allemaal zorgden ze voor een stukje van de grote puzzel.
Zo detecteerden we samen knelpunten, bijvoorbeeld rond duurzame logistiek, voedsellekken in de keten van productie tot consumptie, duurzame voedselproductie, toegankelijkheid van gezond voedsel ...
Wat kan een voedselhub betekenen voor de stad?
Een sociaal circulaire voedselhub kan veel waarde creëren voor een stad. Zo zijn er voordelen op het vlak van werkgelegenheid. Een voedselhub is geschikt om jobs te creëren voor mensen die moeilijker werk vinden.
Maar ook ecologisch transport, kortere voedselketens en meer gezonde voeding kunnen dankzij een voedselhub versnellen en opschalen. Iets wat ook waardevol is voor bijvoorbeeld organisaties die mensen in armoede helpen.
Waar staan we nu?
Na 1,5 jaar hard werken hebben we een divers netwerk van organisaties gevormd. Ze hebben samen het voedselsysteem geanalyseerd, een visie voor de voedselhub ontwikkeld en de krijtlijnen voor een businessmodel op papier gezet.
Na die fase van co-creatie volgt nu de testfase. Pilootprojecten zullen specifieke elementen van de voedselhub testen. Het wordt enorm interessant om te kijken welke ideeën haalbaar zijn en waar we moeten bijsturen.
Later zullen alle inzichten en lessen worden samengebracht. Dan kan worden gewerkt aan het grotere kader van de voedselhub: Welke locatie is geschikt? Welke rol speelt de lokale overheid? Welke organisatiestructuur werkt het beste?
Hoe blik je terug op dit traject?
Het was een ervaring die ik niet had willen missen. Ik ontmoette de voorbije maanden talloze interessante mensen. Elk van hen, of elke organisatie, heeft zijn eigen logica. Die logica's samenbrengen, begrijpen en smeden tot een geheel was ook voor mij een erg leerrijk proces.
Het was fijn om aan dit Antwerps project te mogen meewerken. Er zijn al voedselhubs in Europa, maar in Antwerpen wil echt iedereen er iets unieks en waardevol van maken.
Dat is mooi.
naar knelpunten.
Nicole Rijkens, toekomstverkenner
en mede-oprichtster van toekomstbureau Pantopicon
Welke rol speelde Pantopicon in dit traject?
Ik was samen met mijn collega Nik Baerten procesbegeleider van het innovatietraject dat de bouwstenen van de sociaal circulaire voedselhub moet uitwerken.
Daarnaast ben ik ook expert in alles wat met duurzaamheid te maken heeft. Zowel bij Pantopicon als aan het Maastricht Sustainability Institute (Universiteit Maastricht) werk ik al mijn hele loopbaan rond duurzame transities.
Sinds een aantal jaren staat de circulaire transitie volop in de kijker. De klimaatverandering, schaarste in grondstoffen en problemen met de biodiversiteit zorgen ervoor dat we duurzamer moeten omgaan met materialen, water, voedsel en energie. We moeten deze stromen sluiten, vernauwen of vertragen om een antwoord te kunnen bieden op die complexe problemen.
Deelnemen aan dit innovatietraject was een boeiende verkenning die veel energie heeft gegeven.
Wat was het doel van dit innovatietraject?
Binnen dit traject werkten veel organisaties en mensen samen. Het zijn allemaal stakeholders die met een vernieuwende blik kijken naar ons voedselsysteem. Dat voedselsysteem reikt overigens veel verder dan de stad. In de haven komt bijvoorbeeld veel voedsel binnen voor andere regio's. En veel voedselproducenten, zoals boeren, liggen buiten de stad.
We hebben ons voedselsysteem vanuit verschillende invalshoeken geanalyseerd en gezocht naar de knelpunten in het systeem. Dat lukte omdat uiteenlopende stakeholders hun kennis deelden. Logistieke bedrijven, sociale organisaties, boeren, horeca, retailers, sociale economie ... Allemaal zorgden ze voor een stukje van de grote puzzel.
Zo detecteerden we samen knelpunten, bijvoorbeeld rond duurzame logistiek, voedsellekken in de keten van productie tot consumptie, duurzame voedselproductie, toegankelijkheid van gezond voedsel ...
Wat kan een voedselhub betekenen voor de stad?
Een sociaal circulaire voedselhub kan veel waarde creëren voor een stad. Zo zijn er voordelen op het vlak van werkgelegenheid. Een voedselhub is geschikt om jobs te creëren voor mensen die moeilijker werk vinden.
Maar ook ecologisch transport, kortere voedselketens en meer gezonde voeding kunnen dankzij een voedselhub versnellen en opschalen. Iets wat ook waardevol is voor bijvoorbeeld organisaties die mensen in armoede helpen.
Waar staan we nu?
Na 1,5 jaar hard werken hebben we een divers netwerk van organisaties gevormd. Ze hebben samen het voedselsysteem geanalyseerd, een visie voor de voedselhub ontwikkeld en de krijtlijnen voor een businessmodel op papier gezet.
Na die fase van co-creatie volgt nu de testfase. Pilootprojecten zullen specifieke elementen van de voedselhub testen. Het wordt enorm interessant om te kijken welke ideeën haalbaar zijn en waar we moeten bijsturen.
Later zullen alle inzichten en lessen worden samengebracht. Dan kan worden gewerkt aan het grotere kader van de voedselhub: Welke locatie is geschikt? Welke rol speelt de lokale overheid? Welke organisatiestructuur werkt het beste?
Hoe blik je terug op dit traject?
Het was een ervaring die ik niet had willen missen. Ik ontmoette de voorbije maanden talloze interessante mensen. Elk van hen, of elke organisatie, heeft zijn eigen logica. Die logica's samenbrengen, begrijpen en smeden tot een geheel was ook voor mij een erg leerrijk proces.
Het was fijn om aan dit Antwerps project te mogen meewerken. Er zijn al voedselhubs in Europa, maar in Antwerpen wil echt iedereen er iets unieks en waardevol van maken.
Dat is mooi.