Waterpoort
Triomfboog
Ferdinand van Oostenrijk was de jongere broer van Filips IV, die sinds 1621 koning van Spanje was. Hij had zijn broer aangesteld als landvoogd. De Waterpoort, opgericht in 1624 en opgevat als een triomfboog, was een hulde aan deze vorst. Ze maakte deel uit van de Spaanse omwalling en stond aan de Schelde, op het einde van de Vlasmarkt, ingebouwd tussen de twee gevelwanden. Het ontwerp wordt op basis van stilistische en vormelijke aanwijzingen toegeschreven aan Rubens. Het beeldhouwwerk werd uitgevoerd door Huybrecht van den Eynde (1594-1661) en Hans van Mildert (1585-1638). Bij haar oprichting kreeg ze de naam Porta Regia of Koningspoort.
Weelderig gedecoreerd
De Scheldezijde van de poort heeft een gesloten en robuust karakter. De riviergod Scaldis speelt de hoofdrol. Oorspronkelijk werd deze geflankeerd door twee dolfijnen. In zijn rechterhand heeft hij een hoorn des overvloeds, in de linker een kruik waaruit water stroomt, een verwijzing naar de Schelde. Op de inscriptieplaat staat in het Latijn te lezen: Aan Hem, wiens Ganges, Rhijn en Taag en de Indus groeten, Als heerser, vloeit de Schelde ook nederig aan zijn voeten. De Booms, die ze in de tijd van Karel heeft getorst, Draagt ze eens op Uw wenk, Philippus, grote vorst, De Raad en het volk van Antwerpen hebben dit gebouw ingewijd 15 april 1624.
De stadszijde van de poort is opener en oogt minder zwaar. Op de inscriptieplaat boven de doorgang staat dat de koninklijke poort werd opgericht tot verdediging en verfraaiing van de stad, in 1624, onder de burgemeesters Jan Happart en Karel de Mere, en de schatkistbewaarders Jan Roose, Reinold Hugens en Adam Leermans. De heraldische leeuwen erboven dragen het gekroonde Habsburgse wapenschild. Het is voorzien van de keten van het Gulden Vlies van Filips IV.
Aan de poort grensde een pagaddertoren die vanuit de poort toegankelijk was. Het poortgebouw was toegankelijk via twee deuren aan de stadszijde, aan weerszijden van de poortdoorgang.
Blijde intrede van Ferdinand van Oostenrijk (1609-1641)
Ferdinand volgde zijn tante Isabella op als landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Zijn blijde intrede werd groots gevierd. Met veel praal, muziek, toneel, kunst en kitsch werden ze in de belangrijkste steden van hun rijk ontvangen. Voor deze viering werd Rubens gevraagd om voor de decoraties te zorgen. De taferelen waren een mengeling van verheerlijking van het Habsburgse geslacht en mythologische scenes, maar ook van sociale kritiek. Antwerpen ging nog steeds gebukt onder de sluiting van de Schelde. Van de landvoogd werd verwacht om deze op te heffen.
De wandelende poort
Op het einde van de 19de eeuw stond de poort in de weg voor de geplande rechttrekking van de Scheldekaaien. In 1882 werd ze daarom verplaatst naar de pas gedempte Sint-Jansvliet. Op het ogenblik van de verplaatsing waren de heraldische leeuwen, de wapens en de Scaldisfiguur reeds vervangen door kopieën.
De verplaatsing zelf bracht ook enkele wijzigingen mee. Op de Sint-Jansvliet kwam de poort vrij te staan. De zijkanten kregen een afwerking die vormelijk overeen kwam met de rest van de poort. Tegelijkertijd werden zowel de sokkel als de onderbouw van de poort opgehoogd. De pagaddertoren werd niet mee heropgebouwd. In 1884 werd het gebouw als woning toegewezen aan hoofdsluizenier van de ruien, Corneel Hendrickx.
Wanneer in 1931 werd beslist dat het toegangsgebouw voor de voetgangerstunnel op de Sint-Jansvliet kwam, werd de poort opnieuw gedemonteerd. Na enkel jaren in een stadsmagazijn werd ze in 1936 heropgebouwd op de Gillisplaats. Er is weinig informatie over het oorspronkelijk interieur. Bij de laatste verplaatsing werden de vloeren in gewapend beton uitgevoerd en werden moderne nutsvoorzieningen en sanitair toegevoegd. Delen van de blauwe hardstenen trappen, vermoedelijk toegevoegd bij de eerste verplaatsing, werden waarschijnlijk wel gerecupereerd.
Enige nog zichtbare stadspoort
De Waterpoort is de enige bewaard gebleven toegangspoort van de talrijke stadspoorten die Antwerpen in de loop van haar geschiedenis rijk was. De stad vroeg een premie aan voor de restauratie. Zodra deze toegekend is wordt ze gerestaureerd.
Gillisplaats, 2000 Antwerpen
Bezoek met gids
Waterpoort
Gillisplaats, 2000 Antwerpen
Bezoek met gids
Blijde intrede van Ferdinand van Oostenrijk (1609-1641)
Ferdinand volgde zijn tante Isabella op als landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Zijn blijde intrede werd groots gevierd. Met veel praal, muziek, toneel, kunst en kitsch werden ze in de belangrijkste steden van hun rijk ontvangen. Voor deze viering werd Rubens gevraagd om voor de decoraties te zorgen. De taferelen waren een mengeling van verheerlijking van het Habsburgse geslacht en mythologische scenes, maar ook van sociale kritiek. Antwerpen ging nog steeds gebukt onder de sluiting van de Schelde. Van de landvoogd werd verwacht om deze op te heffen.
Triomfboog
Ferdinand van Oostenrijk was de jongere broer van Filips IV, die sinds 1621 koning van Spanje was. Hij had zijn broer aangesteld als landvoogd. De Waterpoort, opgericht in 1624 en opgevat als een triomfboog, was een hulde aan deze vorst. Ze maakte deel uit van de Spaanse omwalling en stond aan de Schelde, op het einde van de Vlasmarkt, ingebouwd tussen de twee gevelwanden. Het ontwerp wordt op basis van stilistische en vormelijke aanwijzingen toegeschreven aan Rubens. Het beeldhouwwerk werd uitgevoerd door Huybrecht van den Eynde (1594-1661) en Hans van Mildert (1585-1638). Bij haar oprichting kreeg ze de naam Porta Regia of Koningspoort.
Weelderig gedecoreerd
De Scheldezijde van de poort heeft een gesloten en robuust karakter. De riviergod Scaldis speelt de hoofdrol. Oorspronkelijk werd deze geflankeerd door twee dolfijnen. In zijn rechterhand heeft hij een hoorn des overvloeds, in de linker een kruik waaruit water stroomt, een verwijzing naar de Schelde. Op de inscriptieplaat staat in het Latijn te lezen: Aan Hem, wiens Ganges, Rhijn en Taag en de Indus groeten, Als heerser, vloeit de Schelde ook nederig aan zijn voeten. De Booms, die ze in de tijd van Karel heeft getorst, Draagt ze eens op Uw wenk, Philippus, grote vorst, De Raad en het volk van Antwerpen hebben dit gebouw ingewijd 15 april 1624.
De stadszijde van de poort is opener en oogt minder zwaar. Op de inscriptieplaat boven de doorgang staat dat de koninklijke poort werd opgericht tot verdediging en verfraaiing van de stad, in 1624, onder de burgemeesters Jan Happart en Karel de Mere, en de schatkistbewaarders Jan Roose, Reinold Hugens en Adam Leermans. De heraldische leeuwen erboven dragen het gekroonde Habsburgse wapenschild. Het is voorzien van de keten van het Gulden Vlies van Filips IV.
Aan de poort grensde een pagaddertoren die vanuit de poort toegankelijk was. Het poortgebouw was toegankelijk via twee deuren aan de stadszijde, aan weerszijden van de poortdoorgang.
De wandelende poort
Op het einde van de 19de eeuw stond de poort in de weg voor de geplande rechttrekking van de Scheldekaaien. In 1882 werd ze daarom verplaatst naar de pas gedempte Sint-Jansvliet. Op het ogenblik van de verplaatsing waren de heraldische leeuwen, de wapens en de Scaldisfiguur reeds vervangen door kopieën.
De verplaatsing zelf bracht ook enkele wijzigingen mee. Op de Sint-Jansvliet kwam de poort vrij te staan. De zijkanten kregen een afwerking die vormelijk overeen kwam met de rest van de poort. Tegelijkertijd werden zowel de sokkel als de onderbouw van de poort opgehoogd. De pagaddertoren werd niet mee heropgebouwd. In 1884 werd het gebouw als woning toegewezen aan hoofdsluizenier van de ruien, Corneel Hendrickx.
Wanneer in 1931 werd beslist dat het toegangsgebouw voor de voetgangerstunnel op de Sint-Jansvliet kwam, werd de poort opnieuw gedemonteerd. Na enkel jaren in een stadsmagazijn werd ze in 1936 heropgebouwd op de Gillisplaats. Er is weinig informatie over het oorspronkelijk interieur. Bij de laatste verplaatsing werden de vloeren in gewapend beton uitgevoerd en werden moderne nutsvoorzieningen en sanitair toegevoegd. Delen van de blauwe hardstenen trappen, vermoedelijk toegevoegd bij de eerste verplaatsing, werden waarschijnlijk wel gerecupereerd.
Enige nog zichtbare stadspoort
De Waterpoort is de enige bewaard gebleven toegangspoort van de talrijke stadspoorten die Antwerpen in de loop van haar geschiedenis rijk was. De stad vroeg een premie aan voor de restauratie. Zodra deze toegekend is wordt ze gerestaureerd.