Een klimaat-veilige en leefbare stad
Antwerpen wil klimaatrobuust zijn tegen 2050. Dit betekent dat we als stad de uitdagingen aanpakken waarmee we geconfronteerd worden, zoals wateroverlast en -tekorten, droogte, hitte en extreme weersomstandigheden. Ons aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering doen we door meer en kwalitatief groen en water te voorzien. Verharde terreinen willen we zoveel mogelijk vergroenen zodat het water kan insijpelen en op die manier vertraagd kan wegstromen of opnieuw gebruikt kan worden. Stuk voor stuk nemen we maatregelen waarmee we niet alleen aan de toekomst werken maar ook vandaag een aangename, leefbare, en klimaatveilige stad creëren voor onze bewoners, bezoekers en bedrijven.
7.2 Doelstellingen
7.3 Maatregelen
7.1 Wat doen we al?
Het nieuwe Schengenplein op het Eilandje.
© Toon Grobet
7.1.1 Studies zorgen voor onderbouwde beleidsplannen
Een veerkrachtige stad wordt niet op één dag gebouwd. We lieten de voorbije jaren tal van lokale klimaatmodellen, impactstudies en bijbehorend kaartmateriaal maken die specifieke knelpunten van de stad in kaart brachten zoals:
- watergevoelige locaties bij hevige regenval in de stad;
- overstromingsgevoelige locaties langs lokale waterlopen;
- gevoelige locaties voor hittestress en socio-demografische kwetsbaarheden;
- droogtegevoelige locaties en waterschaarste.
7.1.2 Groenplan zorgt voor aaneengesloten ecologische structuur
Om de groenzones van de stad te verbinden en te versterken, keurde de stad Antwerpen in 2017 het stedelijk ‘Groenplan’ goed. Vijf superparken en daarnaast een groene nevel van kleinschalige parken en plantsoenen zullen een grote ecologische structuur vormen die de stad kan wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Als alle acties uit het Groenplan gerealiseerd worden, zal het volledige groenareaal van de stad, op dit moment zo’n 6.200 hectare, met 3% of 187 hectare groeien. De komende jaren maken verschillende districten van de stad een districtsgroenplan op, waarin de principes van het Groenplan verder verfijnd zullen worden voor de specifieke groenstructuren in het district.
7.1.3 Slim omgaan met water dankzij het Waterplan
Het Waterplan wil Antwerpen opnieuw als waterstad op de kaart zetten. Dit betekent water een prominente plek geven zodat het aangenaam is om te vertoeven, te spelen, en er tegelijk voor zorgen dat er geen overstromingen zijn bij extreme regenval. Met de goedkeuring van het ‘Waterplan’ in 2019, heeft de stad een visie tot 2050, op wateroverlast, -kwaliteit, -beschikbaarheid en -bewustzijn. De idee is hemelwater30 zo veel mogelijk vertraagd af te voeren en lokaal te laten insijpelen, opvangen of hergebruiken, als een ‘hemelwatercascade’. Het Waterplan wordt gebruikt als leidraad voor zowel grote stadsontwikkelingsprojecten als kleinere ingrepen op het openbaar domein.
7.1.4 Strategisch ruimteplan Antwerpen (SRA)
In de goedgekeurde inspiratienota van het Strategisch Ruimteplan Antwerpen (SRA), zet de stad de lijnen uit voor een toekomstvisie op de invulling van de ruimte in de stad tot 2050. De focus ligt daarbij op Antwerpen als levendige woonstad op maat van de Antwerpenaren, als slimme netwerkstad en als robuust landschap met ruimte voor groen, water en recreatie.
7.1.5 Concrete stadsontwikkelingsprojecten verbeelden de stad van morgen
De plannen en ruimtelijke visies worden vertaald in concrete stadsontwikkelingsprojecten. Hierdoor wordt stadsvernieuwing versneld in gang gezet en krijgt de stad van morgen vorm. Door hoge klimaatambities te stellen in deze projecten worden er ook grote winsten geboekt om delen van de stad klimaatrobuust te maken.
Een van de belangrijkste klimaatprojecten in uitvoering is het masterplan Scheldekaaien, dat kadert in het Sigmaplan31. Het plan biedt tegen 2030 een antwoord op overstromingen door een stijging van de zeespiegel en stormtij op de Schelde. De klimaatuitdaging wordt hier als kans genomen om de stadsvernieuwing langs de Schelde in te zetten. De drie doelstellingen van het plan zijn de stabilisatie en renovatie van de historische kaaimuur, de verhoging van de waterkering tot 9,25 meter conform het geactualiseerde Sigmaplan en de heraanleg van de kaaistrook als een van de meest prominente publieke ruimten in Antwerpen. Ook op Linkeroever zullen de Scheldeboorden opgehoogd worden. De toekomstvisie wordt uitgewerkt in masterplan Scheldeboorden Linkeroever.
De Grote Verbinding is het leefbaarheidsproject van de toekomst voor Antwerpen en de randgemeenten. Dit project gaat zowel over het rond maken van de Ring (Oosterweelverbinding), als over leefbaarheidsprojecten zoals overkappingen, Ringparken en een Scheldebrug. Onder de regie van een intendant wordt de nieuwe ruimte getransformeerd in grote verkoelende groengebieden, een Superpark waar geluidsoverlast en slechte luchtkwaliteit serieus zal teruggedrongen worden en waar grootschalige waterbuffering grote delen van de stad klimaatrobuust zullen maken.
Ook de heraanleg van de gedempte Zuiderdokken bood een uitgelezen kans om de hele Zuidwijk in één slag klimaatrobuust te maken. Hier werd rekening gehouden met klimaatprognoses tot in 2100. Naast 9 hectare bijkomend groen in de wijk, werd er een vernieuwend en circulair waterconcept uitgedacht. Het resultaat is een brede waaier aan toepassingen van regentuinen, wadi’s, spiegelvijvers en noodbuffers tot collectieve regenwaterputten, met voldoende water voor het onderhoud van de bomen en straten van het stadscentrum, en een waterzuivering van hemelwater tot drinkwater ten behoeve van een nieuwe woonblok op Nieuw Zuid.
7.1.6 Ruimte voor groen en water geeft aantrekkelijke leefruimtes
Het voormalige Militair Hospitaal is omgevormd tot een autovrije, groene woon- en werkplek in het midden van de stad: ‘t Groen kwartier’. Op ‘Nieuw Zuid’ nabij het centrum en ‘Groen Zuid’ in Hoboken zorgen de wadi’s32 voor een groen, ecologisch en modern ogend openbaar domein.
Het ‘park van Eden’ in Wilrijk, het ‘Rozemaaipark’ in Ekeren en de uitbreiding van het ‘natuurpark Wolvenberg’ als deel van het Brialmontpark in Berchem tonen ons vandaag al dat bufferzones voor extreme regenval hun dienst bewijzen én dat ze tegelijk ook leuke speel- en vertoefplekken kunnen zijn. In het natuurpark Wolvenberg wordt onderzocht hoe waterbuffering uit de omliggende straten en wijk in het park, dankzij een op de natuur gebaseerde waterzuiveringstechnologie, kan worden ingezet om de verdroging van het natuurgebied erlangs aan te pakken.
Het ‘park Groot Schijn’ in Deurne, bewijst ook hoe meer ruimte voor het overstromingsgebied van de rivier kan worden gecombineerd met recreatie,nieuwe natuur en de verdere uitbouw van een belangrijke groene long voor de stad Antwerpen.
7.3.1 Antwerpen beschermt zich tegen wateroverlast
Door de lage ligging van Antwerpen aan de getijdenrivier de Schelde en door de vele straten en pleinen (verharding), heeft wateroverlast in de stad twee gezichten. Enerzijds is er het risico op overstromingen van straten vanuit riolen, anderzijds is er het risico dat de Schelde en kleinere waterlopen uit hun oevers treden. De klimaatverandering versterkt dit nog eens: een gedetailleerde regenwaterstudie voorspelt langere en extremere periodes van droogte en nattere winters. De regen buien zullen korter, maar heviger zijn. Dit wordt, in vergelijking met andere plekken in Vlaanderen, nog versterkt door onder meer het stedelijke hitte-eiland effect. Als stad nemen we maatregelen om overtollig water als gevolg van neerslag of als gevolg van de stijgende zeespiegel, in te dijken.
De stad beschermen tegen overstromingen vanuit waterlopen
De komende jaren worden de verhoging en inrichting van de Scheldekaaien verder voltooid: het centrumgedeelte en deel aan het Loodswezen. Via een studie wil de stad verdere kennis opbouwen en de restrisico’s van Scheldeoverstromingen tijdens en na de werken, beter in kaart brengen. Volgens de principes van de ‘meerlaagse veiligheid’33 kunnen de infrastructurele werken van het Sigmaplan aangevuld worden met een aangepast stedelijk rampenplan. Ook zal de impact van steeds veranderende internationale klimaatprognoses op de waterveiligheid worden onderzocht.
De stad faciliteert acties van de Provincie en het Vlaamse Gewest bij het uitvoeren van de Stroomgebied beheerplannen voor de Schelde, die lokale waterlopen als het Schijn beschermen tegen overstromingen.
Nieuwe rioleringen en wijkinrichtingsplannen water en groen
Rioolbeheerder water-link en Aquafin, dat instaat voor de zuivering van het rioolwater, maakten in opdracht van de stad Antwerpen een ‘Hemelwaterplan’ op. Het Hemelwaterplan geeft de visie op hemelwater en klimaatverandering in relatie tot de rioleringsinfrastructuur. De nieuwe Vlaamse norm legt op dat alle rioleringen aangepast worden om een extreme regenbui ‘T20’34 te kunnen verwerken in het rioleringsnet. In de periode 2020-2025 zal de stad 75 kilometer riolering vernieuwen volgens de principes van het Hemelwaterplan en het Waterplan.
De stad wil in het Waterplan verder kijken dan de huidige Vlaamse norm. Het plan heeft de ambitie om ruimte te bieden aan een T20-bui rekening houdend met het verwachte klimaat in 2050. Het water zal ook in de eerste plaats zoveel mogelijk bovengronds zichtbaar worden gemaakt. Dit zorgt er niet alleen voor dat het water opnieuw kan worden beleefd, maar ook dat het watersysteem flexibel en adaptief wordt. Omwille van de onzekerheid over de klimaatwijziging zullen toekomstige aanpassingen zo makkelijker en kostenefficiënter kunnen worden doorgevoerd. De stad maakt werk van wijkinrichtingsplannen water en groen waarin de principes van het Water- en Groenplan, en districtsgroenplannen vertaald worden naar concrete straten en pleinen.
Watergevoelige gebieden prioritair aanpakken
De kwetsbaarheidsanalyse uit het Waterplan identificeert overstromingsgevoelige gebieden. De komende jaren wil de stad deze locaties prioritair aanpakken. Het masterplan water Ekeren wil de grotendeels onzichtbare waterloop weer naar boven brengen om te kunnen bufferen bij wateroverlast. Voor de nieuwe woonontwikkeling rond de Slachthuissite starten we een Waterstudie Antwerpen Noord op om de impact van de nieuwe wijk op de waterhuishouding te kunnen inschatten.
7.3.2 Antwerpen vult de grondwatertafel aan
In de Antwerpse binnenstad is meer dan 60% van het grondoppervlak verhard. Dit betekent dat (regen)water moeilijk kan insijpelen. Het gevolg van lange periodes van droogte en lage grondwaterstanden is verdroging van waterpartijen, plantsoenen en (monumentale) bomen waardoor het ecologisch netwerk onder druk komt te staan en de opwarming nog meer vrij spel krijgt in de stad.
Lage grondwaterstanden als gevolg van bouwwerken voorkomen
Bouwwerken met ondergrondse constructies onttrekken het grondwater uit de omgeving, waardoor een te laag grondwaterpeil ontstaat. Via een bemalingsstrategie willen we enerzijds beperken dat het waterpeil zakt bij grondboringen (bemaling) en anderzijds willen we het opgepompte water terug in de grond brengen (retourneren). We starten een proefproject waarbij we het bemalingswater van kantoorgebouw Den Bell gebruiken als bron voor de vijver van het Stadspark. Daarnaast zullen we samen met Vlaanderen nagaan hoe de bestaande wetgeving en handhaving in functie van bemalingen geoptimaliseerd kunnen worden.
De grondwatertafel aanvullen
Via publieke infiltratievoorzieningen wordt water van de weg tijdelijk opgevangen en daarna naar de ondergrond geleid. Bij elk project van publieke ruimte wordt onderzocht hoe regenwater kan vastgehouden worden en kan infiltreren in de ondergrond. Maar de mogelijkheden binnen een dichtbebouwd stedelijk weefsel zijn dikwijls beperkt waardoor het risico op wateroverlast er soms groot is. Op grote schaal worden in de Ringparken daarom waterbuffers voorzien om meer regenwater uit de binnenstad vast te houden en om water in de grond te laten infiltreren. Zo zal in Wolvenberg (onderdeel Park Brialmont) het wegwater van een deel van de Singel en de omliggende straten naar nieuwe wadi’s worden gebracht. De stad legt daar met Vlaamse steun ook een natuurlijk zuiveringssysteem aan en zal de waterkwaliteit monitoren. We trekken hieruit lessen voor andere wadi’s binnen de stad. ‘Knoop Zuid’ wordt ingezet als grootschalige waterbufferings- en infiltratiezone en draagt zo bij aan het verminderen van de zeer watergevoelige Brederodewijk.
Alle kleintjes samen maken een grote
Antwerpen en de negen districten gaan volop inzetten op ontharding van straten en pleinen en kiezen bij de (her)aanleg van de publiek ruimte voor meer water en groen. De fiches als bijlage geven een overzicht van alle acties en quick-wins in de verschillende districten. bv. Ontharding Josephine Charlottalaan in Berchem, de Robuuste klimaatstraat Molengeest in Berendrecht. Met de projecten ‘Tuinstraten’ en ‘Antwerpen Breekt Uit’ worden de visies van het Groen-, Water- en dit Klimaatplan 2030 geconcretiseerd in de Antwerpse straten en pleinen. Beide projecten worden uitgewerkt in nauwe samenwerking met bewoners. De plannen van de Tuinstraten zullen worden gerealiseerd. Binnen ‘Antwerpen Breekt Uit’ experimenteren we verder met maximale ontharding van straten en stimuleren we bewoners om bronmaatregelen te nemen op eigen terrein.
7.3.3 Antwerpen streeft naar waterhergebruik en -besparing
Droogte kan leiden tot watertekorten. Daarom gaan we water in de stad zoveel mogelijk besparen, hergebruiken, of opvangen bij regenbuien. Zowel individuele oplossingen van eigenaars als meer collectieve initiatieven vanuit de stad zullen nodig zijn. Sensibilisering speelt in deze een belangrijke rol.
Opvang en hergebruik van regenwater, zowel individueel als collectief
We geven premies aan burgers om zelf een regenwaterput aan te leggen bij de eigen woning. Daarnaast zetten we in op collectieve regenwaterputten. Deze zijn groter, kunnen bij hevige regen het water van meerdere nabijgelegen daken opvangen én het water kan hergebruikt worden voor diverse toepassingen. In een eerste pilootproject zal de stad een collectieve regenwaterput van 1,5 miljoen liter water aanleggen op de vernieuwde Gedempte Zuiderdokken met Europese steun van het SPONGE 2020-project. De stadsdiensten zullen het water gebruiken voor de bevloeiing van bomen en voor het reinigen en vullen van veegwagens. Samen met water-link zal een deel van het water ook gezuiverd worden tot drinkwater. Ook op andere plaatsen, zoals de Groenplaats, wordt de aanleg van een collectieve regenwaterput bestudeerd.
7.3.4 Antwerpen kan zichzelf verkoelen
De afgelopen jaren nam het aantal hittegolven drastisch toe. In een stad als Antwerpen wordt dit nog versterkt door het stedelijk hitte-eilandeffect: de bebouwde omgeving zorgt ervoor dat de stad een aanzienlijk stuk warmer is dan de landelijke gebieden errond. Onderzoek van VITO35 toonde aan dat het gemiddeld vier tot maximaal negen graden warmer kan zijn dan in het buitengebied. Cruciaal is de realisatie van een groenblauw netwerk dat het verkoelende effect van vegetatie en water optimaal benut en zorgt voor ventilatie.
Klimaatassen en koelteplekken
Het bovenlokaal Groenplan wordt in de periode 2020-2025 verfijnd in lokale groenplannen, eerst voor het district Deurne en daarna voor de districten Antwerpen, Borgerhout en Berchem. In het bovenlokaal Groenplan is er reeds een aanzet tot het introduceren van zogenaamde ‘klimaatcorridors’. Deze corridors of klimaatassen zijn bestaande en geplande grootschalige groenstructuren waarvan de inrichting (beplanting, waterpartijen,….) kan worden geoptimaliseerd zodat ze bij warme dagen de stad ventileren doordat koudere lucht toestroomt vanuit de groene en meer landelijke gebieden. Deze groenstructuren vormen ook een opportuniteit voor waterbuffering en -infiltratie in de strijd tegen wateroverlast en droogte.
Klimaatassen zullen niet in staat zijn héél de stad te verkoelen. In het bovenlokaal Groenplan en de districtsgroenplannen zorgt de ‘groene nevel’ van parken en plantsoenen voor lokale koelteplekken. De groenplannen gaan daarom uit van verkoelend buurtgroen (groter dan 0,5 ha) op een afstand van 400 meter en kleinschalige koelteplekken op een afstand van 150 m. Bovendien is er ook nood aan verkoelende plekken voor verschillende doelgroepen in gebouwen. De stad gaat bestaande en potentiële koelteplekken in kaart brengen en onderzoeken hoe het concept van ‘koelteplekken’ uitgerold kan worden.
Meer kwalitatief groen op het openbaar domein
Het ‘Robuust Landschap’ is één van de drie belangrijke pijlers uit de inspiratienota van het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (RSA). Volgens het plan moet het aanwezige groenareaal versterkt worden om verder te bouwen aan een gezonde en veerkrachtige stadsbiotoop en om een rol op te nemen in de toekomstige uitdagingen.
De stad streeft naar een ‘kwalitatieve status quo van groen’, of het behoud van het totale kwantitatieve areaal. Dit betekent de trend van groenafname breken. Minder waardevolle stukken kunnen nog verdwijnen indien er tegenover staat dat er ergens binnen de stad evenveel en kwalitatiever groen bijkomt.
Daarnaast wil de stad ook haar tekorten aan groen aanpakken door meer groen op het openbaar domein te voorzien. Dit kan grootschalig in bijvoorbeeld de ‘leefbaarheidsprojecten’ langs de Ring, of kleinschalig, of op momenten van heraanleg van straten en pleinen. Zo zal de Groenplaats zijn naam eer aandoen en vergroenen, worden er ‘tiny forests’36 aangelegd in de districten Berchem en Borgerhout en krijgt het district Deurne een aantal nieuwe ‘groene sproeten’ of buurtparkjes.
Een andere mogelijkheid om meer groen in de stad te brengen, is extra bos en park te ontwikkelen. Hierbij wordt gedacht aan de aankoop van grond waarop de stad door middel van compensatieplicht een stadsbos aanplant. Op termijn kan dit uitgroeien tot bijkomend recreatief groen voor de Antwerpenaar.
7.3.5 Antwerpen heeft een sterke parate respons op klimaatextremen
De stad investeert de komende jaren verder in een adequate rampencoördinatie en ondersteunt initiatieven om de zelfredzaamheid van burgers te verhogen. Een aangepaste infrastructuur alleen is immers niet voldoende om de klimaatextremen het hoofd te bieden. Overstromingen kunnen bijvoorbeeld nooit helemaal vermeden worden. Schade kan wel zoveel mogelijk worden vermeden wanneer zowel de stad als de burger voorbereid is, en weet hoe te reageren bij uitzonderlijke weersomstandigheden zoals stormen, extreme regenval of hitte.
De stad en haar bewoners zijn voorbereid
We willen dat Antwerpen een klimaatveilige grootstad is. Daarom werken we aan een cultuur van klimaatveiligheid bij alle Antwerpenaren en een integrale aanpak die het hele spectrum bestrijkt. De brandweer wapent zich voor de toekomstige uitdagingen die het louter blussen van branden overstijgen. Jaarlijks neemt het aantal brandweerinterventies voor wateroverlast en stormschade immers toe. De brandweer bereidt zich voor op klimaatextremen, zorgt voor het juiste materiaal en verhoogt de veiligheid door een aangepaste rampencoördinatie. Om de voorspelbaarheid van wateroverlast en stormen te verbeteren, werkt de brandweer intensief samen met technologiepartners. De resultaten van de studie die de risico’s omtrent de Scheldeoverstromingen in beeld brengt, zullen ook als input dienen voor de rampenplanning van de stad.
Samen met brandweer, bewoners en andere belangrijke partijen wordt een innovatief Stadslab 2050-traject opgestart om te kijken hoe de zelfredzaamheid van burgers kan verhoogd worden bij klimaatextremen.
7.1 Wat doen we al?
7.2 Doelstellingen
Antwerpen kiest resoluut voor een stad waar klimaatveiligheid en levenskwaliteit voor de Antwerpenaar voorop staan. We willen de stad klimaatrobuust maken tegen 2050, klaarmaken voor de gevolgen van de klimaatverandering. Deze ambitie delen we op in vijf doelstellingen:
- Antwerpen beschermt zich tegen wateroverlast.
- Antwerpen vult de grondwatertafel aan.
- Antwerpen streeft naar waterhergebruik en -besparing.
- Antwerpen kan zichzelf verkoelen.
- Antwerpen heeft een sterke parate respons op klimaatextremen.
Antwerpen als levendige woonstad met ruimte voor groen, water en recreatie.
Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving dankzij groen en waterbuffering
Alle kleintjes maken samen een grote. Meer groen en betere wateropvang is beter voor de hele stad.
7.3 Maatregelen
De opgesomde maatregelen gelden voor het grondgebied van de stad Antwerpen, met uitzondering van het havengebied. Hier wordt een apart adaptatiebeleid gevoerd dat u kan terugvinden in de bijlage “Ambitie Haven”.
30 Hemelwater: verzamelnaam voor het water afkomstig van dooiwater, dauw, regen, hagel of sneeuw.
31 Het Sigma-plan is het plan van de Vlaamse overheid dat het risico op overstromingen rond de Schelde en haar zijrivieren moet verkleinen, door middel van dijkophoging en gecontroleerde overstromingsgebieden langsheen de waterlopen van het Scheldebekken. Het werd in 2004 geactualiseerd.Vlaamse
32 Een wadi is een kunstmatige glooiing en verdieping in het terrein waarin, bij hevige regen, het regenwater kan infiltreren in de bodem.
33 Meerlaagse veiligheid houdt in dat overstromingsrisico’s worden bestreden door een combinatie van waterkeringen, ruimtelijke ordening, en crisisbeheersing . Tot nu toe was er vooral aandacht voor de bouw van sterke waterkeringen (laag 1). In de toekomst moet dit dus in samenhang gebeuren met een waterbestendige buitenruimte (laag 2) en een adequate crisisbeheersing (laag 3).
34 Een bui die statistisch gezien éénmaal in de 20 jaar voorkomt.
35 VITO: Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
36 Een Tiny Forest is een klein stukje wilde natuur, midden in de stad. Een prettige plek voor mens en dier.
Circulair watergebruik
De stad wil geen water verloren laten gaan. We bekijken hoe we hemelwater, grondwater bij werken, en gezuiverd afvalwater kunnen hergebruiken. We hebben hier al eerste stappen gezet. Nu onderzoeken we verder of dit circulair watergebruik wenselijk, technisch en financieel haalbaar is. Het sluiten van kringlopen op gebouw- of wijkniveau, door water zoveel mogelijk te hergebruiken en lokaal te zuiveren, staat daarbij centraal. Een voorbeeld is: het stadsgroen enkel begieten met gestockeerd hemelwater, in droge periodes aangevuld met gezuiverd afvalwater.
Stadswaternetwerk
Uit de droogtestudie volgde dat er in principe voldoende alternatieve waterbronnen (hemelwater, effluentwater, bemalingswater) zijn om aan de vraag naar water dat niet noodzakelijk drinkwaterkwaliteit moet hebben te voldoen. Maar vraag en aanbod liggen niet steeds op dezelfde plaats. Via een (ondergronds) stadswaternetwerk kunnen watervraag en -aanbod met elkaar in verbinding worden gebracht. Dit stadsnetwerk kan gevoed worden met bemalingen die plaatsvinden in de binnenstad en met verschillende bronnen die zich bevinden aan de Schijnpoortweg (zoals het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Deurne, het bemalingswater en wegwater van de Ring en eventueel het water uit het Schijn dat nu naar de dokken wordt verpompt). Het stadwaternetwerk kan een belangrijk deel van de watervraag in de binnenstad lenigen (bevloeiing stadsgroen, voeding sierfonteinen, verder aanvullen vijvers, sanitair gebruik in grote blokken, ….). Een haalbaarheidsstudie naar een “Aquaduct” tussen de Schijnpoortweg en de binnenstad is lopende en kadert in het verder onderzoek naar circulair watergebruik.
7.
Een klimaat-veilige en leefbare stad
7.2 Doelstellingen
7.3 Maatregelen
7.1 Wat doen we al?
Antwerpen wil klimaatrobuust zijn tegen 2050. Dit betekent dat we als stad de uitdagingen aanpakken waarmee we geconfronteerd worden, zoals wateroverlast en -tekorten, droogte, hitte en extreme weersomstandigheden. Ons aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering doen we door meer en kwalitatief groen en water te voorzien. Verharde terreinen willen we zoveel mogelijk vergroenen zodat het water kan insijpelen en op die manier vertraagd kan wegstromen of opnieuw gebruikt kan worden. Stuk voor stuk nemen we maatregelen waarmee we niet alleen aan de toekomst werken maar ook vandaag een aangename, leefbare, en klimaatveilige stad creëren voor onze bewoners, bezoekers en bedrijven.
Antwerpen als levendige woonstad met ruimte voor groen, water en recreatie.
7.1 Wat doen we al?
7.1.1 Studies zorgen voor onderbouwde beleidsplannen
Een veerkrachtige stad wordt niet op één dag gebouwd. We lieten de voorbije jaren tal van lokale klimaatmodellen, impactstudies en bijbehorend kaartmateriaal maken die specifieke knelpunten van de stad in kaart brachten zoals:
- watergevoelige locaties bij hevige regenval in de stad;
- overstromingsgevoelige locaties langs lokale waterlopen;
- gevoelige locaties voor hittestress en socio-demografische kwetsbaarheden;
- droogtegevoelige locaties en waterschaarste.
7.1.2 Groenplan zorgt voor aaneengesloten ecologische structuur
Om de groenzones van de stad te verbinden en te versterken, keurde de stad Antwerpen in 2017 het stedelijk ‘Groenplan’ goed. Vijf superparken en daarnaast een groene nevel van kleinschalige parken en plantsoenen zullen een grote ecologische structuur vormen die de stad kan wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Als alle acties uit het Groenplan gerealiseerd worden, zal het volledige groenareaal van de stad, op dit moment zo’n 6.200 hectare, met 3% of 187 hectare groeien. De komende jaren maken verschillende districten van de stad een districtsgroenplan op, waarin de principes van het Groenplan verder verfijnd zullen worden voor de specifieke groenstructuren in het district.
7.1.3 Slim omgaan met water dankzij het Waterplan
Het Waterplan wil Antwerpen opnieuw als waterstad op de kaart zetten. Dit betekent water een prominente plek geven zodat het aangenaam is om te vertoeven, te spelen, en er tegelijk voor zorgen dat er geen overstromingen zijn bij extreme regenval. Met de goedkeuring van het ‘Waterplan’ in 2019, heeft de stad een visie tot 2050, op wateroverlast, -kwaliteit, -beschikbaarheid en -bewustzijn. De idee is hemelwater30 zo veel mogelijk vertraagd af te voeren en lokaal te laten insijpelen, opvangen of hergebruiken, als een ‘hemelwatercascade’. Het Waterplan wordt gebruikt als leidraad voor zowel grote stadsontwikkelingsprojecten als kleinere ingrepen op het openbaar domein.
7.1.4 Strategisch ruimteplan Antwerpen (SRA)
In de goedgekeurde inspiratienota van het Strategisch Ruimteplan Antwerpen (SRA), zet de stad de lijnen uit voor een toekomstvisie op de invulling van de ruimte in de stad tot 2050. De focus ligt daarbij op Antwerpen als levendige woonstad op maat van de Antwerpenaren, als slimme netwerkstad en als robuust landschap met ruimte voor groen, water en recreatie.
7.1.5 Concrete stadsontwikkelingsprojecten verbeelden de stad van morgen
De plannen en ruimtelijke visies worden vertaald in concrete stadsontwikkelingsprojecten. Hierdoor wordt stadsvernieuwing versneld in gang gezet en krijgt de stad van morgen vorm. Door hoge klimaatambities te stellen in deze projecten worden er ook grote winsten geboekt om delen van de stad klimaatrobuust te maken.
Een van de belangrijkste klimaatprojecten in uitvoering is het masterplan Scheldekaaien, dat kadert in het Sigmaplan31. Het plan biedt tegen 2030 een antwoord op overstromingen door een stijging van de zeespiegel en stormtij op de Schelde. De klimaatuitdaging wordt hier als kans genomen om de stadsvernieuwing langs de Schelde in te zetten. De drie doelstellingen van het plan zijn de stabilisatie en renovatie van de historische kaaimuur, de verhoging van de waterkering tot 9,25 meter conform het geactualiseerde Sigmaplan en de heraanleg van de kaaistrook als een van de meest prominente publieke ruimten in Antwerpen. Ook op Linkeroever zullen de Scheldeboorden opgehoogd worden. De toekomstvisie wordt uitgewerkt in masterplan Scheldeboorden Linkeroever.
De Grote Verbinding is het leefbaarheidsproject van de toekomst voor Antwerpen en de randgemeenten. Dit project gaat zowel over het rond maken van de Ring (Oosterweelverbinding), als over leefbaarheidsprojecten zoals overkappingen, Ringparken en een Scheldebrug. Onder de regie van een intendant wordt de nieuwe ruimte getransformeerd in grote verkoelende groengebieden, een Superpark waar geluidsoverlast en slechte luchtkwaliteit serieus zal teruggedrongen worden en waar grootschalige waterbuffering grote delen van de stad klimaatrobuust zullen maken.
Ook de heraanleg van de gedempte Zuiderdokken bood een uitgelezen kans om de hele Zuidwijk in één slag klimaatrobuust te maken. Hier werd rekening gehouden met klimaatprognoses tot in 2100. Naast 9 hectare bijkomend groen in de wijk, werd er een vernieuwend en circulair waterconcept uitgedacht. Het resultaat is een brede waaier aan toepassingen van regentuinen, wadi’s, spiegelvijvers en noodbuffers tot collectieve regenwaterputten, met voldoende water voor het onderhoud van de bomen en straten van het stadscentrum, en een waterzuivering van hemelwater tot drinkwater ten behoeve van een nieuwe woonblok op Nieuw Zuid.
7.1.6 Ruimte voor groen en water geeft aantrekkelijke leefruimtes
Het voormalige Militair Hospitaal is omgevormd tot een autovrije, groene woon- en werkplek in het midden van de stad: ‘t Groen kwartier’. Op ‘Nieuw Zuid’ nabij het centrum en ‘Groen Zuid’ in Hoboken zorgen de wadi’s32 voor een groen, ecologisch en modern ogend openbaar domein.
Het ‘park van Eden’ in Wilrijk, het ‘Rozemaaipark’ in Ekeren en de uitbreiding van het ‘natuurpark Wolvenberg’ als deel van het Brialmontpark in Berchem tonen ons vandaag al dat bufferzones voor extreme regenval hun dienst bewijzen én dat ze tegelijk ook leuke speel- en vertoefplekken kunnen zijn. In het natuurpark Wolvenberg wordt onderzocht hoe waterbuffering uit de omliggende straten en wijk in het park, dankzij een op de natuur gebaseerde waterzuiveringstechnologie, kan worden ingezet om de verdroging van het natuurgebied erlangs aan te pakken.
Het ‘park Groot Schijn’ in Deurne, bewijst ook hoe meer ruimte voor het overstromingsgebied van de rivier kan worden gecombineerd met recreatie,nieuwe natuur en de verdere uitbouw van een belangrijke groene long voor de stad Antwerpen.
Een gezonde en antrekkelijke leefomgeving dankzij groen en waterbuffering
7.2 Doelstellingen
Antwerpen kiest resoluut voor een stad waar klimaatveiligheid en levenskwaliteit voor de Antwerpenaar voorop staan. We willen de stad klimaatrobuust maken tegen 2050, klaarmaken voor de gevolgen van de klimaatverandering. Deze ambitie delen we op in vijf doelstellingen:
- Antwerpen beschermt zich tegen wateroverlast.
- Antwerpen vult de grondwatertafel aan.
- Antwerpen streeft naar waterhergebruik en -besparing.
- Antwerpen kan zichzelf verkoelen.
- Antwerpen heeft een sterke parate respons op klimaatextremen.
7.3 Maatregelen
De opgesomde maatregelen gelden voor het grondgebied van de stad Antwerpen, met uitzondering van het havengebied. Hier wordt een apart adaptatiebeleid gevoerd dat u kan terugvinden in de bijlage “Ambitie Haven”.
7.3.1 Antwerpen beschermt zich tegen wateroverlast
Door de lage ligging van Antwerpen aan de getijdenrivier de Schelde en door de vele straten en pleinen (verharding), heeft wateroverlast in de stad twee gezichten. Enerzijds is er het risico op overstromingen van straten vanuit riolen, anderzijds is er het risico dat de Schelde en kleinere waterlopen uit hun oevers treden. De klimaatverandering versterkt dit nog eens: een gedetailleerde regenwaterstudie voorspelt langere en extremere periodes van droogte en nattere winters. De regen buien zullen korter, maar heviger zijn. Dit wordt, in vergelijking met andere plekken in Vlaanderen, nog versterkt door onder meer het stedelijke hitte-eiland effect. Als stad nemen we maatregelen om overtollig water als gevolg van neerslag of als gevolg van de stijgende zeespiegel, in te dijken.
De stad beschermen tegen overstromingen vanuit waterlopen
De komende jaren worden de verhoging en inrichting van de Scheldekaaien verder voltooid: het centrumgedeelte en deel aan het Loodswezen. Via een studie wil de stad verdere kennis opbouwen en de restrisico’s van Scheldeoverstromingen tijdens en na de werken, beter in kaart brengen. Volgens de principes van de ‘meerlaagse veiligheid’33 kunnen de infrastructurele werken van het Sigmaplan aangevuld worden met een aangepast stedelijk rampenplan. Ook zal de impact van steeds veranderende internationale klimaatprognoses op de waterveiligheid worden onderzocht.
De stad faciliteert acties van de Provincie en het Vlaamse Gewest bij het uitvoeren van de Stroomgebied beheerplannen voor de Schelde, die lokale waterlopen als het Schijn beschermen tegen overstromingen.
Nieuwe rioleringen en wijkinrichtingsplannen water en groen
Rioolbeheerder water-link en Aquafin, dat instaat voor de zuivering van het rioolwater, maakten in opdracht van de stad Antwerpen een ‘Hemelwaterplan’ op. Het Hemelwaterplan geeft de visie op hemelwater en klimaatverandering in relatie tot de rioleringsinfrastructuur. De nieuwe Vlaamse norm legt op dat alle rioleringen aangepast worden om een extreme regenbui ‘T20’34 te kunnen verwerken in het rioleringsnet. In de periode 2020-2025 zal de stad 75 kilometer riolering vernieuwen volgens de principes van het Hemelwaterplan en het Waterplan.
De stad wil in het Waterplan verder kijken dan de huidige Vlaamse norm. Het plan heeft de ambitie om ruimte te bieden aan een T20-bui rekening houdend met het verwachte klimaat in 2050. Het water zal ook in de eerste plaats zoveel mogelijk bovengronds zichtbaar worden gemaakt. Dit zorgt er niet alleen voor dat het water opnieuw kan worden beleefd, maar ook dat het watersysteem flexibel en adaptief wordt. Omwille van de onzekerheid over de klimaatwijziging zullen toekomstige aanpassingen zo makkelijker en kostenefficiënter kunnen worden doorgevoerd. De stad maakt werk van wijkinrichtingsplannen water en groen waarin de principes van het Water- en Groenplan, en districtsgroenplannen vertaald worden naar concrete straten en pleinen.
Watergevoelige gebieden prioritair aanpakken
De kwetsbaarheidsanalyse uit het Waterplan identificeert overstromingsgevoelige gebieden. De komende jaren wil de stad deze locaties prioritair aanpakken. Het masterplan water Ekeren wil de grotendeels onzichtbare waterloop weer naar boven brengen om te kunnen bufferen bij wateroverlast. Voor de nieuwe woonontwikkeling rond de Slachthuissite starten we een Waterstudie Antwerpen Noord op om de impact van de nieuwe wijk op de waterhuishouding te kunnen inschatten.
7.3.2 Antwerpen vult de grondwatertafel aan
In de Antwerpse binnenstad is meer dan 60% van het grondoppervlak verhard. Dit betekent dat (regen)water moeilijk kan insijpelen. Het gevolg van lange periodes van droogte en lage grondwaterstanden is verdroging van waterpartijen, plantsoenen en (monumentale) bomen waardoor het ecologisch netwerk onder druk komt te staan en de opwarming nog meer vrij spel krijgt in de stad.
Lage grondwaterstanden als gevolg van bouwwerken voorkomen
Bouwwerken met ondergrondse constructies onttrekken het grondwater uit de omgeving, waardoor een te laag grondwaterpeil ontstaat. Via een bemalingsstrategie willen we enerzijds beperken dat het waterpeil zakt bij grondboringen (bemaling) en anderzijds willen we het opgepompte water terug in de grond brengen (retourneren). We starten een proefproject waarbij we het bemalingswater van kantoorgebouw Den Bell gebruiken als bron voor de vijver van het Stadspark. Daarnaast zullen we samen met Vlaanderen nagaan hoe de bestaande wetgeving en handhaving in functie van bemalingen geoptimaliseerd kunnen worden.
De grondwatertafel aanvullen
Via publieke infiltratievoorzieningen wordt water van de weg tijdelijk opgevangen en daarna naar de ondergrond geleid. Bij elk project van publieke ruimte wordt onderzocht hoe regenwater kan vastgehouden worden en kan infiltreren in de ondergrond. Maar de mogelijkheden binnen een dichtbebouwd stedelijk weefsel zijn dikwijls beperkt waardoor het risico op wateroverlast er soms groot is. Op grote schaal worden in de Ringparken daarom waterbuffers voorzien om meer regenwater uit de binnenstad vast te houden en om water in de grond te laten infiltreren. Zo zal in Wolvenberg (onderdeel Park Brialmont) het wegwater van een deel van de Singel en de omliggende straten naar nieuwe wadi’s worden gebracht. De stad legt daar met Vlaamse steun ook een natuurlijk zuiveringssysteem aan en zal de waterkwaliteit monitoren. We trekken hieruit lessen voor andere wadi’s binnen de stad. ‘Knoop Zuid’ wordt ingezet als grootschalige waterbufferings- en infiltratiezone en draagt zo bij aan het verminderen van de zeer watergevoelige Brederodewijk.
Alle kleintjes samen maken een grote
Antwerpen en de negen districten gaan volop inzetten op ontharding van straten en pleinen en kiezen bij de (her)aanleg van de publiek ruimte voor meer water en groen. De fiches als bijlage geven een overzicht van alle acties en quick-wins in de verschillende districten. bv. Ontharding Josephine Charlottalaan in Berchem, de Robuuste klimaatstraat Molengeest in Berendrecht. Met de projecten ‘Tuinstraten’ en ‘Antwerpen Breekt Uit’ worden de visies van het Groen-, Water- en dit Klimaatplan 2030 geconcretiseerd in de Antwerpse straten en pleinen. Beide projecten worden uitgewerkt in nauwe samenwerking met bewoners. De plannen van de Tuinstraten zullen worden gerealiseerd. Binnen ‘Antwerpen Breekt Uit’ experimenteren we verder met maximale ontharding van straten en stimuleren we bewoners om bronmaatregelen te nemen op eigen terrein.
7.3.3 Antwerpen streeft naar waterhergebruik en -besparing
Droogte kan leiden tot watertekorten. Daarom gaan we water in de stad zoveel mogelijk besparen, hergebruiken, of opvangen bij regenbuien. Zowel individuele oplossingen van eigenaars als meer collectieve initiatieven vanuit de stad zullen nodig zijn. Sensibilisering speelt in deze een belangrijke rol.
Opvang en hergebruik van regenwater, zowel individueel als collectief
We geven premies aan burgers om zelf een regenwaterput aan te leggen bij de eigen woning. Daarnaast zetten we in op collectieve regenwaterputten. Deze zijn groter, kunnen bij hevige regen het water van meerdere nabijgelegen daken opvangen én het water kan hergebruikt worden voor diverse toepassingen. In een eerste pilootproject zal de stad een collectieve regenwaterput van 1,5 miljoen liter water aanleggen op de vernieuwde Gedempte Zuiderdokken met Europese steun van het SPONGE 2020-project. De stadsdiensten zullen het water gebruiken voor de bevloeiing van bomen en voor het reinigen en vullen van veegwagens. Samen met water-link zal een deel van het water ook gezuiverd worden tot drinkwater. Ook op andere plaatsen, zoals de Groenplaats, wordt de aanleg van een collectieve regenwaterput bestudeerd.
Circulair watergebruik
De stad wil geen water verloren laten gaan. We bekijken hoe we hemelwater, grondwater bij werken, en gezuiverd afvalwater kunnen hergebruiken. We hebben hier al eerste stappen gezet. Nu onderzoeken we verder of dit circulair watergebruik wenselijk, technisch en financieel haalbaar is. Het sluiten van kringlopen op gebouw- of wijkniveau, door water zoveel mogelijk te hergebruiken en lokaal te zuiveren, staat daarbij centraal. Een voorbeeld is: het stadsgroen enkel begieten met gestockeerd hemelwater, in droge periodes aangevuld met gezuiverd afvalwater.
Stadswaternetwerk
Uit de droogtestudie volgde dat er in principe voldoende alternatieve waterbronnen (hemelwater, effluentwater, bemalingswater) zijn om aan de vraag naar water dat niet noodzakelijk drinkwaterkwaliteit moet hebben te voldoen. Maar vraag en aanbod liggen niet steeds op dezelfde plaats. Via een (ondergronds) stadswaternetwerk kunnen watervraag en -aanbod met elkaar in verbinding worden gebracht. Dit stadsnetwerk kan gevoed worden met bemalingen die plaatsvinden in de binnenstad en met verschillende bronnen die zich bevinden aan de Schijnpoortweg (zoals het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Deurne, het bemalingswater en wegwater van de Ring en eventueel het water uit het Schijn dat nu naar de dokken wordt verpompt). Het stadwaternetwerk kan een belangrijk deel van de watervraag in de binnenstad lenigen (bevloeiing stadsgroen, voeding sierfonteinen, verder aanvullen vijvers, sanitair gebruik in grote blokken, ….). Een haalbaarheidsstudie naar een “Aquaduct” tussen de Schijnpoortweg en de binnenstad is lopende en kadert in het verder onderzoek naar circulair watergebruik.
7.3.4 Antwerpen kan zichzelf verkoelen
De afgelopen jaren nam het aantal hittegolven drastisch toe. In een stad als Antwerpen wordt dit nog versterkt door het stedelijk hitte-eilandeffect: de bebouwde omgeving zorgt ervoor dat de stad een aanzienlijk stuk warmer is dan de landelijke gebieden errond. Onderzoek van VITO35 toonde aan dat het gemiddeld vier tot maximaal negen graden warmer kan zijn dan in het buitengebied. Cruciaal is de realisatie van een groenblauw netwerk dat het verkoelende effect van vegetatie en water optimaal benut en zorgt voor ventilatie.
Klimaatassen en koelteplekken
Het bovenlokaal Groenplan wordt in de periode 2020-2025 verfijnd in lokale groenplannen, eerst voor het district Deurne en daarna voor de districten Antwerpen, Borgerhout en Berchem. In het bovenlokaal Groenplan is er reeds een aanzet tot het introduceren van zogenaamde ‘klimaatcorridors’. Deze corridors of klimaatassen zijn bestaande en geplande grootschalige groenstructuren waarvan de inrichting (beplanting, waterpartijen,….) kan worden geoptimaliseerd zodat ze bij warme dagen de stad ventileren doordat koudere lucht toestroomt vanuit de groene en meer landelijke gebieden. Deze groenstructuren vormen ook een opportuniteit voor waterbuffering en -infiltratie in de strijd tegen wateroverlast en droogte.
Klimaatassen zullen niet in staat zijn héél de stad te verkoelen. In het bovenlokaal Groenplan en de districtsgroenplannen zorgt de ‘groene nevel’ van parken en plantsoenen voor lokale koelteplekken. De groenplannen gaan daarom uit van verkoelend buurtgroen (groter dan 0,5 ha) op een afstand van 400 meter en kleinschalige koelteplekken op een afstand van 150 m. Bovendien is er ook nood aan verkoelende plekken voor verschillende doelgroepen in gebouwen. De stad gaat bestaande en potentiële koelteplekken in kaart brengen en onderzoeken hoe het concept van ‘koelteplekken’ uitgerold kan worden.
Meer kwalitatief groen op het openbaar domein
Het ‘Robuust Landschap’ is één van de drie belangrijke pijlers uit de inspiratienota van het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (RSA). Volgens het plan moet het aanwezige groenareaal versterkt worden om verder te bouwen aan een gezonde en veerkrachtige stadsbiotoop en om een rol op te nemen in de toekomstige uitdagingen.
De stad streeft naar een ‘kwalitatieve status quo van groen’, of het behoud van het totale kwantitatieve areaal. Dit betekent de trend van groenafname breken. Minder waardevolle stukken kunnen nog verdwijnen indien er tegenover staat dat er ergens binnen de stad evenveel en kwalitatiever groen bijkomt.
Daarnaast wil de stad ook haar tekorten aan groen aanpakken door meer groen op het openbaar domein te voorzien. Dit kan grootschalig in bijvoorbeeld de ‘leefbaarheidsprojecten’ langs de Ring, of kleinschalig, of op momenten van heraanleg van straten en pleinen. Zo zal de Groenplaats zijn naam eer aandoen en vergroenen, worden er ‘tiny forests’36 aangelegd in de districten Berchem en Borgerhout en krijgt het district Deurne een aantal nieuwe ‘groene sproeten’ of buurtparkjes.
Een andere mogelijkheid om meer groen in de stad te brengen, is extra bos en park te ontwikkelen. Hierbij wordt gedacht aan de aankoop van grond waarop de stad door middel van compensatieplicht een stadsbos aanplant. Op termijn kan dit uitgroeien tot bijkomend recreatief groen voor de Antwerpenaar.
Alle kleintjes maken samen een grote. Meer groen en betere wateropvang is beter voor de hele stad.
7.3.5 Antwerpen heeft een sterke parate respons op klimaatextremen
De stad investeert de komende jaren verder in een adequate rampencoördinatie en ondersteunt initiatieven om de zelfredzaamheid van burgers te verhogen. Een aangepaste infrastructuur alleen is immers niet voldoende om de klimaatextremen het hoofd te bieden. Overstromingen kunnen bijvoorbeeld nooit helemaal vermeden worden. Schade kan wel zoveel mogelijk worden vermeden wanneer zowel de stad als de burger voorbereid is, en weet hoe te reageren bij uitzonderlijke weersomstandigheden zoals stormen, extreme regenval of hitte.
De stad en haar bewoners zijn voorbereid
We willen dat Antwerpen een klimaatveilige grootstad is. Daarom werken we aan een cultuur van klimaatveiligheid bij alle Antwerpenaren en een integrale aanpak die het hele spectrum bestrijkt. De brandweer wapent zich voor de toekomstige uitdagingen die het louter blussen van branden overstijgen. Jaarlijks neemt het aantal brandweerinterventies voor wateroverlast en stormschade immers toe. De brandweer bereidt zich voor op klimaatextremen, zorgt voor het juiste materiaal en verhoogt de veiligheid door een aangepaste rampencoördinatie. Om de voorspelbaarheid van wateroverlast en stormen te verbeteren, werkt de brandweer intensief samen met technologiepartners. De resultaten van de studie die de risico’s omtrent de Scheldeoverstromingen in beeld brengt, zullen ook als input dienen voor de rampenplanning van de stad.
Samen met brandweer, bewoners en andere belangrijke partijen wordt een innovatief Stadslab 2050-traject opgestart om te kijken hoe de zelfredzaamheid van burgers kan verhoogd worden bij klimaatextremen.
30 Hemelwater: verzamelnaam voor het water afkomstig van dooiwater, dauw, regen, hagel of sneeuw.
31 Het Sigma-plan is het plan van de Vlaamse overheid dat het risico op overstromingen rond de Schelde en haar zijrivieren moet verkleinen, door middel van dijkophoging en gecontroleerde overstromingsgebieden langsheen de waterlopen van het Scheldebekken. Het werd in 2004 geactualiseerd.Vlaamse
32 Een wadi is een kunstmatige glooiing en verdieping in het terrein waarin, bij hevige regen, het regenwater kan infiltreren in de bodem.
33 Meerlaagse veiligheid houdt in dat overstromingsrisico’s worden bestreden door een combinatie van waterkeringen, ruimtelijke ordening, en crisisbeheersing . Tot nu toe was er vooral aandacht voor de bouw van sterke waterkeringen (laag 1). In de toekomst moet dit dus in samenhang gebeuren met een waterbestendige buitenruimte (laag 2) en een adequate crisisbeheersing (laag 3).
34 Een bui die statistisch gezien éénmaal in de 20 jaar voorkomt.
35 VITO: Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
36 Een Tiny Forest is een klein stukje wilde natuur, midden in de stad. Een prettige plek voor mens en dier.