compass.png
hero-4.png

Naar een modal
split 50/50

Een ambitieus mobiliteitsbeleid geeft niet enkel een leefbare en aantrekkelijke stad, het heeft ook een impact op de daling van CO2. We streven voor het personenverkeer naar een modal split 50/50. Dat betekent dat tegen 2030, minstens 50 % van alle verplaatsingen in de vervoerregio Antwerpen, uitgedrukt in personenkilometers, gebeurt met de fiets, trein, tram, bus, te voet, taxi, waterbus, deelsystemen, en maximaal 50% met de auto.  We bieden een brede waaier van mobiliteitsmogelijkheden aan. Tegelijk pakken we ook de infrastructuur aan, zodat het aangenaam en veiliger wordt om te fietsen en makkelijker om over te stappen op deelsystemen en op het openbaar vervoer. De stad zet in op een samenspel van autoverkeer, openbaar vervoer, veilige fietsnetwerken en ook vervoer over het water. Voor bezoekers zal het steeds aantrekkelijker worden om aan de rand van de stad te parkeren in een Park and Ride en verder met het openbaar vervoer, taxi of een deelsysteem de stad in te komen. Zo realiseren we samen deze doelstelling uit het Toekomstverbond: een modal split van 50/50.

Ook voor het vrachtverkeer willen we tegen 2030 nog maximaal de helft over de weg transporteren. De verdubbeling van het aandeel spoor in het transport van containers van en naar de containerterminals binnen het havengebied, draagt daar in belangrijke mate toe bij.

Fietsbrug IJzerlaan over het Albertkanaal, een druk gebruikte verbinding voor pendelaars.
© Lucid

4.1.1 Slim naar Antwerpen

Elke ‘verkeersmodus’ - manier van verplaatsen - heeft zijn eigen nut en plaats in de stad. De stad maakt alternatieven aantrekkelijker. De stad faciliteert en ondersteunt verschillende vervoersmodi. Al enkele jaren maakt Antwerpen met Slim naar Antwerpen werk van een Antwerpen dat vlot bereikbaar is door de mensen te stimuleren verschillende vervoersmodi uit te proberen en te combineren. Gedragsverandering van bezoekers, bewoners en werknemers is immers de sleutel voor een modal shift 50/50.
   

4.1.2 Antwerpen pioniert met de lage-emissiezone

Voertuigen die de stad binnenkomen, willen we zo schoon mogelijk. Op 1 februari 2017 ging stad Antwerpen als eerste stad in Vlaanderen van start met een lage-emissiezone (LEZ). Hiermee willen we de luchtkwaliteit in de stad verbeteren. Voertuigen die te veel vervuilende stoffen zoals roet en fijnstof uitstoten, mogen er niet meer rijden. Roet (ook wel zwarte koolstof genoemd) draagt bij aan de opwarming omdat het zeer effectief is in het absorberen van zonlicht en het verwarmen van de omgeving. De LEZ  beoogt op termijn ook een vernieuwing van het voertuigenpark en bijgevolg minder vervuiling en uitstoot van gemotoriseerd verkeer. De stad volgt een gefaseerde aanpak waarbij de toegangsvoorwaarden om de LEZ binnen te mogen rijden, stelselmatig verstrengen. Wagens die niet aan de LEZ-norm beantwoorden, krijgen een boete. 

4.1 Wat doen we al?

150-dpi-webversie-lin...

© Frederik Beyens

150-dpi-webversie-lin... (copy)

4.2 Doelstellingen

Met de Ambitieuze Modal Split werken we verder op het elan waarmee we al gestart waren. Tegen 2030 zullen minstens 50% van de verplaatsingen binnen de Antwerpse vervoersregio, uitgedrukt in personenkilometers, met andere vervoersmodi dan de wagen gebeuren. Hiervoor wordt er verder geïnvesteerd in: stationsomgevingen, tramprojecten, fietsostrades en veilige fietsinfrastructuur, fiets- en voetgangersbruggen, park-and-ride en park-and-bike gebouwen.

Voor vracht streven we naar een modal split van 50/10/40 op het volledige Antwerpse grondgebied wat wil zeggen dat het aandeel vrachtverkeer, uitgedrukt in tonkilometers, over spoor tegen 2030 stijgt tot 10% (7% vandaag), het aandeel binnenvaart stijgt tot 40% (35% vandaag) en het aandeel wegtransport  daalt tot 50% (58% vandaag15). 

Specifiek voor het havengebied wordt gestreefd naar een modal split voor containervervoer van 43% vrachtwagens, 15% spoorvervoer en 42% binnenvaart te realiseren (ten opzichte van een modal split in containertrafiek van 56% vracht, 8% spoor en 36% binnenvaart in 2019).

4.1.3 Noorderlijn: multimodaal knooppunt voor duurzaam vervoer

Samen met Vlaanderen (AWV en De Lijn) investeerde de stad Antwerpen de voorbije jaren in de Noorderlijn: nieuwe tramverbindingen naar het Eilandje en het noorden van de stad. Hierdoor worden deze delen van de stad op een duurzame manier verbonden op het netwerk van het openbaar vervoer van en naar de stad. Aan het Operaplein werd een nieuwe multimodaal knooppunt gerealiseerd om het overstappen van tram, bus, metro, fiets en auto te faciliteren.
   

4.1.4 Spoor- en binnenvaartshuttles naar belangrijke knooppunten in het achterland

De haven van Antwerpen beschikt over vlotte spoorverbindingen met alle belangrijke Europese spoorhubs. Het aantal diensten is de voorbije jaren fors toegenomen. Vanuit Antwerpen vertrekken ook regelmatige spoorverbindingen buiten Europa met bestemmingen als Rusland, Kazachstan, Korea en China.

De federale overheid voorziet in subsidies voor intermodaal transport en voor verspreid vervoer via het spoor. Sinds oktober 2019 kunnen operatoren daarnaast ook van Vlaamse subsidies genieten.

De haven van Antwerpen is ook uitstekend aangesloten op het 1.500 km lange Belgische binnenvaartnetwerk. Door haar inlandse ligging, middenin de Schelde-Maas-Rijn-delta, is de haven rechtstreeks verbonden met het pan-Europese binnenvaartnetwerk. De transittijden naar strategische gebieden in het Europese achterland zijn dus vrij kort. Binnenvaartschippers kunnen op verschillende plaatsen in de haven terecht voor elektriciteitsvoorziening, ontgassing, afnemen van drinkwater, ophalen van bilgewater, afvalinzameling, ... 


© Frederik Beyens

© Frederik Beyens

         Samen maken we de doelstelling van het Toekomstverbond waar: een modal split van 50/50

asset_2_2_300x.png (copy)

         De Grote verbinding is hét leefbaarheidsproject van de toekomst

asset_2_2_300x.png (copy1)

         Antwerpen is de hoofdstad van de deelmobiliteit.

asset_2_2_300x.png (copy2)
4

4.3 Maatregelen

4.3.1 De Grote Verbinding bouwt aan een leefbare en gezonde stad en rand

‘De Grote Verbinding’ is het leefbaarheidsproject van de toekomst voor Antwerpen en de randgemeenten. Dit project gaat zowel over het rondmaken van de Ring (Oosterweelverbinding), als over leefbaarheid onder de vorm van overkappingen, Ringparken en een Scheldebrug. De Grote Verbinding komt voort uit het Toekomstverbond, het samenwerkingsakkoord dat de burgerbewegingen stRaten-generaal, Ademloos en Ringland, de Vlaamse regering, het Havenbedrijf en de stad Antwerpen op 15 maart 2017 samen ondertekenden. Het is een samenwerkingsengagement rond leefbaarheid, mobiliteit én volksgezondheid. Een modal shift richting 50/50 is een van de vijf speerpunten van het Toekomstverbond.  De Vervoerregio Antwerpen, 33 gemeenten rondom Antwerpen, Antwerpen zelf, De Lijn en Vlaanderen, onderschreven op 27 juni 2018 de visie voor het ‘Routeplan 2030’ waardoor de realisatie van de modal split 50/50 ingebed is in de langetermijnvisie van de regio.

Niet alleen worden de wegen in en naar Antwerpen veiliger en vlotter gemaakt; een vlottere doorstroming heeft een positief effect op lucht- en geluidskwaliteit; de Ringparken op de vrijgekomen ruimte geven zuurstof voor hele wijken.
   

4.3.2 Investeren in infrastructuur

De Oosterweelverbinding is een oplossing van de mobiliteitsknoop enerzijds en de omslag naar meer duurzame verplaatsingen anderzijds, waarbij tegen 2030, minstens 50% van de verplaatsingen met de fiets, openbaar vervoer of te voet zal zijn. Bij de realisatie van de nieuwe snelweginfrastructuur zullen oplossingen voor geluid en lucht meteen worden verankerd. 

Met de nieuwe Scheldeoeververbinding voor fietsers wordt de Scheldekruisende capaciteit sterk verhoogd waardoor het aantal verplaatsingen met de fiets kan toenemen in functie van de ambitieuze modal split. Het Haventracé is dan weer de grotere ringinfrastructuur omheen de stad die ook deel uitmaakt van het Toekomstverbond. Via het tracé wordt het verkeer dat de stad alleen maar moet passeren of de haven wil bereiken, zoveel mogelijk rondom de stad geleid. Dat gebeurt met een slimme verkeerssturing en een betere verkeersinfrastructuur. Gelijktijdig werken we aan de verbetering van de omgevingskwaliteit. 

Naast het eigenlijke Haventracé zijn in de noordoostelijke rand van Antwerpen nog verschillende grote spoorprojecten gepland. De Belgische spoorwegen investeren in een nieuwe kruising voor het goederenverkeer om de capaciteit over het spoor van de haven richting het hinterland te verhogen. Dit draagt bij aan de ambitieuze ‘Modal Split’ voor vrachtvervoer. Parallel investeert de stad mee in snelle fietsverbindingen langsheen de nieuwe sporen. Deze fietsostrade is een essentiële schakel in het bovenlokale netwerk van en naar de stad, noodzakelijk om meer verplaatsingen te verduurzamen. De tweede spoorontsluiting zorgt voor een verdere capaciteitsuitbreiding van het duurzaam goederenvervoer over het spoor waardoor er meer ruimte op het ringspoor ontstaat voor duurzaam personenvervoer.

Samen met de NMBS en De Lijn wil de stad werk maken van een voorstadsnet voor personenvervoer over het spoor, aanvullend op het verder uit te bouwen tramnet. De stad heeft de ambitie om bijkomende traminfrastructuur aan te leggen. Dit wordt verder besproken met De Lijn. Zo wil de stad de traminfrastructuur in de districten versterken met een districtentramroute, de metrostations Drink en College in gebruik nemen, de ongebruikte metrolijn met de stations Kerkstraat en Pothoekstraat openen en die metrolijn doortrekken tot aan de Bisschoppenhoflaan waar ze als tramlijn verder loopt tot aan de Houtlaan in Wijnegem.

De stad Antwerpen gaat investeren in multimodale knooppunten en meer ruimte voor duurzame vervoerswijzen. Dit gebeurt door te investeren in slimme schakels en de verdere uitbouw van het functionele fietsroutenetwerk, rode lopers en tramassen. 

Willen we meer mensen zich laten verplaatsen met de fiets of te voet, dan is een route maar zo aantrekkelijk als de zwakste schakel. Investeren in verkeersveiligheid van en naar school, van en naar het werk, zet meer mensen aan tot duurzame verplaatsingen. Met de inrichting van schoolstraten, inkompoorten zones 30 en snelheidsremmende maatregelen, investeren we in verkeersveiligheid.  Verkeerslichten krijgen een betere doorstroming voor alle weggebruikers en slimme toepassingen zorgen ervoor dat voetgangers en fietsers gedetecteerd worden en sneller groen kunnen krijgen. 

Als fietsers hun voertuig niet veilig kunnen stallen, is de keuze om zich duurzaam te verplaatsen ondermijnd. Grote beveiligde publieke fietsenparkings zullen een antwoord bieden op een overstap op andere modi. 


4.3.3 Verder werken op gedragsverandering

Met het programma ‘Slim naar Antwerpen’ is de basis gelegd voor een flankerende aanpak om de bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad en de haven ook in de toekomst, tijdens de grote infrastructuurwerken te verzekeren. Hierbij zet ‘Slim naar Antwerpen’ in op de wijziging van het verplaatsingsgedrag van bewoners, studenten, bezoekers, ondernemers en hun werknemers: de modal shift. Dat het programma nu al zijn vruchten afwerpt, blijkt uit de toename van het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer, vrije tijd en woon-schoolverkeer en een forse daling van het autogebruik bij de Antwerpenaren. De stad wil verder tweejaarlijkse mobiliteitsenquêtes houden om de houding, beeldvorming en vooral het effectief gedrag in functie van de modal split af te toetsen.

De stad maakt evenementenvervoerplannen op voor grote evenementen zoals bijvoorbeeld de Ronde Van Vlaanderen, Sinksenfoor, Ten Miles. Hiermee wil ze duurzame verplaatsingswijzen naar en van grote evenementen ondersteunen en faciliteren.
   

4.3.4 Gebruik van technologie voor efficiëntere en duurzame verplaatsingen

De stad wil investeren in slimme mobiliteit of Smart Mobility. Hierbij worden mobiliteitsdata verzameld en gecombineerd (Nxt Mobility) voor bijvoorbeeld slimme routeplanning en realtime beschikbaarheid van openbaar vervoer of deelmobiliteit. In de toekomst zou voor een avondje uit de aankoop van een ticket voor openbaar vervoer, deelfiets én elektrische taxi in één beweging kunnen gebeuren.  Voorts worden de data verzameld om te kunnen monitoren en evalueren hoe het mobiliteitsgedrag is veranderd. De stad blijft een ‘marktplaats voor mobiliteit’ organiseren. Hier komen mobiliteitsaanbieders samen om slimme en duurzame oplossingen uit te testen. Wanneer ze ook hun toepassingen en data delen, maken ze ‘Mobility as a Service’ mogelijk in de Antwerpse regio.

Antwerpen is dé hoofdstad van de deelmobiliteit en dit doen we, onder andere, via de samenwerking met private partners die deelsystemen zonder vaste stallingsinfrastructuur uitbaten, maar ook via Velo, met vaste stallingsinfrastructuur.

Het aanbieden van deelmobiliteit is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Dit past binnen de inspanningen die de stad levert om Antwerpen bereikbaar te houden. Nieuwe technologieën maken het mogelijk om deelsystemen te ontwikkelen zonder stallingsinfrastructuur. Een smartphone is het enige wat nodig is om gebruik te maken van de nieuwe deelsystemen (steps, fietsen, e-scooters, wagens, enzovoort).


4.3.5 Deelauto’s als essentieel onderdeel van het vervoersaanbod

Autodeelaanbieders investeren de laatste jaren ook meer en meer in elektrisch aangedreven auto’s. Daarom faciliteert de stad Antwerpen het aanbod van free floating deelauto’s en deelauto’s met vaste standplaats op haar grondgebied. Bovendien wordt ook het autodelen met particuliere voertuigen gestimuleerd. Het aanbod wordt waar mogelijk gebundeld met de slimme schakels om het combineren van vervoersmodi zoveel mogelijk te stimuleren. 

De stad maakt evenementenvervoerplannen op voor grote evenementen zoals bijvoorbeeld de Ronde Van Vlaanderen, Sinksenfoor, Ten Miles. Hiermee wil ze duurzame verplaatsingswijzen naar en van grote evenementen ondersteunen en faciliteren.
   

4.3.6 Taxi’s als duurzaam verplaatsingsalternatief

We zorgen voor voldoende taxi’s en taxiparkeerplaatsen aan overstappunten, laadinfrastructuur voor elektrische taxi’s, realtime informatie over de beschikbaarheid, handhaving op het taxireglement en gaan voor gedeeld gebruik van een taxi. In de nieuwe Vlaamse taxiregelgeving zijn minimale emissienormen opgenomen voor de taxivoertuigen. Deze zijn bepaald op basis van de ecoscore17 en worden trapsgewijs verstrengd tussen nu en 2030. De stad gaat alleen een taxivergunning18 afleveren als de voertuigen conform zijn met de minimale emissienormen. 


4.3.7 Stadsdistributie: logistiek efficiënter en emissievrij organiseren

De stad Antwerpen neemt maatregelen in functie van de Green deal stedelijke logistiekMet deze overeenkomst willen steden emissievrije en efficiënte leveringen bevorderen. Het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2020-2025 stelt ook:  “We stimuleren emissievrije distributie, zodat vanaf 2025 in de stadskernen emissieloos gereden wordt voor belevering van goederen.” Als stad Antwerpen gaan we in dialoog met Vlaanderen om  dit samen voor te bereiden. Verder willen we overleg met de betrokken (markt)partijen organiseren en ‘best practices’ ondersteunen. We creëren mogelijkheden om stadsdistributiecentra op te zetten in de rand van de stad, bijvoorbeeld op BlueGate19 en het Mexico-eiland. Zo verlagen we niet alleen de emissies, maar ook de verkeersveiligheidsrisico’s in het centrum. De stad wil ook de transportsector aanmoedigen om te bundelen en te verduurzamen. Met Lantis20, de wegvervoerders en de bouwsector sluit de stad een samenwerkingsovereenkomst om de grote vervoersstromen voor de bouwsector waar mogelijk van de weg te halen en zo veel mogelijk via het water te laten verlopen.


4.3.8 Alternatieven voor auto in woon-werkverkeer haven

De bereikbaarheid van de haven voor personenvervoer wordt verder verhoogd door het voorzien van filevrije, flexibele, betaalbare en betrouwbare alternatieven voor het individueel vervoer per wagen. Het betreft hier vooral  (1) het verhogen van de bereikbaarheid van de haven over het water (DeWaterbus), (2) het verbeteren van het Scheldekruisend verkeer (Fietsbus tussen Rechteroever en Linkeroever, DeWaterbus), (3) het voorzien van een overkoepelend netwerk van collectief vervoer waarbij bestaande initiatieven worden gebundeld en uitgebreid en (4) het voorzien van een netwerk en systeem van elektrische fietsen dat openbaar vervoer in de omgeving van de haven verbindt tot aan de werkplek in de haven.


4.3.9 Naar de realisatie van een modal shift in het goederenvervoer

De haven van Antwerpen zet verder in op het verbeteren van de modal split door gerichte inspanningen op binnenvaart- en spoorstromen. Binnenvaart moet in de toekomst nog verder groeien als de voornaamste alternatieve modus voor het goederenvervoer. Hierbij willen we het marktaandeel binnenvaart in het transport van containers optrekken van 38% tot 42%. Dit wordt gerealiseerd door onder meer het digitaliseren en bijeenbrengen van informatie om een efficiëntere planning tot stand te laten komen, het voorzien van dedicated binnenvaartcapaciteit bij de verdere uitbouw van de haven, het opstellen van een centrale lichterplanning en een betere bundeling van kleine volumes. 

Voor de verdubbeling van het spooraandeel in de containertrafiek van en naar de terminals rekenen we op een betere coördinatie van de verschillende spooractiviteiten binnen de haven en op de ontwikkeling van nieuwe, hoogfrequente spoorshuttles tussen de haven van Antwerpen en Europese focusregio’s in het achterland. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor Railport dat samen met verschillende partners (andere spooroperatoren, Infrabel,…) zowel het spoorvervoer binnen de haven als de verbindingen met andere Europese hubs zo performant en betrouwbaar mogelijk moet laten verlopen. Rail Traffic System (RTS) wordt daarbij het uniek digitaal dataplatform voor communicatie tussen spoorbedrijven en de operatoren van de terminals. 

Om nog meer goederen en vloeistoffen via het spoor, het water en via pijpleidingen van en naar de haven te vervoeren, zal het Havenbedrijf onder meer via haar concessiepolitiek de nodige (rand)voorwaarden creëren.


16 NXTMobility heeft tot doel de verschillende digitale mobiliteitssystemen aan elkaar te koppelen zodat mobiliteit en mobiliteitsgedrag efficiënter kunnen worden (aan)gestuurd.

17 De ecoscore geeft aan hoe milieuvriendelijk uw voertuig is.

18 Vergunning IBPV: een vergunning voor individueel bezoldigd personenvervoer

19 Innovatief en eco-effectief bedrijventerrein vlak bij de Schelde

20 Lantis staat voor ‘Leefbaar ANTwerpen door Innovatie en Samenwerking’ en is de bouwheer voor de uitvoering van de Oosterweelverbinding.

scroll animatie

4.
Naar een modal
split 50/50

Een ambitieus mobiliteitsbeleid geeft niet enkel een leefbare en aantrekkelijke stad, het heeft ook een impact op de daling van CO2. We streven voor het personenverkeer naar een modal split 50/50. Dat betekent dat tegen 2030, minstens 50 % van alle verplaatsingen in de vervoerregio Antwerpen, uitgedrukt in personenkilometers, gebeurt met de fiets, trein, tram, bus, te voet, taxi, waterbus, deelsystemen, en maximaal 50% met de auto.  We bieden een brede waaier van mobiliteitsmogelijkheden aan. Tegelijk pakken we ook de infrastructuur aan, zodat het aangenaam en veiliger wordt om te fietsen en makkelijker om over te stappen op deelsystemen en op het openbaar vervoer. De stad zet in op een samenspel van autoverkeer, openbaar vervoer, veilige fietsnetwerken en ook vervoer over het water. Voor bezoekers zal het steeds aantrekkelijker worden om aan de rand van de stad te parkeren in een Park and Ride en verder met het openbaar vervoer, taxi of een deelsysteem de stad in te komen. Zo realiseren we samen deze doelstelling uit het Toekomstverbond: een modal split van 50/50.

Ook voor het vrachtverkeer willen we tegen 2030 nog maximaal de helft over de weg transporteren. De verdubbeling van het aandeel spoor in het transport van containers van en naar de containerterminals binnen het havengebied, draagt daar in belangrijke mate toe bij.

         Samen maken we de doelstelling van het Toekomstverbond waar: een modal split van 50/50

asset_2_2_300x.png (copy)

4.1 Wat doen we al?

4.1.1 Slim naar Antwerpen

Elke ‘verkeersmodus’ - manier van verplaatsen - heeft zijn eigen nut en plaats in de stad. De stad maakt alternatieven aantrekkelijker. De stad faciliteert en ondersteunt verschillende vervoersmodi. Al enkele jaren maakt Antwerpen met Slim naar Antwerpen werk van een Antwerpen dat vlot bereikbaar is door de mensen te stimuleren verschillende vervoersmodi uit te proberen en te combineren. Gedragsverandering van bezoekers, bewoners en werknemers is immers de sleutel voor een modal shift 50/50.
   

4.1.2 Antwerpen pioniert met de lage-emissiezone

Voertuigen die de stad binnenkomen, willen we zo schoon mogelijk. Op 1 februari 2017 ging stad Antwerpen als eerste stad in Vlaanderen van start met een lage-emissiezone (LEZ). Hiermee willen we de luchtkwaliteit in de stad verbeteren. Voertuigen die te veel vervuilende stoffen zoals roet en fijnstof uitstoten, mogen er niet meer rijden. Roet (ook wel zwarte koolstof genoemd) draagt bij aan de opwarming omdat het zeer effectief is in het absorberen van zonlicht en het verwarmen van de omgeving. De LEZ  beoogt op termijn ook een vernieuwing van het voertuigenpark en bijgevolg minder vervuiling en uitstoot van gemotoriseerd verkeer. De stad volgt een gefaseerde aanpak waarbij de toegangsvoorwaarden om de LEZ binnen te mogen rijden, stelselmatig verstrengen. Wagens die niet aan de LEZ-norm beantwoorden, krijgen een boete. 

150-dpi-webversie-lin...

4.1.3 Noorderlijn: multimodaal knooppunt voor duurzaam vervoer

Samen met Vlaanderen (AWV en De Lijn) investeerde de stad Antwerpen de voorbije jaren in de Noorderlijn: nieuwe tramverbindingen naar het Eilandje en het noorden van de stad. Hierdoor worden deze delen van de stad op een duurzame manier verbonden op het netwerk van het openbaar vervoer van en naar de stad. Aan het Operaplein werd een nieuwe multimodaal knooppunt gerealiseerd om het overstappen van tram, bus, metro, fiets en auto te faciliteren.
   

4.1.4 Spoor- en binnenvaartshuttles naar belangrijke knooppunten in het achterland

De haven van Antwerpen beschikt over vlotte spoorverbindingen met alle belangrijke Europese spoorhubs. Het aantal diensten is de voorbije jaren fors toegenomen. Vanuit Antwerpen vertrekken ook regelmatige spoorverbindingen buiten Europa met bestemmingen als Rusland, Kazachstan, Korea en China.

De federale overheid voorziet in subsidies voor intermodaal transport en voor verspreid vervoer via het spoor. Sinds oktober 2019 kunnen operatoren daarnaast ook van Vlaamse subsidies genieten.

De haven van Antwerpen is ook uitstekend aangesloten op het 1.500 km lange Belgische binnenvaartnetwerk. Door haar inlandse ligging, middenin de Schelde-Maas-Rijn-delta, is de haven rechtstreeks verbonden met het pan-Europese binnenvaartnetwerk. De transittijden naar strategische gebieden in het Europese achterland zijn dus vrij kort. Binnenvaartschippers kunnen op verschillende plaatsen in de haven terecht voor elektriciteitsvoorziening, ontgassing, afnemen van drinkwater, ophalen van bilgewater, afvalinzameling, ... 


© Frederik Beyens

150-dpi-webversie-lin... (copy)

© Frederik Beyens

4.2 Doelstellingen

Met de Ambitieuze Modal Split werken we verder op het elan waarmee we al gestart waren. Tegen 2030 zullen minstens 50% van de verplaatsingen binnen de Antwerpse vervoersregio, uitgedrukt in personenkilometers, met andere vervoersmodi dan de wagen gebeuren. Hiervoor wordt er verder geïnvesteerd in: stationsomgevingen, tramprojecten, fietsostrades en veilige fietsinfrastructuur, fiets- en voetgangersbruggen, park-and-ride en park-and-bike gebouwen.

Voor vracht streven we naar een modal split van 50/10/40 op het volledige Antwerpse grondgebied wat wil zeggen dat het aandeel vrachtverkeer, uitgedrukt in tonkilometers, over spoor tegen 2030 stijgt tot 10% (7% vandaag), het aandeel binnenvaart stijgt tot 40% (35% vandaag) en het aandeel wegtransport  daalt tot 50% (58% vandaag15). 

Specifiek voor het havengebied wordt gestreefd naar een modal split voor containervervoer van 43% vrachtwagens, 15% spoorvervoer en 42% binnenvaart te realiseren (ten opzichte van een modal split in containertrafiek van 56% vracht, 8% spoor en 36% binnenvaart in 2019).

4.3 Maatregelen

4.3.1 De Grote Verbinding bouwt aan een leefbare en gezonde stad en rand

‘De Grote Verbinding’ is het leefbaarheidsproject van de toekomst voor Antwerpen en de randgemeenten. Dit project gaat zowel over het rondmaken van de Ring (Oosterweelverbinding), als over leefbaarheid onder de vorm van overkappingen, Ringparken en een Scheldebrug. De Grote Verbinding komt voort uit het Toekomstverbond, het samenwerkingsakkoord dat de burgerbewegingen stRaten-generaal, Ademloos en Ringland, de Vlaamse regering, het Havenbedrijf en de stad Antwerpen op 15 maart 2017 samen ondertekenden. Het is een samenwerkingsengagement rond leefbaarheid, mobiliteit én volksgezondheid. Een modal shift richting 50/50 is een van de vijf speerpunten van het Toekomstverbond.  De Vervoerregio Antwerpen, 33 gemeenten rondom Antwerpen, Antwerpen zelf, De Lijn en Vlaanderen, onderschreven op 27 juni 2018 de visie voor het ‘Routeplan 2030’ waardoor de realisatie van de modal split 50/50 ingebed is in de langetermijnvisie van de regio.

Niet alleen worden de wegen in en naar Antwerpen veiliger en vlotter gemaakt; een vlottere doorstroming heeft een positief effect op lucht- en geluidskwaliteit; de Ringparken op de vrijgekomen ruimte geven zuurstof voor hele wijken.
   

4.3.2 Investeren in infrastructuur

De Oosterweelverbinding is een oplossing van de mobiliteitsknoop enerzijds en de omslag naar meer duurzame verplaatsingen anderzijds, waarbij tegen 2030, minstens 50% van de verplaatsingen met de fiets, openbaar vervoer of te voet zal zijn. Bij de realisatie van de nieuwe snelweginfrastructuur zullen oplossingen voor geluid en lucht meteen worden verankerd. 

Met de nieuwe Scheldeoeververbinding voor fietsers wordt de Scheldekruisende capaciteit sterk verhoogd waardoor het aantal verplaatsingen met de fiets kan toenemen in functie van de ambitieuze modal split. Het Haventracé is dan weer de grotere ringinfrastructuur omheen de stad die ook deel uitmaakt van het Toekomstverbond. Via het tracé wordt het verkeer dat de stad alleen maar moet passeren of de haven wil bereiken, zoveel mogelijk rondom de stad geleid. Dat gebeurt met een slimme verkeerssturing en een betere verkeersinfrastructuur. Gelijktijdig werken we aan de verbetering van de omgevingskwaliteit. 

Naast het eigenlijke Haventracé zijn in de noordoostelijke rand van Antwerpen nog verschillende grote spoorprojecten gepland. De Belgische spoorwegen investeren in een nieuwe kruising voor het goederenverkeer om de capaciteit over het spoor van de haven richting het hinterland te verhogen. Dit draagt bij aan de ambitieuze ‘Modal Split’ voor vrachtvervoer. Parallel investeert de stad mee in snelle fietsverbindingen langsheen de nieuwe sporen. Deze fietsostrade is een essentiële schakel in het bovenlokale netwerk van en naar de stad, noodzakelijk om meer verplaatsingen te verduurzamen. De tweede spoorontsluiting zorgt voor een verdere capaciteitsuitbreiding van het duurzaam goederenvervoer over het spoor waardoor er meer ruimte op het ringspoor ontstaat voor duurzaam personenvervoer.

Samen met de NMBS en De Lijn wil de stad werk maken van een voorstadsnet voor personenvervoer over het spoor, aanvullend op het verder uit te bouwen tramnet. De stad heeft de ambitie om bijkomende traminfrastructuur aan te leggen. Dit wordt verder besproken met De Lijn. Zo wil de stad de traminfrastructuur in de districten versterken met een districtentramroute, de metrostations Drink en College in gebruik nemen, de ongebruikte metrolijn met de stations Kerkstraat en Pothoekstraat openen en die metrolijn doortrekken tot aan de Bisschoppenhoflaan waar ze als tramlijn verder loopt tot aan de Houtlaan in Wijnegem.

De stad Antwerpen gaat investeren in multimodale knooppunten en meer ruimte voor duurzame vervoerswijzen. Dit gebeurt door te investeren in slimme schakels en de verdere uitbouw van het functionele fietsroutenetwerk, rode lopers en tramassen. 

Willen we meer mensen zich laten verplaatsen met de fiets of te voet, dan is een route maar zo aantrekkelijk als de zwakste schakel. Investeren in verkeersveiligheid van en naar school, van en naar het werk, zet meer mensen aan tot duurzame verplaatsingen. Met de inrichting van schoolstraten, inkompoorten zones 30 en snelheidsremmende maatregelen, investeren we in verkeersveiligheid.  Verkeerslichten krijgen een betere doorstroming voor alle weggebruikers en slimme toepassingen zorgen ervoor dat voetgangers en fietsers gedetecteerd worden en sneller groen kunnen krijgen. 

Als fietsers hun voertuig niet veilig kunnen stallen, is de keuze om zich duurzaam te verplaatsen ondermijnd. Grote beveiligde publieke fietsenparkings zullen een antwoord bieden op een overstap op andere modi. 


         De Grote verbinding is hét leefbaarheidsproject van de toekomst

asset_2_2_300x.png (copy1)

4.3.3 Verder werken op gedragsverandering

Met het programma ‘Slim naar Antwerpen’ is de basis gelegd voor een flankerende aanpak om de bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad en de haven ook in de toekomst, tijdens de grote infrastructuurwerken te verzekeren. Hierbij zet ‘Slim naar Antwerpen’ in op de wijziging van het verplaatsingsgedrag van bewoners, studenten, bezoekers, ondernemers en hun werknemers: de modal shift. Dat het programma nu al zijn vruchten afwerpt, blijkt uit de toename van het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer, vrije tijd en woon-schoolverkeer en een forse daling van het autogebruik bij de Antwerpenaren. De stad wil verder tweejaarlijkse mobiliteitsenquêtes houden om de houding, beeldvorming en vooral het effectief gedrag in functie van de modal split af te toetsen.

De stad maakt evenementenvervoerplannen op voor grote evenementen zoals bijvoorbeeld de Ronde Van Vlaanderen, Sinksenfoor, Ten Miles. Hiermee wil ze duurzame verplaatsingswijzen naar en van grote evenementen ondersteunen en faciliteren.
   

4.3.4 Gebruik van technologie voor efficiëntere en duurzame verplaatsingen

De stad wil investeren in slimme mobiliteit of Smart Mobility. Hierbij worden mobiliteitsdata verzameld en gecombineerd (Nxt Mobility) voor bijvoorbeeld slimme routeplanning en realtime beschikbaarheid van openbaar vervoer of deelmobiliteit. In de toekomst zou voor een avondje uit de aankoop van een ticket voor openbaar vervoer, deelfiets én elektrische taxi in één beweging kunnen gebeuren.  Voorts worden de data verzameld om te kunnen monitoren en evalueren hoe het mobiliteitsgedrag is veranderd. De stad blijft een ‘marktplaats voor mobiliteit’ organiseren. Hier komen mobiliteitsaanbieders samen om slimme en duurzame oplossingen uit te testen. Wanneer ze ook hun toepassingen en data delen, maken ze ‘Mobility as a Service’ mogelijk in de Antwerpse regio.

Antwerpen is dé hoofdstad van de deelmobiliteit en dit doen we, onder andere, via de samenwerking met private partners die deelsystemen zonder vaste stallingsinfrastructuur uitbaten, maar ook via Velo, met vaste stallingsinfrastructuur.

Het aanbieden van deelmobiliteit is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Dit past binnen de inspanningen die de stad levert om Antwerpen bereikbaar te houden. Nieuwe technologieën maken het mogelijk om deelsystemen te ontwikkelen zonder stallingsinfrastructuur. Een smartphone is het enige wat nodig is om gebruik te maken van de nieuwe deelsystemen (steps, fietsen, e-scooters, wagens, enzovoort).


         Antwerpen is de hoofdstad van de deelmobiliteit.

asset_2_2_300x.png (copy2)

4.3.5 Deelauto’s als essentieel onderdeel van het vervoersaanbod

Autodeelaanbieders investeren de laatste jaren ook meer en meer in elektrisch aangedreven auto’s. Daarom faciliteert de stad Antwerpen het aanbod van free floating deelauto’s en deelauto’s met vaste standplaats op haar grondgebied. Bovendien wordt ook het autodelen met particuliere voertuigen gestimuleerd. Het aanbod wordt waar mogelijk gebundeld met de slimme schakels om het combineren van vervoersmodi zoveel mogelijk te stimuleren. 

De stad maakt evenementenvervoerplannen op voor grote evenementen zoals bijvoorbeeld de Ronde Van Vlaanderen, Sinksenfoor, Ten Miles. Hiermee wil ze duurzame verplaatsingswijzen naar en van grote evenementen ondersteunen en faciliteren.
   

4.3.6 Taxi’s als duurzaam verplaatsingsalternatief

We zorgen voor voldoende taxi’s en taxiparkeerplaatsen aan overstappunten, laadinfrastructuur voor elektrische taxi’s, realtime informatie over de beschikbaarheid, handhaving op het taxireglement en gaan voor gedeeld gebruik van een taxi. In de nieuwe Vlaamse taxiregelgeving zijn minimale emissienormen opgenomen voor de taxivoertuigen. Deze zijn bepaald op basis van de ecoscore17 en worden trapsgewijs verstrengd tussen nu en 2030. De stad gaat alleen een taxivergunning18 afleveren als de voertuigen conform zijn met de minimale emissienormen. 


4.3.7 Stadsdistributie: logistiek efficiënter en emissievrij organiseren

De stad Antwerpen neemt maatregelen in functie van de Green deal stedelijke logistiekMet deze overeenkomst willen steden emissievrije en efficiënte leveringen bevorderen. Het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2020-2025 stelt ook:  “We stimuleren emissievrije distributie, zodat vanaf 2025 in de stadskernen emissieloos gereden wordt voor belevering van goederen.” Als stad Antwerpen gaan we in dialoog met Vlaanderen om  dit samen voor te bereiden. Verder willen we overleg met de betrokken (markt)partijen organiseren en ‘best practices’ ondersteunen. We creëren mogelijkheden om stadsdistributiecentra op te zetten in de rand van de stad, bijvoorbeeld op BlueGate19 en het Mexico-eiland. Zo verlagen we niet alleen de emissies, maar ook de verkeersveiligheidsrisico’s in het centrum. De stad wil ook de transportsector aanmoedigen om te bundelen en te verduurzamen. Met Lantis20, de wegvervoerders en de bouwsector sluit de stad een samenwerkingsovereenkomst om de grote vervoersstromen voor de bouwsector waar mogelijk van de weg te halen en zo veel mogelijk via het water te laten verlopen.


4.3.8 Alternatieven voor auto in woon-werkverkeer haven

De bereikbaarheid van de haven voor personenvervoer wordt verder verhoogd door het voorzien van filevrije, flexibele, betaalbare en betrouwbare alternatieven voor het individueel vervoer per wagen. Het betreft hier vooral  (1) het verhogen van de bereikbaarheid van de haven over het water (DeWaterbus), (2) het verbeteren van het Scheldekruisend verkeer (Fietsbus tussen Rechteroever en Linkeroever, DeWaterbus), (3) het voorzien van een overkoepelend netwerk van collectief vervoer waarbij bestaande initiatieven worden gebundeld en uitgebreid en (4) het voorzien van een netwerk en systeem van elektrische fietsen dat openbaar vervoer in de omgeving van de haven verbindt tot aan de werkplek in de haven.


4.3.9 Naar de realisatie van een modal shift in het goederenvervoer

De haven van Antwerpen zet verder in op het verbeteren van de modal split door gerichte inspanningen op binnenvaart- en spoorstromen. Binnenvaart moet in de toekomst nog verder groeien als de voornaamste alternatieve modus voor het goederenvervoer. Hierbij willen we het marktaandeel binnenvaart in het transport van containers optrekken van 38% tot 42%. Dit wordt gerealiseerd door onder meer het digitaliseren en bijeenbrengen van informatie om een efficiëntere planning tot stand te laten komen, het voorzien van dedicated binnenvaartcapaciteit bij de verdere uitbouw van de haven, het opstellen van een centrale lichterplanning en een betere bundeling van kleine volumes. 

Voor de verdubbeling van het spooraandeel in de containertrafiek van en naar de terminals rekenen we op een betere coördinatie van de verschillende spooractiviteiten binnen de haven en op de ontwikkeling van nieuwe, hoogfrequente spoorshuttles tussen de haven van Antwerpen en Europese focusregio’s in het achterland. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor Railport dat samen met verschillende partners (andere spooroperatoren, Infrabel,…) zowel het spoorvervoer binnen de haven als de verbindingen met andere Europese hubs zo performant en betrouwbaar mogelijk moet laten verlopen. Rail Traffic System (RTS) wordt daarbij het uniek digitaal dataplatform voor communicatie tussen spoorbedrijven en de operatoren van de terminals. 

Om nog meer goederen en vloeistoffen via het spoor, het water en via pijpleidingen van en naar de haven te vervoeren, zal het Havenbedrijf onder meer via haar concessiepolitiek de nodige (rand)voorwaarden creëren.


16 NXTMobility heeft tot doel de verschillende digitale mobiliteitssystemen aan elkaar te koppelen zodat mobiliteit en mobiliteitsgedrag efficiënter kunnen worden (aan)gestuurd.

17 De ecoscore geeft aan hoe milieuvriendelijk uw voertuig is.

18 Vergunning IBPV: een vergunning voor individueel bezoldigd personenvervoer

19 Innovatief en eco-effectief bedrijventerrein vlak bij de Schelde

20 Lantis staat voor ‘Leefbaar ANTwerpen door Innovatie en Samenwerking’ en is de bouwheer voor de uitvoering van de Oosterweelverbinding.

Digitale publicaties

Blader hier door onze bibliotheek van digitale magazines, brochures, gidsen en andere publicaties.
Volledig scherm