Stadsdichterspool 2022

Gedichten

Na Tom Lanoye, Ramsey Nasr, Bart Moeyaert, Joke van Leeuwen, Peter Holvoet-Hanssen, Bernard Dewulf, Stijn Vranken, Maarten Inghels, Maud Vanhauwaert en Seckou besloot het stadsbestuur het format van het stadsdichterschap te wijzigen. Er werd gekozen voor een pool stadsdichters die werden geselecteerd na een open oproep. De stad ontving 71 kandidaturen waaruit een jury vijf stadsdichters koos en voordroeg aan het college. Begin maart 2022 trad de pool van vijf stadsdichters aan: Ruth Lasters, Lotte Dodion, Yannick Dangre, Proza-K en Lies Van Gasse. Met deze dichterspool was er plaats voor zowel klassieke poëzie, performance, poëzie-installaties, poëzie op papier en poëzie in het straatbeeld waardoor het stadsdichterschap weer nieuwe horizonten kon verkennen. Ruth Lasters gaf evenwel in september 2022 haar ontslag als stadsdichter nadat haar stadsgedicht 'Losgeld' werd geweigerd door het stadsbestuur. De overige stadsdichters gaven in november 2022 hun opdracht terug uit protest wegens het schrappen van de stedelijke projectsubsidies door het stadsbestuur. Hier vindt een overzicht van de stadsgedichten die het licht zagen van maart tot en met begin november 2022.

Stadsdichter 2020-2021

Ruth Lasters, Lies Van Gasse, Lotte Dodion, Yannick Dangre en Proza-K

Gedicht voor Reinhilde Decleir

Zonder veren is er niets aan te doen:
jij kon in deze stad verdwalen,
maar nu verdwalen de nachten in jou.

In de naden van je kleed, de panden van je jas,
tussen enkele kriebelige briefjes, –
een stukje Brecht, een grap van Erik Vlaminck,
een vergeten programmaboekje,
een in de haast verfrommeld gedicht

Kom maar langs, zei je
en dat zeg je nog steeds,
want je huis doet de ramen al open
om weer in- en uit te ademen

en wat in die bovenkamer
geschilderd staat,
moet spreken.

Een klein dier is in zijn slaap
op jouw lichaam gaan liggen,
op die huid, ooit strakgespannen.

Een meisje wou op je lijken.
Ze schreef iets, plakte vleugels
en stak op het eind van het stuk
een donkere roos in haar haar.

Onder het gewicht van het gordijn
dat met rode zwaarte naar beneden zakte,

smoorde het applaus.

Begin april 2022 overleed Reinhilde Decleir, actrice en bezielster van de sociaal-artistieke werkplaats Tutti Fratelli. Lies Van Gasse schreef een gedicht voor haar. Van Gasse: “Ze was zo’n inspirerende figuur. Ik heb haar een paar keer ontmoet en heb destijds meegedaan aan een van de eerste edities van haar festival ‘Spiegels van de Ziel’. Decleir las ook voor op de boekpresentatie van haar bundel ‘Wenteling’. [MV1] De uitbater van het café zei me: ‘ik heb nog een verrassing, hou nog een plaatsje vrij’. Dat plaatsje bleek voor Reinhilde Decleir te zijn. Ze heeft die avond gedichten uit mijn bundel voorgedragen. Dat was voor mij heel bijzonder. Want ik vind haar een grote dame. Ze heeft een ontzettend gevarieerde carrière gehad. Langs de ene kant had je haar acteren en heeft ze hele mooie rollen gespeeld. Anderzijds ondersteunde en coachte ze mensen die het niet makkelijk hebben. Ze verenigde mensen, gaf mensen een podium. Dat vind ik heel schoon. In de theater- en danswereld is het als vrouw niet makkelijk om ouder te worden. Het is heel inspirerend om te zien wat zij allemaal verwezenlijkt heeft.” (Bron: Gazet van Antwerpen)

Gedicht voor Reinhilde Decleir

Verdwalen in verhalen

De liefde van de Antwerpenaar voor haar taal
is logischerwijze een vanzelfsprekend verhaal.
Want wij doen niets zomaar, niets zonder meer.
Want als wij schrijven dan lauweren we,
want als wij spreken dan verheerlijken we.

Het begon allemaal bij die lyrische letter,
de majestueuze letter A.
Het begin van elk alfabet,
maar het blijft vooral onze A.

De letter die ons Antwerpenaren allemaal verbindt.
De letter die onze Antwerpse bladzijde versiert,
als de prachtige reusachtige wonderachtige letter dat ze is.

Die betoverende hartveroverende veelbelovende letter A,
blinkt in al haar pracht op de bladzijden van een oneindig aantal boeken.
De boeken met verhalen die gelezen worden door de Antwerpenaren.
Gelezen op de meest oogverblindende plekjes die onze Stad huisvest.

Maar al deze vertellingen vertalen zich in stapels boeken!
Hoe zorgen we ervoor niet te verdwalen in alle verhalen?
Dankzij de krachtige standvastige commune van stadslezers natuurlijk!
Dankzij hun lyrische lofzangen die ons leiden door het labyrint van boeken.
Wie zijn deze buitengewone boegbeelden in onze Antwerpse sage?
Wie zijn deze prestigieuze protagonisten van het Antwerpse verhaal?
Wij willen hun woorden laten horen!

“Vanuit alle hoeken brengen jullie ons boeken,
Voor ons, de hongerige commune van stadslezers.
We zijn niet verlegen om als wilde beesten ettelijke alinea's te verslinden,
als piranha's storten we ons op de pagina’s.
Rukken de hoofdstukken aan stukken met onze vlijmscherpe blikken.”

“2 jaar zijn wij al trotse stadslezer, en wij aanschouwen dit collectief ongezien groeien.
Voorwaar we zien het voor onze ogen als een prachtige bloem open bloeien.
Onze brillenglazen dampen dan wel aan,
onze vingers zijn dan wel ruw gelezen,
maar wij leiden de Antwerpenaren door het doolhof van verhalen.
Wij zijn jullie vuurtoren op die wilde wateren van vertellingen,
wij, wij zijn jullie stadslezers”


Het lezersplatform Antwerpen Leest bestond op 23 april 2022 – Wereldboekendag – exact twee jaar. Proza-K schreef voor deze verjaardag een stadsgedicht over leesplezier. Antwerpen Leest nodigde iedereen die van lezen houdt uit op haar verjaardagsfeest in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience waarop het stadsgedicht in première werd voorgesteld. Op dezelfde dag werd het stadsgedicht ook als videoclip gelanceerd.

Antwerpen Leest is een digitaal platform dat alles verzamelt in Antwerpen dat een lezer begeert. Op www.antwerpenleest.be staan ondertussen meer dan 1000 leestips, 50 favoriete leesplekjes en 62 artikels van een 600-tal stadslezers. Alle stadsbewoners die graag lezen kunnen ook zelf stadslezer worden en boekentips delen. Antwerpen Leest is een echte community van mensen die van lezen houden en alle literaire organisaties in Antwerpen actief zijn. Het is de uitgelezen plek waar je ontdekt wat er reilt en zeilt in Antwerpen inzake boeken, lezen en literatuur.

Verdwalen in verhalen – Proza-K

Bloedbaan – Ruth Lasters  


Ze hebben de genegenheid voor onbekenden
rechtstreeks in onze bovenarm geïnjecteerd.

Het mooiste van de mens, gemeenschapszin,
gedistilleerd tot een vaccin voor immer werkzaam tegen

egels van de eenzaamheid. Er hangt een nieuwe samenhorigheid
in de lucht: de adem van vrijwilligers
die zich boven de stad tot iets verdicht

waar het KMI alleen naar gist. Een fijne tinteling
als doken al die helpers minuscuul je bloedbaan in
vanaf het grote en het kleine strand

van lever en van milt. Ja, elk orgaan wordt eventjes
Sint-Anneke plaasj als je hun stem of glimlach opnieuw in je vindt.

Hun troost is – gisteren, nu, straks – driedeks hoog en vol kajuiten
zonder sloten
waarin al wie ons door het virus werd ontnomen

nu eeuwig thuiskomst speelt
met simpele woorden als ‘Hoe was je dag?’ of ‘Ging het goed?’ Kajuitdeur open,
kajuitdeur toe. Hoor het voor hen. Hoor het.

En soms onthutsend heimwee
naar dat bijkomkwartiertje na de prik toen de vrijwilligers je hartelijk zeiden:
‘Nog even blijven zitten voor de zekerheid’. Kon je maar nog en altijd

zo’n zaal vol stoelen binnenlopen
om bij te mogen komen van eender wat – verhuisbericht, la guerre in ’t aawellijk,
hondsnatte pech die je ontwricht –

onder hun waakzame, warme blik.


De onzichtbare helden – Proza-K


De pandemie, de onzichtbare oorlog,
bestreden door een familie onzichtbare helden.
23.000 mensen vaccineerden ze per dag,
gestart in Spoor Oost, een dorp in ‘t Stad.
De getuigenissen zijn vaak bizar,
veel tranen en geklaag, af en toe afgewisseld met een glimlach.


Wie zijn deze helden die onvermoeibaar waken?
Wat doen deze protagonisten om de vijand te bestrijden?
Waarom staan deze voorvechters vooraan in het veld?


Belaagd door een onzichtbare vijand,
sloegen zij de handen in elkaar
en maakten zich klaar voor het besmettelijke gevaar.
Onbaatzuchtig offerden ze zich op, gepensioneerden op kop.
Als heldhaftige helden aan de felle frontlinie,
als onverschrokken strijders van de onzichtbare strijd.
Altijd blijmoedig en altijd bescheiden.
Altijd onverschrokken en altijd onvermoeid.


De protagonisten van ons verhaal zijn mensen allerlei.
Ze staan er elke dag opnieuw en elke dag zij aan zij.
Jong, oud, man, vrouw, Belg of Nieuwkomers.
Allemaal trokken ze aan hetzelfde zeil.
Als één legioen, als een geoliede machine,
als een leger achter de schermen.
Ze werden familie door bloed zweet en tranen.
Een familie, mensen van vlees en bloed,
net als u en ik!
Maar toch dat tikkeltje anders, want het verhaal
achter de schermen kende u waarschijnlijk niet.


Ze trokken non stop van Vaccinatiedorp tot Vaccinatiedorp:
St Erasmus, Spoor Oost, Stuivenberg, Antwerp Expo, Kinepolis.
De adjunct, de apothekers en de artsen
Alle vaccinators en alle coördinators
Het onthaal, de scriptors, de stewards
Ze hebben elks hun eigen unieke taken,
maar de kern blijft het waken over onze talloze levens door zichzelf vrijwillig op te geven.


Duizenden onbekende gezichten die voor niets zwichten,
vandaar onze lofdichten voor onze onzichtbare helden.

Vrijdag 13 mei vierden de Antwerpse eerstelijnszones (ELZ Antwerpen), Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) en stad Antwerpen de vrijwilligers die zich de afgelopen twee jaar hadden ingezet in de vaccinatie- en testcampagne. De vrijwilligers werden op deze dag met een groot feest uitvoerig bedankt voor al hun hulp. Stadsdichters Ruth Lasters en Proza-K schreven elk een gedicht dat aan de vrijwilligers werd opgedragen.

3. Hommage aan de vrijwilligers
van de vaccinatiecentra – Ruth Lasters & Proza-K

Bloemenvoedsel – Hommage aan Herman de Coninck

Zoals je trek- en standvogels hebt, Herman,
zo zijn er trekverzen, die na een dichters dood
in boeken en archieven overwinteren
en standverzen die blijven waar ze zijn, in hoofd en hart
van ieder die ze las

zoals ‘Hij had gehoopt dat het zonder herfst kon. Ineens sneeuw.
De ascese van wit. De precisie van kou. Minder moet zorgen
voor betekenis, meer moet ervan genezen – ’

Goede dichters worden nog heel lang gebloemleesd.
Maar het verzameld werk van een sublieme dichter,
wiens helderheid tot opstuivende
troost gist, Herman,
heeft iets weg van een bloemenvoedselbank

vol poederzakjes voor
alle markt-non-conforme rozen: te broos, te krom, te doornig of
het openknopcommando niet geërfd.

Onder de spoorbrug bij Berchem station
stel ik me wel eens voor dat je nu eeuwig door een trein loopt
vol oude rookcompartimenten, waar schrijvers wachten op je scherpe

essayistenblik vol humor en metaforiek. Waarom zou men in godsnaam
gewoon ontmoeten als men ontleden kan zoals alleen
de Coninck?

Verder wilde ik je nog zeggen
dat Marieke van de bakker nu in café Den Draak werkt.
Ze tapt er dikke, witte kragen, lang niet slecht, terwijl ze met haar ogen zegt:
'Soms is geluk verdriet. Een naald die Schubert leest.’

Sinds je aan die andere, stille oever bent,
zie ik het niet langer als toeval, Herman,
dat de duiven van deze stad vetter en vetter worden
naarmate het afnemen van de handgeschreven post.
Alsof ze het er om doen, ze het zien als hun verantwoordelijkheid
te lijken op bundels grauw geworden, nu onbezorgbare
brieven

Op 22 mei 2022 was het vijfentwintig jaar geleden dat dichter Herman de Coninck overleed in Lissabon. In zijn geboortestad Mechelen en latere woonplaats Antwerpen werd Herman de Coninck uitgebreid herdacht. Antwerps stadsdichter Ruth Lasters schreef een hommagegedicht voor Herman de Coninck, een dichter die nog steeds van groot belang is voor haar.


De onzichtbare helden – Proza-K

Samen zijn,

Wat maakt ons één, wat bindt ons tot onze ziel én been?

Wat voelen we als we onze identiteit uitspreken?

Wat ervaren we als we onze afkomst eren?

Vlaanderen, een mozaïek van zielen, verzameld van over de hele wereld


Allen samen,

In het Vlaams burgerschap!

Allen samen,

Voor een Vlaamse dialoog!

Allen samen
Onder de Vlaamse Vaandel!


De dialoog aangaan met elke gemeenschap

Zoekend naar verbinding en verwantschap

Ongeziene samenhang  in dit prachtige landschap

Want er is een cohesie tussen ons allen

Want er is een connectie ongezien


Samen voorwaarts met een gemeenschappelijk doel voor ogen
Onze natie stelselmatig verder uitbouwen voor de volgende generatie

Zodat we onze kinderen weer kunnen laten dromen 


We zijn allen gelijk in onze verschillen

maar dat is nu net de kracht van onze verbinding doorheen onze districten,

Antwerpenaar , Vlaming, Belg… het is onze passie die telt

Ongeacht onze achtergrond, ongeacht onze kleur, allen zijn we trots op onze Vlaamse cultuur


Net zoals de straten van kasseien of asfalt zijn, helemaal anders, wel Antwerps

Net zoals de art nouveau en Middeleeuwse architectuur, helemaal anders, wel Antwerps

Net zoals de Joodse menora naast het Islamitische gebedskleed staat te blinken in de huizen van eenzelfde straat, helemaal anders, wel Antwerps

Zo zijn de Antwerpenaren allemaal anders, maar wel onder de Vlaming banner 


Wij presenteren onszelf hier aan jullie

Aanschouw onze diversiteit

Een vooruitstrevend voorbeeld voor het Vlaanderen van Morgen

We bouwen gestaag verder aan onze unieke én veelzijdige identiteit


als eeuwige Europeaan

als almachtige Afrikaan

als joviale Jood

maar bovenal als vastberaden Vlaming

want onze huidskleur is niet van belang

enkel onze gemeenschapsdrang

Wij zijn  een voorbeeld voor Europa

We laten zien hoe het wel kan

Waar we ook vandaan komen, waar we voordien ook woonden,

Als Vlamingen zullen we steeds weer samenkomen,

Bouwen we aan iets groots, een toekomst voor ons allen.


Stadsgedicht voor de Vlaamse feestdag
– Proza-K

Tableau de la troupe

 

Vandaag brengen wij onze gezichten samen,

vergeten uit welke kleur wij ooit ontstonden,

welke aarde in ons werd gemengd

en uit welke wieg wij ooit vielen

in elkaars levenslicht.


Vandaag weten wij weer dat we ooit woonden

in het witste blad en wij pas later onszelf

volschreven met familie, straatnamen,

vrienden, geliefde hartslagen.


Nu zijn wij heel even niets en laten alle landen

uit ons raam waaien, hangen onze talen

in de wind. Nu wapperen wij

wederzijds.


Laat ons dan ook voor één keer vergeten

hoe we elkaar in de winkel altijd op z’n tederst

negeren, hoe we lachen om elkaars spraak-

gebreken, om de honderdduizend manieren

waarop wij zo graag willen verschillen

van ons.


Geef het op. Laat ons vrolijk

in elkaars voetlicht treden, het verdriet

voor andermans deur vegen, een complimentje

in de broekzak van een buurman verstoppen

en niet meer weglopen van wat we zijn:

een wederzijds voldongen feit.


Vandaag is de dag.


Vandaag brengen wij al onze gezichten samen

tot leven. Vandaag zijn wij volmondig

op elkaars lijf geschreven.

Yannick Dangre: “De stad koos pluraliteit als thema voor de nationale feestdag, en dat vond ik wel toepasselijk. Een nationale feestdag, zeker in een complex en divers land als België, is het moment bij uitstek om stil te staan bij hoe al die verschillende individuen één land kunnen vormen, waar het ondanks ons eeuwige geklaag nog steeds goed toeven is. Het is vooral ook een oproep tot goede wil, want de afwezigheid daarvan is vandaag in onze van relletje naar relletje rennende maatschappij vaak de enige reden van conflict. Voor mij is 21 juli niet zozeer een speciale dag, al herinnert hij me er altijd wel aan dat de helft van mijn familie aan de andere kant van de taalgrens woont. Ik ben dan ook nog eens per toeval in Brussel geboren, dus ik verenig als het ware alle landsdelen in mij. België is een absurdistisch landje van levensgenieters en pleziermakers, daar kan ik me volledig in vinden.”

(Bron: Gazet van Antwerpen)


Tableau de la troupe – Yannick Dangre

Telefoontje


Soms wil je een hand om in te knijpen
zoals vroeger toen je telefoontje speelde,
één keer doorgeven, twee keer stuurt een signaal terug.


Nu heb je je handen soms zo vol zo vol
met zorgen, zoek je een extra paar
om een vraag in te leggen
wat moet ik aan met die plas verdriet op de keukentafel,
benen die moeilijk gaan of de honger die op het einde van
de maand voor mijn deur staat?


Dan zijn wij er. De eerste lijn. Een kring,
een ketting van altijd open handen, klaar voor ontvangst,
om contact te maken, jij knijpt je noden door,
en wij houden ze vast, in verbinding, tot
een antwoord kan worden teruggestuurd


volgens de kneepjes van ons vak:
Betrouwbaar. Betrokken. Bereikbaar.
Een eerste lijntje is altijd open.

Op vraag van de Antwerpse Eerstelijnszones schreef stadsdichter Lotte Dodion een gedicht dat is geïnspireerd door “de eerste lijn”, de zorg- en hulpverleners die het dichtst bij personen staan met een zorg- of ondersteuningsnood. Lotte Dodion: "Mijn stadsgedicht 'Telefoontje' is een ode aan de warme mensen die de Eerstelijnszones uitmaken. Tegelijk is het bedoeld als aanmoediging om hulp of zorg in te roepen wanneer alles even uit je handen lijkt te glippen. Mijn gedicht wil bezoekers, patiënten en passanten die met een hoofd vol vragen een wachtruimte binnenstappen, laten weten dat ze er niet alleen voor staan. Ik hoop dat het gedicht zoveel mogelijk Antwerpse wachtkamers mag verwarmen." De “eerste lijn” zijn de lokale zorg- en hulpverleners die het dichtst bij de persoon met een zorg- of ondersteuningsnood staan. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor iedereen met zorg- en welzijnsvragen. Voorbeelden zijn huisartsen, apothekers, kinesitherapeuten, thuisverplegers, psychologen, welzijnswerkers… Een eerstelijnszone wordt gevormd door alle partners uit het zorg- en welzijnslandschap. Er werd een mooie wachtkamerposter gemaakt van het stadsgedicht Zorg- en hulpverleners die de poster in hun wachtkamer of praktijkruimte willen ophangen konden deze gratis ontvangen.

Telefoontje – Lotte Dodion

Adres


Hier begint ons adres. Hier roepen wij onszelf                  

nog elke dag uit tot wet.                                                                        


Ooit meerden wij tussen deze kasseien aan

met onze jonge mond vol wapperende branie,

de mouwen vol poëzie en van kroeg tot kathedraal

verkochten wij elke avond onze verlangens

als een nieuw stratenplan.


Niemand zou om ons heen kunnen. Niet daar,

niet hier. Wij lagen bij voorbaat

in het mooiste verschiet.


Ook liefde verlangden wij om te beginnen

op deze Grote Markt, om te eindigen in cafés

en ongerepte bedden, in geschiedenisboeken

waarin wij groots en meeslepend bleven

ontbreken.


Nu zijn wij oud, versleten, en toch

verzinnen wij op dit plein nog elke ochtend

een verstokte toekomst, een sublieme vrouw,

een strofe die zich wringt in elke bocht

van deze stad.


Alleen hier werken wij voorgoed

onszelf in de hand.

Het Antwerpse stadhuis werd 18 september 2022 met een groot volksfeest heropend. Het gebouw op de Grote Markt nummer 1 was vier jaar lang gesloten voor restauratiewerken. Stadsdichter Yannick Dangre maakte voor deze bijzondere gebeurtenis een nieuw gedicht.

Het geluid dat vrijheid heet – Lies Van Gasse

Het geluid dat vrijheid heet

Lang voor het leven begon was er een geluid dat zoemde op aarde.
Het zoemde in het kruipen van de eerste dieren,
in het breken van de eilanden, het begroeien van land,
het zoemde in het draaien van een wiel, het platleggen van wegen,
het keren van de tijd, het zoemde in elke schrijvende hand.
Ik kwam het eerst vooral in steden tegen, waar het, licht woekerend,
een lijn trok tussen voorspoed en vernieuwing,

spieren zocht in ademloze lichamen,
antigenen trok uit pest en wrok,
en bouwde, verschoof,
plande, bewoog,
golven zocht –

Benen liepen over de aarde en kozen er een huis.
Armen kozen een deur om open te doen.

Vandaag hoor ik zelfs jubelend gezoem:
een koor van opstijgende ballonnen,
de kus onder een opgegooide baret,
die straalvlucht naar een beter oord.

Vrijheid,
je lijkt te dwarrelen als bloesem in je eerste lente
maar toch, vaak was je er niet:

die keer toen de gestreepte treinen kwamen,
toen we opgedeeld werden in kleur of in geslacht,
toen mijn gezicht verborgen werd, maandenlang,
toen iemand het podium op kroop, mijn tong uitsneed
omdat ik iets onbetamelijks had gedacht,

die keer toen ik mij verstopte in de grond,
een stoeptegel, een plukje stro,
uit schaamte voor de schroeiende zon,

voor taksen die het land uithobbelden in zware tanks,
voor kinderen die aanmeerden met hun bootjes,
voor de vrouw, haar rolstoel, het trappenhuis,
de analfabeet in de bibliotheek.

Vrijheid,
je kijkt me aan met je holle ogen
je masker, je uitgeteerde wangen
en ik zoek naar een boom om te schuilen.

Laat het vallende water zoemen
en we weten dat we vrij zijn.
Laat de wolf in de haven zoemen
en hij zal vrij zijn,

zoemen, zoemen, diep in mij,
om wat ooit als een klein geluid begon.

Op 11 november vond de herdenkingsplechtigheid plaats van de bevrijding van Antwerpen in 1944. Stadsdichter Lies Van Gasse droeg in het Stadspark een stadsgedicht voor dat ze schreef ter ere van de Bevrijdingsfeesten, in het thema ‘vrijheid’.

Het geluid dat vrijheid heet – Lies Van Gasse

Eeuwigheid – Yannick Dangre


Je zit weer eens voor je boekenkast, starend
naar een stel morsdode gekken, naar hun eeuwigheid
die je al jaren zachtjes uit je leven laat lekken.

Want wat moet je nog met grootse ideeën,
met een krabbenmand vol metaforen, met uitgekiend
verdriet of stille zelfhaat die een stumperd zorgvuldig
tussen twee kaften heeft genaaid?

Wat heb je aan iemand die almaar denkt
dat twijfels het te koud hebben,
dat ogen kunnen worden opengebroken
en gebreken gedicht, dat er een strofe mogelijk is
waarin het bestaan voor heel even volmaakt stilligt?

Je schudt het hoofd, herinnert je vol schaamte hoe het vuur
ooit door jouw eigen hand kroop, hoe je nachtelijke vingers
de liefde ontwierpen en je zeker wist dat een leven
zonder poëzie precies dat was: vastzitten
in een huis dat niet brandt.

Nog steeds ben je hier, starend in het holst
van je hart, pakt stiekem een bundel beet
en krabt zoals elke avond blad na blad
de eeuwigheid van je af.


(…) – Lies Van Gasse

Moeten het alweer de jonkies zijn
die blinken op hoge stapels,
vechtend om hun plek in de zon?

Lees mij! Mid-career, doorbladerd,  gekneusd,
op zoek naar een plank om oud te worden,
maar tussen de plooien van mijn lichaam
ben je nog steeds gelukkig.

Je kan er krassen in de kantlijn, ezelsoren strijken,
je kan er je hemel schilderen in de kleur die je wil
en hij zal opengaan.

Achter mijn rug zit een werf van verhalen.

Alleen wie blind is vanbinnen, hoort ze niet.


Woorden en wijn – Proza-K

Wegvluchtend van de realiteit ga ik op zoek naar een waanzinnig verhaal.

Een sprookje dat mij kan betoveren, een sage die mij doet dromen.

Besluiteloos voer ik een strijd over welk wandelpad ik in moet slaan,

achter elke prachtige omslag, schuilt een wereld vol weelde!

Gelukkig is er dan een redder in nood!
Luddites, luddités, ludaites, of eerder Richard en Jorien,

die mij bevrijden van het innerlijke dilemma en voorzien van zorgvuldig gekozen woorden, bijgestaan door een goudkleurig glaasje wijn.

Ik duik van het magische godendrankje in mijn kelk naar glazen vol verhalen,

spring van komma’s naar alinea’s en pluk de boeken van m’n druivelaars.

Laat de letters gisten in eiken vaten en plant erna nog enkele zinnen in de terra,

bewaar de hoofdstukken in de koelte net zoals een goede Reserva.

Bedwelmende aroma’s kruipen langzaam naar boven in mijn neusgaten,

ik ontwaak en proef nog het smakenpalet van luddites,

het verhaal in mijn glas terug naar wat het altijd was.

Woorden en wijn.


Yannick Dangre, Lies Van Gasse en Proza-K schreven in het kader van November Boekenmaand elk een stadsgedicht voor hun lievelingsboekhandel, resp. Stad Leest, De Slegte en Luddites Books & Wine.

 Stadsgedichten voor November Boekenmaand

Digitale publicaties

Blader hier door onze bibliotheek van digitale magazines, brochures, gidsen en andere publicaties.
Volledig scherm